26 642
Europees Sociaal Fonds (ESF)

nr. 108
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2008

I Inleiding

Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken betreffende het nieuwe ESF programma 2007–2013, ESF-3 (2000–2006) en ESF 1994–1999 per 31 mei 2008.

In mijn vorige voortgangsbrief van 28 juni 2007 (Kamerstukken II, 2006/07, 26 642, nr. 102) trof u de totaalstanden van de EQUAL- en ESF-programma’s tot en met 31 mei 2007 aan. Tijdens een algemeen overleg met de vaste commissie SZW op 13 september 2007 over die brief heb ik toegezegd u te informeren over de resultaten van de tweede tranche EQUAL en u een overzicht te geven van ESF-projecten. Om tegemoet te komen aan uw wens om op een meer uitgebreide en overzichtelijke manier geïnformeerd te worden, heb ik de opzet van de voortgangsbrief gewijzigd. Ik geef een schematisch overzicht van de ESF-programma’s, voorbeeldprojecten in de kaders en heb bijlagen met lijsten van toegekende subsidieaanvragen toegevoegd. Daarnaast vindt u in de bijlagen zogenaamde «factsheets» voor de regelingen ESF 2007–2013 en ESF-3 (2000–2006). Tenslotte raad ik u van harte aan de bijgevoegde publicatie «Investeren in mensen» te lezen, waarin zeven ESF-projecten uit de periode 2000–2006 worden uitgelicht door middel van interviews met de subsidie-aanvragers.

Ten aanzien van de stand van zaken van het EQUAL-programma en de resultaten van de tweede tranche van EQUAL-projecten bent u via een aparte brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2007/08, 26 642, nr. 106). Deze brief is tevens aan de orde gekomen op het algemeen overleg met de vaste commissie SZW op 29 mei jl.

Tot slot geef ik u in deze voortgangsbrief aan, zoals toegezegd in mijn brief van 15 mei 2008 (Kamerstukken II, 2007/08, 26 642, nr. 107) hoe de opbrengsten van de werkconferentie Actie D van 9 april jl. zullen neerslaan in de subsidieregeling.

II ESF 2007–2013

Met de regeling ESF 2007–2013 wil Nederland de economische groei in alle regio’s vergroten. Hierbij is speciale aandacht voor trends in de Nederlandse economie en arbeidsmarkt als de vergrijzing, het toenemende belang van de kenniseconomie en de globalisering. Verder sluit de regeling aan bij de kansen en mogelijkheden van een activerend stelsel van sociale zekerheid. Het ESF wordt ingezet op zwakke kenmerken van de arbeidsmarkt zoals de beperkte arbeidsparticipatie van vrouwen, ouderen (55+) en arbeidsbelemmerden. Ook wil ESF sociale innovatie (het vernieuwen van de arbeidsorganisatie door middel van het innoveren van werkwijzen, -processen en arbeidsverhoudingen) stimuleren. Daarnaast blijft de ESF-regeling investeren in het opscholen van lager opgeleide werkenden, de arbeidsvoorbereiding van leerlingen in het Praktijk- en Voortgezet Speciaal Onderwijs en de re-integratie van gedetineerden.

De regeling ESF 2007–2013 is onderverdeeld in vijf Acties. Acties A, C en D zijn in het eerste half jaar van 2007 gestart. Actie B is in oktober 2007 gestart. In die maand is er ook een tweede tijdvak geweest voor Actie A en Actie D. In april 2008 is het tweede tijdvak geopend voor Actie C. Hieronder vindt u een overzicht van de stand van zaken per 31 mei 2008.

Actie A

Actie A – Additionele toerusting en bemiddeling van werklozen met een achterstand op of tot de arbeidsmarkt

Doelgroepen: Niet uitkeringsgerechtigden, ouderen (55+), gedeeltelijk arbeidsgeschikten, arbeidsbelemmerden.

Aanvragers: gemeenten, UWV, CWI

Aanvraagtijdvakken: juni en oktober 2007, volgende tijdvak oktober 2008

Beschikbaar bedrag (7 jaar): € 199 200 657

Project gemeente Uden

De gemeente Uden heeft in oktober 2007 subsidie verleend gekregen voor het project «Weer aan de slag», gericht op NUG-gers. Uden wil hiermee anticiperen op de toekomstige vraag op de Udense arbeidsmarkt. Met het project wil de gemeente een adequatere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt bereiken. Het uiteindelijke doel van het project is meer participatie op de arbeidsmarkt.

In beide aanvraagtijdvakken is sprake geweest van een tegenvallende interesse vanuit gemeenten. In het tijdvak juni 2007 hebben acht gemeenten 18 aanvragen ingediend voor ruim 10 000 deelnemers, toegekend subsidiebedrag is € 8 369 092. In het tijdvak oktober 2007 hebben 12 gemeenten 23 aanvragen ingediend, toegekend subsidiebedrag is € 14 153 955 ten behoeve van ruim 9 000 deelnemers. Beide aanvraagtijdvakken hebben geleid tot een benutting van 22% resp. 27% van het beschikbare bedrag.

Om gemeenten te wijzen op de mogelijkheden van het ESF is een informatiebijeenkomst gehouden op 21 mei 2008, deze is door 75 deelnemers vanuit gemeenten, UWV en CWI bezocht.

Gezien de resultaten uit beide tijdvakken, zal ik de regeling op enkele punten aanpassen.

Ik zal de ondergrens van de projectomvang van € 250 000 niet langer laten gelden per doelgroep maar voor de drie doelgroepen gezamelijk. Dit biedt vooral kleinere gemeenten meer mogelijkheden om een aanvraag in te dienen. Daarnaast hoog ik de grens van maximaal 10% op naar maximaal 20% van het totaal beschikbare subsidiebudget per bij het project betrokken college van B&W. Dit om, gezien het grote beschikbare bedrag in deze jaartranche, ook grotere aanvragers meer mogelijkheden te bieden. Tenslotte maak ik, op verzoek van gemeenten, ook de kosten voor werving van NUG-gers voor projecten subsidiabel onder het ESF. Voor de komende aanvraagperiode stel ik ruim € 67 mln beschikbaar voor Actie A.

Mocht deze aanpassing onvoldoende groei van de benutting genereren, dan overweeg ik, om decommittering (onbenutte middelen vallen terug in de Europese begroting) te voorkomen, gelden over te hevelen naar andere ESF acties. Overigens kan ik dit slechts doen in overleg met de Europese Commissie en het nationale Monitorcomité ESF.

Actie B

Actie B – Re-integratie van gedetineerden, TBS-gestelden en jongeren in jeugdinrichtingen

Doelgroepen: Gedetineerden, TBS-gestelden en jongeren in jeugdinrichtingen

Aanvragers: Minister van Justitie mede namens de minister van Jeugd en Gezin

Aanvraagtijdvakken: mei en oktober 2007, volgende tijdvak oktober 2008

Beschikbaar bedrag (7 jaar): € 66 400 219

Project ministerie van Justitie

De minister van Justitie ontvangt ESF in samenwerking met de minister van Jeugd en Gezin voor de re-integratie van jongeren in jeugdinrichtingen van Justitie. Jongeren volgen tijdens hun detentie een individueel arbeidsmarkttraject met training en scholing, zodat zij na hun detentie eenvoudiger te bemiddelen zijn naar werk of een arbeidsmarktgerelateerd programma. In de trajecten is ook aandacht voor de individuele situatie van de jongere, betreffende zijn of haar gezondheid, wonen, sociale redzaamheid, schuldsanering, vrijetijdsbesteding en sociaal netwerk. Werk wordt gezien als de sterkste factor in het voorkomen van recidive.

Voor het tijdvak mei 2007 is geen aanvraag ingediend in verband met doorlopende activiteiten vanuit de periode ESF 2000–2006. In oktober 2007 zijn twee aanvragen toegekend voor bijna 8700 deelnemers voor een bedrag van € 17,3 mln. De projecten moeten ervoor zorgen dat de arbeidsmarktpositie van bovenstaande doelgroepen zodanig verbetert, dat zij uiteindelijk naar werk bemiddelbaar zijn óf na detentie direct inpasbaar zijn in een arbeidsmarktgerelateerd programma. De uitvoering van Actie B loopt naar verwachting. Voor de volgende aanvraagperiode zal € 15 mln beschikbaar worden gesteld.

Actie C

Actie C – Scholen voor Praktijkonderwijs (PRO) en scholen voor Voortgezet speciaal onderwijs (Vso)

Doelgroepen: leerlingen in het Praktijkonderwijs en het Voortgezet speciaal onderwijs

Aanvragers: Scholen voor Praktijkonderwijs- en Voortgezet speciaal onderwijs

Aanvraagtijdvakken: april 2007 en 2008, volgend tijdvak in 2009

Beschikbaar bedrag (7 jaar): € 116 200 383

Project De Ambelt Oosterenk

De Ambelt Oosterenk (Vso-school) wil met behulp van ESF meer gericht werken aan het toekomstperspectief van 110 leerlingen van 15 jaar en ouder om hen, zo zelfstandig als mogelijk, deel te kunnen laten nemen aan het arbeidsproces. Na het bepalen van de arbeidscapaciteit ontvangen de leerlingen praktisch onderwijs in de vorm van een gesimuleerd arbeidsproces. Tevens worden BBL-opleidingen gevolgd zoals bijvoorbeeld «Horeca-assistent», waarvoor een convenant is afgesloten met een nabij gelegen ROC. Naast het intensief volgen van de leerling na het verlaten van de school wordt ook veel geïnvesteerd in contacten met het lokale bedrijfsleven.

In het tijdvak april 2007 zijn 184 aanvragen ingediend. In augustus 2007 hebben 113 scholen een subsidieverlening ontvangen (57 voor het Praktijkonderwijs en 56 voor het Voortgezet speciaal onderwijs). De projecten richten zich in totaal op ruim 8 400 deelnemers. Het beschikbare bedrag van ca. € 33 mln werd hiermee volledig benut.

In april 2008 zijn 197 aanvragen ingediend, waarmee een bedrag van ruim € 38 miljoen gemoeid is. Daarmee is het beschikbare budget (ruim € 33 miljoen) overvraagd. In de zomer van 2008 worden de subsidieverleningen toegekend.

Uit het aantal projectaanvragen en de ervaringen tijdens de projectbezoeken kan de conclusie getrokken worden dat vanuit de doelgroep de behoefte groot is om ESF in te zetten om arbeidstoeleiding en ontwikkeling daarvan te stimuleren.

In het kader van de discussie over de Wajong, wil ik er op wijzen dat Actie C een bijdrage levert aan de preventie van instroom van jongeren in de Wajong, doordat het scholen helpt om jongeren die potentieel in de Wajong zouden kunnen komen, extra te begeleiden richting de arbeidsmarkt. In 2009 gaat een nieuw aanvraagtijdvak open. Hierbij zal worden bezien of de middelen van Actie C nog gerichter (scholen die de ondersteuning het meest nodig hebben, meer nadruk op toeleiding naar arbeidsmarkt) ingezet kunnen worden.

Actie D

Actie D – Verbetering arbeidsmarktpositie van laaggeschoolde werkenden of werkenden zonder startkwalificatie

Doelgroepen: laaggekwalificeerde werknemers

Aanvragers: O & O-fondsen

Aanvraagtijdvakken: februari/maart en oktober 2007, volgende tijdvak september 2008

Beschikbaar bedrag (7 jaar): € 373 501 232

Project Stichting Opleidingsfonds Detailhandel

De door de Stichting Opleidingsfonds Detailhandel ingediende aanvraag betreft opleidingen die zijn gericht op 260 medewerkers mét en 490 medewerkers zónder startkwalificatie in de damesmodebranche. De deelnemers zijn overwegend vrouwen. Alle opleidingen worden gegeven door gecertificeerde trainingsbureaus dan wel door gecertificeerde trainers. Het resultaat van de aangeboden scholing zal dan ook zijn dat iedere deelnemer zijn positie verbetert en de deelnemer die heeft voldaan aan de vooraf gestelde criteria (inzet en aanwezigheid) na afronding een certificaat ontvangt.

Met behulp van de verleende ESF-subsidie volgen werknemers via de O&O-fondsen scholing, training en/of EVC-trajecten waarmee ze hun inzetbaarheid op de arbeidsmarkt vergroten (employability). Actie D sluit inhoudelijk aan bij maatregel C van de regeling ESF-3 (2000–2006). Het grote verschil is het maximale opleidingsniveau. In de regeling ESF 2007–2013 heeft de scholing maximaal MBO-4-niveau. Bij ESF-3 (2000–2006) was dit nog maximaal HBO-niveau. Een tweede kenmerkend verschil is dat de kosten voor loonverlet tijdens de opleiding niet meer subsidiabel zijn.

Actie D kende in 2007 twee tijdvakken. In beide tijdvakken is meer aangevraagd dan er beschikbaar was voor de desbetreffende tijdvakken. De subsidie wordt toegekend op basis van vooraf bepaalde wegingcriteria. Deze criteria leiden tot een prioritering van de projecten, waarmee wordt beoogd dat de subsidie wordt toegekend aan projecten die het best aansluiten bij de doelstellingen van de regeling.

In het eerste tijdvak (februari & maart 2007) zijn 379 aanvragen ontvangen. Hiervan hebben 180 projecten een subsidietoekenning ontvangen voor totaal € 105 276 355 waarbij beoogd wordt de arbeidsmarktpositie te verbeteren van 295 000 werknemers. De beschikkingen subsidieverlening zijn afgegeven op 31 juli 2007.

In het tweede tijdvak (oktober 2007) zijn 313 aanvragen ontvangen. Hiervan hebben 34 projecten een subsidietoekenning ontvangen voor totaal € 53 291 468. Naar verwachting zullen ruim 76 500 werknemers deelnemen in de projecten.

In beide tijdvakken konden niet alle aanvragen worden gehonoreerd in verband met het bereiken van het subsidieplafond.

De realisatiepercentages van de eerste einddeclaraties actie D zijn tot nu toe aan de lage kant. In september 2008 zal daarom een extra tijdvak voor het budgetjaar 2008 worden opengesteld, om decommittering van ESF in 2010 te voorkomen. In deze ronde zal de huidige systematiek nog worden gehanteerd, waarbij ik wel het maximale bedrag (percentage uit het subsidiebudget) waarop een subsidieaanvrager aanspraak kan maken, verlaag.

In het daaropvolgende aanvraagtijdvak ben ik voornemens een aantal verdergaande wijzigingen door te voeren. Een aantal O&O-fondsen heeft brieven gestuurd met het verzoek om Actie D te wijzigen. In overleg met het Monitor Comité ESF 2007–2013 is besloten op 9 april 2008 een werkconferentie te houden waarin samen met O&O-fondsen is nagedacht over de gesignaleerde knelpunten. Op basis hiervan heb ik het voornemen om een aantal wijzigingen binnen actie D aan te brengen:

– het laten vervallen van de wegingcriteria en de regeling scherper afbakenen als een algemene regeling gericht op de onderkant van de arbeidsmarkt;

– bevorderen dat de O&O-fondsen realistischer aanvragen indienen en de realisatiepercentages omhoog gaan door een bonussystematiek in te voeren voor het behalen van specifieke doelstellingen, bijvoorbeeld op het terrein van doelgroepen (bv. werknemers zonder startkwalificatie);

– de eis loslaten dat moet worden aangetoond dat de hoogst genoten opleiding van de deelnemer maximaal MBO-4 niveau is; de eis dat de ESF-gesubsidieerde scholing maximaal MBO-4 niveau is, blijft gehandhaafd. Dit punt leidt tot een aanzienlijke verlichting van administratieve lasten;

– het aanvraagtijdvak vanaf 2009 openstellen in februari, zodat een betere aansluiting van scholingsprojecten met de schoolseizoenen kan plaatsvinden.

Om dit voornemen te effectueren zal een aanpassing van het Operationeel Programma door de Europese Commissie moeten worden goedgekeurd. Ik streef er naar om in februari 2009 een tijdvak Actie D «nieuwe stijl» open te stellen.

Actie E

Actie E – Sociale Innovatie (gericht op verhoging van arbeidsproductiviteit)

Doelgroepen: leidinggevenden en werknemers

Aanvragers: werkgevers

Aanvraagtijdvakken: eerste tijdvak oktober 2008

Beschikbaar bedrag (7 jaar): € 41 500 137

In 2007 is nog geen start gemaakt met de uitvoering van Actie E, Sociale innovatie omdat de regeling nog verder moest worden uitgewerkt. Daartoe zijn bijeenkomsten met verschillende stakeholders zoals het Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie bijgewoond.

In het kader van Actie E zullen implementatieplannen voor sociale innovatie bij bedrijven, organisaties en instellingen gesubsidieerd worden. De directe kosten van de implementatieplannen worden voor 75% door ESF gefinancierd. De overige 25% is voor rekening van de aanvrager.

Om te voorkomen dat alleen papieren tijgers gefinancierd worden, is een testfase in de beoogde projecten opgenomen, zodat de praktische toepasbaarheid van de implementatieplannen voor sociale innovatie ook daadwerkelijk getoetst wordt bij de deelnemende arbeidsorganisaties.

In oktober 2008 wordt een eerste tijdvak Actie E opengesteld waarbij € 7 mln euro beschikbaar wordt gesteld. De komende maanden zal deze subsidieregeling via verschillende kanalen onder de aandacht worden gebracht. Zo is er bijvoorbeeld een voorlichtingsbijeenkomst voor mogelijke aanvragers gepland op 2 september a.s.

Algemeen beeld ten aanzien van de voortgang ESF 2007–2013

Het algemene beeld van de start van het nieuwe programma is wisselend. Van de acties B en C wordt tot nu toe naar verwachting gebruik gemaakt. De aanvragen voor Actie A blijven achter bij de beschikbare budgetten. Voor actie D is enerzijds veel meer aangevraagd dan het beschikbare bedrag, anderzijds blijken in de praktijk veel minder deelnemers te worden geschoold dan waarvoor subsidie was aangevraagd. Zoals hiervoor is toegelicht zal ik veranderingen in de regeling doorvoeren zonder af te stappen van de wens om te focussen op de onderkant van de arbeidsmarkt en specifieke doelgroepen.

De komende tijd wordt beoogd de administratieve lasten terug te dringen door implementatie van een forfaitair percentage voor indirecte kosten in Acties A tot en met D. Dit betekent dat indirecte kosten in een project niet meer op basis van de daadwerkelijke (en aantoonbare) kosten worden vergoed, maar dat een vast percentage van de directe kosten als een vergoeding wordt verstrekt voor gemaakte indirecte kosten. Overigens wordt ook een alternatief bestudeerd, te weten het verhogen van het ESF-financieringspercentage voor de directe kosten, waarbij de subsidiabiliteit voor indirecte kosten komt te vervallen.

III ESF-3 (2000–2006)

Momenteel is het Agentschap SZW bezig met de afronding van de regeling. 31 maart 2008 was de einddatum voor het indienen van alle einddeclaraties. Niet alle aanvragers zijn erin geslaagd om deze termijn te halen. De belangrijkste reden hiervoor is de beschikbaarheid van de controlerende accountants. Deze accountants zijn nodig voor de verplicht bij de einddeclaratie te voegen accountantsverklaring.

Eind mei 2008 waren, op 20 na, alle einddeclaraties ontvangen. In totaal moet eind mei 2008 voor nog 520 projecten de subsidie worden vastgesteld. In het kader hiervan worden alle einddeclaraties beoordeeld en de projecten bezocht voor een toetsing van de uitgevoerde activiteiten en de (financiële en deelnemers-)administratie aan de subsidieregelgeving. Het grootste deel van de vaststellingen zal eind 2008 zijn afgerond. In de eerste helft van 2009 zal naar verwachting ook de subsidie van de complexere projecten zijn vastgesteld.

Op 3 januari 2007 heeft de Raad van State in hoger beroep uitspraak gedaan over de sluiting van het ESF-loket. Naar aanleiding van deze uitspraak is door de toenmalige Staatssecretaris besloten dat alle ESF-3 aanvragen tussen 28 oktober 2005, 9.00 uur en 1 november 2005 in behandeling genomen worden, mits de aanvragers een rechtsmiddel hebben ingesteld tegen de afwijzende beschikking. Naar aanleiding hiervan zijn in 2007 208 extra aanvragen in behandeling genomen. Aan 173 van deze projecten is een subsidie verleend. Hierbij dient opgemerkt te worden, dat door herziening van de meeste van deze aanvragen de verleende bedragen over het algemeen veel lager zijn uitgekomen, dan de oorspronkelijke aangevraagde bedragen van eind oktober 2005. Daarnaast is de realisatie van alle projecten bij de ingediende einddeclaraties ook overwegend lager dan verwacht. Gezien het voorgaande is het de verwachting dat de overschrijding van het budget beperkter zal zijn dan waarmee eind 2005 rekening is gehouden.

In 2007 heeft er geen onderbenutting van ESF middelen plaatsgevonden. SZW heeft in 2007 over de jaartranches 2004 en 2005 een bedrag van bijna € 600 miljoen gedeclareerd.

Voorbeelden uit de praktijk

De uitvoering van de projecten uit de regeling ESF-3 is eind 2007 afgerond. Veel projecten zijn de afgelopen jaren uitgevoerd en evenzoveel interessante ervaringen zijn opgedaan. Ten behoeve van uw beeldvorming is bij deze brief de publicatie «Investeren in mensen» gevoegd waarin zeven ESF-projecten worden uitgelicht door middel van interviews met de subsidie-aanvragers.

IV ESF 1994–1999

Stand van zaken bezwaar- en beroepsprocedures.

Voor deze programmaperiode spelen slechts nog juridische procedures. Thans zijn over de ESF periode 1994–1999 nog 63 bezwaar- en (hoger) beroepsprocedures aanhangig. Als hieruit nog nabetaling van subsidie voortvloeit, kan dit bij de Europese Commissie gedeclareerd worden, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de ESF subsidieregeling 1994–1999. Heden resteert nog slechts één zaak van vermeende fraude met ESF-gelden 1994–1999 bij het Openbaar Ministerie. Overige zaken zijn inmiddels afgehandeld of geseponeerd1.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft met betrekking tot drie aanhangige ESF 1994–1999 zaken in augustus 2006 prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in Luxemburg (EG-Hof) gesteld. De vragen gingen in het bijzonder over de verhouding tussen Europees recht (ESF-Verordeningen) en nationale regelgeving (de Algemene wet bestuursrecht). Het EG-Hof2 heeft op 13 maart 2008 een arrest gewezen, waarin onder meer is bepaald dat de overheid op grond van het Europees recht verplicht is om Europese subsidies terug te vorderen in geval van misbruik of nalatigheid van de subsidieontvanger. Een bijzondere bevoegdheidsbepaling in een nationale wet is niet nodig. De beperkingen in de Nederlandse wet voor de terugvordering van ten onrechte toegekende Europese subsidies moeten door de rechter desnoods buiten toepassing worden gelaten. Het is thans aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om aan voornoemd arrest van het Hof uitleg te geven in haar definitieve uitspraak in de voornoemde drie ESF procedures. Deze uitspraak zal vervolgens de voortgang van zaken bij de rechtbanken mogelijk ook versnellen. De stand van zaken is als volgt:

Datum31 mei 200731 mei 2008Mutatie
Bezwaarprocedures45+ 1
Beroepsprocedures7345– 28
Hoger beroepsprocedures513+ 8

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb

Bijlagen:1

Factsheet ESF 2007–2013

Factsheet ESF-3 (2000–2006)

Lijsten beschikte projecten ESF 2007–2013

Publicatie ESF-3 «Investeren in mensen»


XNoot
1

Kamerstukken II, 2004/05, 21 477, nr. 92.

XNoot
2

De uitspraak is te vinden op de website van het EG-Hof van Justitie, www.curia.europa.eu en betreft de zaken C-383/08, C-384/06 en C-385/06.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven