Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 maart 2011
Tijdens het Algemeen Overleg van 17 februari 2011 over ICT-projecten bij de rijksoverheid heb ik de Kamer een brief toegezegd
over de implementatie van de webrichtlijnen bij gemeenten.
In dit Algemeen Overleg is door meerdere woordvoerders (Heijnen, Bruins Slot en Janssen) gevraagd om wetgeving teneinde een
snelle implementatie van de webrichtlijnen bij gemeenten te verzekeren. Ik onderschrijf de urgentie van implementatie van
de webrichtlijnen door overheidsorganisaties, maar acht wetgeving niet het aangewezen middel om dit doel te bereiken.
In deze brief licht ik toe op welke wijze de implementatie van de webrichtlijnen zal worden gerealiseerd bij zowel gemeenten
als het Rijk en waarom wetgeving achterwege kan blijven.
Bestuurlijke afspraken met gemeenten
De implementatie van webrichtlijnen maakt onderdeel uit van een breder programma: het nationaal uitvoeringsprogramma dienstverlening
en e-overheid (NUP). Op dit moment wordt het NUP samen met de andere overheden nader uitgewerkt. Het is de bedoeling om in
het komend bestuurlijk overleg van april onder meer afspraken te maken over extra ondersteuning en financiering van de implementatie
van NUP-e-overheid-bouwstenen door gemeenten. Aan deze afspraken zullen resultaatsverplichtingen worden gekoppeld.
In mei zal ik de Kamer informeren over het NUP, zoals ik tijdens het AO van 17 februari 2011 reeds heb toegezegd, over deze
bestuurlijke afspraken, alsmede over mijn eigen overige ambities met betrekking tot het NUP.
Inspanningen van gemeenten
Het Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten (KING) heeft onlangs een onderzoek uitgevoerd naar de implementatie van de
de e-overheid-bouwstenen door gemeenten. Daaruit blijkt dat alle gemeenten op dit moment bezig zijn met de implementatie van
de webrichtlijnen en deze voor een belangrijk deel laten samenvallen met het moment waarop zij nieuwe investeringen in hun
content-management-systeem (CMS) doen. Mijn ministerie zal deze voortgang monitoren.
Aanpak websites van de rijksoverheid
Het ministerraadsbesluit1 inzake de implementatie van de webrichtlijnen bij de rijksoverheid is in uitvoering. Zowel in de Voorlichtingsraad als in
het interdepartementaal CIO-overleg spreek ik de vertegenwoordigers van de ministeries aan op hun eigen verantwoordelijkheid
voor de implementatie van de webrichtlijnen bij de rijksoverheidswebsites.
Wetgeving
Enkele belangrijke e-overheidsvoorzieningen zijn bij wet geregeld. Het gaat dan om voorzieningen waar het meedoen van álle
overheden een noodzakelijke voorwaarde is voor het functioneren en slagen van de desbetreffende voorziening. Aansluiting op
en onderhoud van de basisregistraties, zoals de Wet GBA, is hiervan een goed voorbeeld. De implementatie van de webrichtlijnen
is van een andere orde. Er zijn geen onderlinge afhankelijkheden. Wetgeving is niet de enige weg om het doel te bereiken en
daarom niet noodzakelijk. Er zijn andere, effectievere én snellere methoden om tot implementatie te komen.
Een wetgevingstraject vergt een zorgvuldige voorbereiding, een dragende motivering waarom het doel niet met andere middelen
kan worden bereid en vergt een lange procedure in verband met de advisering door de Raad van State en de behandeling in de
Tweede en de Eerste Kamer. Wetgeving draagt bovendien het risico met zich dat het proces van implementatie wordt vertraagd
in plaats van versneld omdat betrokkenen zich eerst duidelijkheid willen omtrent de verplichtingen die de wet hen oplegt,
de kosten die dat meebrengt en de compensatie die zij daarvoor ontvangen (art. 2 Financiële-verhoudingswet).
Internationale context
De Nederlandse situatie is niet uniek. De Europese Commissie heeft met de lidstaten de afspraak gemaakt dat vóór 2010 alle
publieke websites toegankelijk2 zijn. Deze doelstelling is EU breed niet gerealiseerd, ook niet in landen waar wél nationale wetgeving is ingevoerd3. Op dit moment maakt de Europese Commissie een impact analyse over de verschillende mogelijkheden om wel de doelstellingen
te behalen. Deze mogelijkheden variëren van doorgaan op dezelfde weg (faciliteren en stimuleren) tot wetgeving. De resultaten
van deze impact analyse worden medio juni dit jaar verwacht. Graag wacht ik deze resultaten af alvorens te overwegen of eventueel
aanvullende acties in Nederland nodig zijn.
Het onderzoek van KING toont aan dat gemeente zelf forse ambities hebben op het terrein van de webrichtlijnen. Deze plannen,
gecombineerd met de concrete en handhaafbare ambities van het NUP, staven de verwachting dat gemeenten de webrichtlijnen zelf
sneller in zullen voeren dan dat wetgeving geëffectueerd kan worden.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner