26 642 Europees Sociaal Fonds (ESF)

Nr. 147 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2023

Het kabinet ondersteunt mensen die in problemen komen, bijvoorbeeld door de hoge inflatie, langs verschillende wegen, onder meer via het uitzonderlijke koopkrachtpakket en het energieplafond voor de energierekening. In aanvulling op deze maatregelen zet het kabinet ook in op het ondersteunen van initiatieven rond voedselhulp.

In dit licht heeft het kabinet er bij de inzet van het Europees Sociaal Fonds Plus (hierna: ESF+), mede naar aanleiding van de initiatiefnota Slootweg en Bruins1, voor het eerst voor gekozen om ESF+ middelen in te zetten om voedselhulp te verstrekken aan de meest behoeftigen. Deze inzet van Europese middelen past bij de huidige situatie, waarin steeds meer mensen een beroep doen op organisaties en private initiatieven die mensen van voedsel en materiële ondersteuning voorzien.

De hulp vanuit het ESF+ bestaat uit drie onderdelen.

  • Voedselhulp: het gratis beschikbaar stellen van voedsel aan meest behoeftige personen, met aandacht voor de behoeften van kinderen.

  • Materiële basishulp: het gratis beschikbaar stellen van goederen om te voldoen aan de basisbehoeften voor een waardig leven, zoals kleding, toiletartikelen, met inbegrip van producten voor vrouwelijke hygiëne, en schoolbenodigdheden.

  • Begeleidende maatregelen: activiteiten ter aanvulling van de verdeling van voedselhulp of materiële basishulp die tot doel hebben sociale uitsluiting tegen te gaan en bij te dragen tot de uitbanning van armoede.

Het budget voor deze prioriteit bedraagt € 15,8 miljoen. Hierbij is het van belang dat ook specifiek aandacht wordt besteed aan de ondersteuning van kinderen. De activiteiten worden voor 90 procent vergoed vanuit het ESF+.

Gedurende de openstelling van het aanvraagtijdvak in oktober-november 2022, konden partijen een aanvraag indienen voor dit onderdeel van het ESF+. De binnengekomen aanvragen zijn beoordeeld aan de hand van selectiecriteria die zijn opgenomen in de regeling.

Op basis van deze beoordeling is één aanvraag geselecteerd die de activiteiten gaat uitvoeren en de subsidie verleend krijgt. Dat betreft de aanvraag van Stichting Voedselvangnet.

De Stichting Voedselvangnet zal voor het ESF+-project onder andere samenwerken met de Vereniging van Nederlandse Voedselbanken. Met de ESF+-subsidie is zij in staat om zowel extra voedselhulp, als extra materiële basishulp aan te bieden. Hiermee zal een belangrijke bijdrage geleverd worden aan de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting en de bevordering van sociale integratie van de meest behoeftigen in Nederland. Ook draagt het plan bij aan gezondheid omdat de extra voedselhulp zich richt op gezonde, veelal lang houdbare producten.2 In het projectplan is aandacht voor het bereiken van kinderen en voor het tegengaan van menstruatiearmoede.

De duidelijkheid over de toekenning van de ESF+ middelen biedt mij ook gelegenheid om invulling te geven aan het amendement Palland/Ceder3 om in 2023 een impuls te bieden aan het aanbod van voedselhulp en persoonlijk verzorging. Ik ben voornemens om een deel van de middelen die via dit amendement beschikbaar zijn gekomen (in totaal € 5 miljoen euro) als cofinanciering in te brengen ten behoeve van het ESF+-project van Stichting Voedselvangnet. Daarmee financier ik dan de 10 procent van de projectkosten dat niet vanuit het ESF+ wordt gesubsidieerd. Dit komt neer op een bedrag van maximaal € 1,76 miljoen euro. Daarnaast wil ik de middelen deels inzetten voor het ondersteunen van de activiteiten van het Nederlandse Rode Kruis op het terrein van voedselhulp (of materiële hulp). Het Nederlandse Rode Kruis biedt waardevolle ondersteuning aan mensen die tussen wal en schip vallen. Bijvoorbeeld voor mensen die niet in aanmerking komen voor ondersteuning van de voedselbanken of de route naar hulp onvoldoende kennen. Ik ga met het Nederlandse Rode Kruis in gesprek over hoe deze tijdelijke financiële ondersteuning een impuls aan deze inzet kan geven.

De toekenning van de ESF+ middelen draagt ook bij aan de invulling van de motie van het lid Kat c.s.4 over de verstrekking van menstruatieproducten aan mensen met een laag inkomen. Met de ESF+ subsidie zullen ook extra materiële basisproducten voor de klanten van de voedselbank kunnen worden ingekocht. Het gaat dan om producten voor persoonlijke hygiëne, zoals menstruatieproducten, tandpasta en shampoo. In aanvulling hierop ben ik, om nader invulling te geven aan de motie Kat c.s., voornemens om ook het Armoedefonds een tijdelijke financiële impuls te geven om het aantal uitgiftepunten voor menstruatieproducten uit te breiden. Recent is het 1.500e uitgiftepunt geopend en het Armoedefonds streeft naar 2.500 punten. Het Armoedefonds heeft een subsidieaanvraag van 2 miljoen euro bij mij ingediend met het oog op een snelle realisatie van deze voorziene uitbreiding. Ik ben voornemens om het Armoedefonds in staat te stellen dit jaar nog aan de slag te kunnen.

Ik stel vanzelfsprekend ook extra gelden beschikbaar om de inwoners op Bonaire, Sint Eustatius en Saba op een gelijke wijze op dit onderwerp te kunnen ondersteunen. De ESF+ middelen zijn niet beschikbaar voor Caribisch Nederland, maar ik geef Caribisch Nederland minimaal een vergelijkbaar aandeel voor voedselhulp en voedselzekerheid.

Daartoe ga ik dit voorjaar in gesprek met de nieuwe bestuurscolleges van de openbare lichamen over wat de eilanden aanvullend nodig hebben voor de aanpak van armoede en schulden. Ik pak daarbij met urgentie dit onderwerp op en stuur erop dit onderwerp structureel in te bedden in de genoemde aanpak armoede en schulden op Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Bij de voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum Caribisch Nederland 2023 informeer ik uw kamer voor het zomerreces over uitkomst van de gesprekken met de openbare lichamen van Bonaire, St. Eustatius en Saba.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
1

«Meer oog voor de voedselbank», Kamerstuk 35 609, nrs. 1 en 2.

X Noot
2

Dit draagt bij aan bij de inzet van het kabinet om sociaaleconomische gezondheidsverschillen te verminderen en om invulling te geven aan de Europese Aanbeveling rondom de Kindergarantie over een gezonde maaltijd per dag.

X Noot
3

Kamerstuk 36 200 XV, nr. 25.

X Noot
4

Kamerstuk 36 200 XV, nr. 51.

Naar boven