Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2012
Bij brief van 30 januari 2012 (TK 2011–2012, 26 643, nr. 223) informeerde ik uw Kamer omtrent berichtgeving in de media dat gerechtsdeurwaarders
te veel rente in rekening zouden brengen. Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) heeft
inmiddels het onderzoek hiernaar afgerond. Het rapport van het BFT over dit onderzoek,
getiteld «Renteberekening door Gerechtsdeurwaarders» treft u bijgaand aan1.
Het onderzoek heeft aangetoond dat door gerechtsdeurwaarders verschillende softwarepaketten
worden gebruikt waarin verschillend wordt omgegaan met de wijze van afboeking van
betalingen op de (rente over) schulden. Als gevolg van het hanteren van verschillende
methoden van afboeking zijn afwijkingen geconstateerd, die overigens zeer beperkt
van omvang zijn.
Niet is gebleken van een structurele en substantiële benadeling van schuldenaren als
gevolg van de gebruikte software. Uiteraard kunnen incidentele fouten niet helemaal
worden uitgesloten.
Het BFT beveelt aan om in de uitvoeringspraktijk te komen tot een eenduidige uitleg
van de wet- en regelgeving, de in gebruik zijnde softwarepakketten daarop aan te passen
en de goede werking daarvan zoveel mogelijk te garanderen. Voorts acht het BFT het
wenselijk dat de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) haar
leden nogmaals oproept om onderzoek te verrichten naar de correcte werking van de
renteberekening in de bij hen in gebruik zijnde softwarepakketten.
Ik onderschrijf de aanbevelingen van het BFT. Ook de KBvG neemt de aanbevelingen over
en heeft mij desgevraagd aangegeven blijvende aandacht te geven aan deze problematiek.
Zoals ook in het rapport is aangegeven, is een breed samengestelde commissie van de
KBvG bezig aanbevelingen te formuleren over verschillende aspecten van de renteberekening,
zoals de wijze van berekening van samengestelde interest en de toerekening van betalingen.
De KBvG verwacht dat deze commissie nog dit jaar met haar bevindingen zal komen. De
KBvG zal vervolgens de gerechtsdeurwaarders informeren en nogmaals oproepen de in
gebruik zijnde softwarepakketten kritisch te bezien. Daarnaast zullen de bevindingen
ook met de softwareleveranciers worden besproken. Krachtens de Verordening KBvG Normen
voor kwaliteit kan het College Toetsing Gerechtsdeurwaarders aanwijzingen vaststellen
waarin aan auditoren wordt opgedragen specifieke aandacht te schenken aan een best
practice of een norm, zoals bijvoorbeeld de controle op de goede werking van de software,
waaronder begrepen de renteberekening. De KBvG zal er bij het College op aandringen
een dergelijke aanwijzing op te nemen. Ik herhaal in dit verband het uitgangspunt
dat de gerechtsdeurwaarders verantwoordelijk zijn voor de goede werking van de automatisering
waarvan zij gebruik maken.
Tot slot heeft de in mijn brief van 30 januari 2012 aangehaalde tuchtzaak over foutieve
renteberekening door een gerechtsdeurwaarder nog niet geleid tot een definitief tuchtrechtelijk
oordeel. Deze zaak wordt thans in hoger beroep behandeld door het Gerechtshof te Amsterdam,
die naar verwachting begin 2013 tot een uitspraak zal komen.
Ik vertrouw erop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven