Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 november 2025
Met deze brief informeer ik u over de investeringsagenda van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie
(NDS). Hiermee geef ik ten dele invulling aan de motie Kathmann1 en geef ik invulling aan mijn toezegging om de Kamer dit jaar te informeren over
de voortgang van de ontwikkeling van de investeringsagenda.2
De NDS is de gezamenlijke strategie van het rijk, provincies, gemeenten, waterschappen
en publieke dienstverleners om als één overheid te versnellen en de digitale basis
van Nederland te versterken. Deze in juli 2025 gelanceerde strategie kwam geen dag
te vroeg. Het vormt hét antwoord op de grote digitale opgaven die we als overheid
hebben. Ik ben er met de medeoverheden en publieke dienstverleners van overtuigd dat
een zo snel mogelijke en succesvolle uitrol van de NDS urgent en noodzakelijk is.
Om onze overheid meer digitaal weerbaar en autonoom te maken en burgers en ondernemers
de dienstverlening te geven die ze verdienen. Grote, noodzakelijke ambities op het
gebied van Cloud, AI en Data gaan we simpelweg niet waarmaken als we niet als collectief
optrekken via de NDS.
Onderdeel van de NDS is een investeringsagenda. De investeringsagenda brengt in kaart
wat er aan financiële middelen nodig is om de ambities van de NDS te realiseren, evenals
voorgestelde financieringsmogelijkheden. Hoewel de investeringsagenda momenteel nog
verder uitgewerkt wordt, lag er in het Bestuurlijk Overleg Digitalisering van 6 november
jl. een eerste beeld voor. Bijgevoegd treft u als verzocht het document dat daar voorlag:
«stand van zaken investeringsagenda». Dit document onderstreept de urgentie van het
investeren in de NDS, en geeft een eerste indicatie van de kosten om de ambities uit
de NDS de komende jaren te realiseren. Een meer volledige en gedetailleerde investeringsagenda
zal ik in de eerste helft van 2026 aan uw Kamer doen toekomen.
Omdat bijgevoegd document een tussenstand betreft, vind ik het belangrijk om te benadrukken
dat de genoemde bedragen een aanzienlijke mate van onzekerheid bevatten en nog niet
van dekking zijn voorzien. Toelichting hieromtrent treft u in het bijgevoegde document
zelf.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. van Marum