26 629
Leerlinggebonden financiering

nr. 14
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 1 november 2001

Voor u ligt de tweede voortgangsrapportage leerlinggebonden financiering (LGF). In deze voortgangsrapportage treft u een overzicht van de ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden in de afgelopen maanden. Voor de goede orde wijs ik erop dat u ook in het kader van de nota's naar aanleiding van het verslag en nader verslag bent geïnformeerd over het LGF-traject. In deze voortgangsrapportage is getracht dubbeling te voorkomen.

1. Indicatiestelling

Op basis van de resultaten van de tweede proeftoetsing indicatiestelling is het inwerktraject indicatiestelling opgesteld. Om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de behoeften die in het veld aanwezig zijn is een werkgroep implementatie indicatiestelling geformeerd. De coördinatie van deze werkgroep ligt bij de TCAI en de wegbereiders. Het doel van de werkgroep is het begeleiden van de REC's bij het inrichten van de indicatiestelling binnen het REC en het begeleiden van de CvI's bij het inwerken, zowel inhoudelijk als organisatorisch.

Onderdeel van het dit inwerktraject is de scholing in een goed gebruik van de criteria. Uit de tweede praktijktoetsing is gebleken dat met name op het gebied van het hanteren van classificatiesystemen zoals de ICIDH en de DSM IV, en het vertrouwd raken met geëigende testinstrumenten extra scholing gewenst is. Hiertoe worden voor het schooljaar 2001/2002 extra faciliteiten beschikbaar gesteld aan de REC's. Bij het scholingstraject worden ook de samenwerkingsverbanden WSNS en VO-SVO betrokken. Ook zij ontvangen faciliteiten ten behoeve van de scholing van permanente commissies leerlingenzorg en regionale verwijzingscommissies in de criteria en procedures van LGF/indicatiestelling.

Naast het inwerktraject indicatiestelling wordt ook extra aandacht besteed aan de afstemming in de regio tussen de samenwerkingsverbanden WSNS en VO-SVO, (jeugd)zorg en REC's. Allereerst betreft de afstemminghet geven van informatie en voorlichting aan het reguliere onderwijs (samenwerkingsverbanden WSNS en VO/VSO) en de (jeugd)zorginstellingen over de veranderingen na invoering van LGF. Daarnaast is de afstemming gericht op het maken van afspraken over onder andere de mogelijkheden en beperkingen van de (preventieve) ambulante begeleiding en het maken van afspraken over de afstemming en samenwerking tussen REC i.o., instelling, PCL, RVC, regulier onderwijs en (jeugd)zorg. Het maken van dergelijke afspraken is van belang voor een efficiënte indicatiestelling door een permanente commissie leerlingenzorg, regionale verwijzingscommissie en een commissie voor indicatiestelling, zodat voorkomen kan worden dat onnodig met leerlingen geschoven wordt.

Onder coördinatie van de wegbereiders wordt met het PMPO, het coördinatoren platform WSNS, het Landelijk Centrum Onderwijs en Jeugdzorg en de VMBO-projectorganisatie een kader ontwikkeld voor de afstemming tussen alle partijen in de regio.

2. REC-vorming

Het proces van REC-vorming ter voorbereiding op de eerste fase wetgeving LGF is in een afrondende fase. Op een aantal plaatsen doen zich nog knelpunten voor. In overleg met de betrokken partijen en met behulp van de wegbereiders wordt bekeken hoe op korte termijn tot een oplossing gekomen kan worden.

Nu het landelijk dekkend netwerk van REC's zich steeds duidelijker aftekent is het accent van het REC-vormingsproces de afgelopen periode verschoven naar de inhoudelijke vormgeving van het REC. De afspraken en plannen die in de REC-convenanten overeen waren gekomen en/of die in de statuten van de rechtspersoon moeten worden opgenomen zijn nader uitgewerkt. In de voortgangsrapportage over de REC-vorming, die onlangs is uitgebracht door de wegbereiders wordt zowel de stand van zaken in het REC-vormingsproces als inzicht in de inhoudelijke en organisatorische uitwerkingen gegeven. Deze rapportage, getiteld «De 6e etappe» is meegestuurd met de nota naar aanleiding van het nader verslag.

Om de REC's in staat te stellen de inhoudelijke uitwerkingen nader vorm te geven en die maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn ter voorbereiding op de beoogde wettelijke taken, is in mei jl. de Vierde Faciliteringsregeling Regionale Expertisecentra in oprichting 2001/2002 gepubliceerd in Uitleg (nr. 14, 23 mei 2001). Evenals bij de Derde faciliteringsregeling ontvangt het REC bij deelname een bedrag van f 40 000,– per school die participeert in het REC.

Inmiddels hebben alle REC's i.o. een aanvraag ingediend. Bij de aanvraag diende het REC-plan en het verslag van het gesprek met de wegbereiders gevoerd in de periode tussen juni en september jl. te worden bijgevoegd. Enkele algemene punten die uit de beoordeling van deze plannen en de verslagen naar voren komen:

• Alle REC's i.o. geven aan op 01-08-2002 klaar te zijn voor de invoering van LGF voor wat betreft de wettelijke taken.

• Een aantal REC's i.o. voert nog overleg met aanpalende REC's i.o. over de afbakening van de voedingsgebieden. Veelal verwacht men er in goed overleg uit te komen; in een paar gevallen ondersteunen de wegbereiders dit proces.

• Er zijn grote verschillen tussen REC's i.o. in de ambities die men heeft boven de wettelijke taken en de mate waarin deze zijn gerealiseerd. Sommige REC's hebben reeds grote stappen gezet in de inhoudelijke en organisatorische vormgeving. Veel REC's i.o. kiezen voor een groeimodel. Dit betekent dat in stappen wordt toegewerkt naar het beleggen van meer taken op REC-niveau. Een voorbeeld hiervan is de ambulante begeleiding. Gestart wordt met de wettelijke coördinerende taak maar ondertussen wordt toegewerkt naar een ambulante dienst op REC-niveau. Voordat er een ambulante dienst op REC-niveau wordt ingericht worden eerst de inhoudelijke vormgeving en de werkwijze van de ambulante begeleiders binnen het REC op elkaar afgestemd.

Alle REC's i.o. voldoen aan de voorwaarden uit de Vierde Faciliteringsregeling REC's i.o en ontvangen dan ook de faciliteiten die in het vooruitzicht zijn gesteld.

3. Jeugdjustitiële inrichtingen

De commissie Etty heeft op verzoek van de toenmalige bewindslieden van OC&W en Justitie in 1995 een advies uitbracht over de positie van het onderwijs in de justitiële jeugdinrichtingen (JJI's). Daarna is het overleg tussen de beide ministeries gestart om een inhoudelijke kwaliteitsimpuls van het onderwijs te realiseren in de inrichtingen. Daarnaast is overlegd hoe het onderwijs in de jeugdjustitiële inrichtingen bestuurlijk-organisatorisch het beste vormgegeven zou kunnen worden.

Complicerende factor hierbij was het onderscheid in de organisatie van het onderwijs tussen particuliere- en rijksinrichtingen. Aan de particuliere inrichtingen zijn scholen verbonden en aan de rijksinrichtingen niet. In de rijksinrichtingen wordt een dagprogramma aangeboden, waarvan onderwijsactiviteiten in meer of mindere mate deel uitmaken bij de verschillende rijksinrichtingen.

Onlangs zijn de beide ministeries de kaders overeen gekomen waarbinnen het onderwijs in de Rijks-JJI's, evenals reeds het geval is voor de particuliere inrichtingen, gepositioneerd kan worden binnen de REC-vorming. Dit betekent dat het onderwijs binnen de rijksinrichtingen onder verantwoordelijkheid komt van OC&W. De voornaamste uitgangspunten op basis waarvan deze overgang en de positionering van de JJI's binnen de REC-vorming moeten worden vormgegeven zijn:

• Het onderwijs valt met ingang van 01-08-2002 onder het regime van de Wet op de expertisecentra.

• De JJI's behoren tot de in het wetsvoorstel geformuleerde residentële instellingen: behandeling en opvang vanuit één plan is noodzakelijk. Als gevolg hiervan wordt voor de bekostiging uitgegaan van het aantal plaatsen in de inrichting. Voor de plaatsen geldt de cluster 4 (vso-zmok) bekostiging.

• De planprocedure blijft bevroren voor wat betreft de stichting van scholen. Voor de Rijksinrichtingen betekent dit dat in samenspraak met een zmok-school een nevenvestiging wordt ingericht en dat de leerlingen worden ingeschreven bij de zmok-school.

• Ten behoeve van de kwaliteit van het onderwijs is inmiddels een landelijk expertise platform JJI ingericht. Doel van het platform is het stimuleren van de professionele ontwikkeling van het JJI-onderwijs. Hiertoe wordt onder coördinatie van de wegbereiders met vertegenwoordigers uit het veld gewerkt aan de ontwikkeling en verbetering van onderwijsmateriaal.

Deze uitgangspunten worden op dit moment voor elk van de instellingen en de vso-scholen die de verantwoordelijkheid voor het onderwijs op zich gaan nemen, uitgewerkt wat betreft de invulling van het onderwijs, de positie van het personeel, de huisvesting en de materiële toerusting. Dit proces met als doel de inpassing van de RJI's binnen de REC-vorming te realiseren wordt, onder coördinatie van de wegbereiders begeleid.

4. Kerndoelen

Over de concept-kerndoelen voor het onderwijs aan zeer moeilijk lerenden worden dit najaar regionale conferenties georganiseerd met het betreffende onderwijsveld. Op 7 november wordt door de SLO de concept tussendoelen voor 4–10 jarige zml-ers aan het veld gepresenteerd. Bij de opstelling van deze tussendoelen is het veld ook betrokken geweest. Het voorstel voor aanpassing van de kerndoelen basisonderwijs voor het speciaal onderwijs is door de SLO opgeleverd en besproken in het zogenaamde clusteroverleg LGF. Nog dit najaar wordt gestart met de uitwerking hiervan. Een voorstel voor kerndoelen basisvorming op het speciaal onderwijs wordt binnenkort verwacht. Na bespreking zal besluitvorming plaatsvinden over uitwerking hiervan.

De ontwikkeling van geschikt onderwijsleermateriaal voor het (voortgezet) speciaal onderwijs op het terrein van rekenen/wiskunde en taal is voor de zomervakantie van start gegaan.

5. Voorlichting

De voorlichting aan ouders, en aan scholen voor regulier en speciaal onderwijs over LGF ver-loopt volgens plan. Inmiddels is een draaiboek voor de voorbereiding/invoering van de leerlinggebonden financiering in het regulier basis-onderwijs gereed voor publicatie. Een brochure met algemene informatie voor ouders van een kind met een handicap over de leerlinggebonden financiering is eveneens gereed voor publicatie. In oktober is in het kader van het communicatieplan leerlinggebonden financiering door de Chro-nisch zieken en Gehandicapten Raad (CG-raad) een startconferentie voor ouders en intermediairen gehouden.

Inmiddels is een website voor ouders beschikbaar en binnenkort zal een website voor professionals beschikbaar zijn. Ook wordt dit najaar nog een een start gemaakt met specifieke voorlichting aan allochtone ouders.

6. KDC/ZML-projecten 2e ronde

In het voorjaar is een 9-tal REC's van start gegaan, die reeds (enige) ervaring hebben met het opvangen van zeer laag functionerende kinderen in samenwerking met een KDC, met een samenwerkingsproject KDC/ZML. Zoals in de voortgangsrapportage van december 2000 reeds is aangegeven is het doel van deze projecten om de onderwijsmogelijkheden voor deze kinderen en de samenwerking daarbij tussen onderwijs en zorg te vergroten. Concreter gaat het om het ontwikkelen van een uitvoerbaar onderwijsprogramma, werkbare modellen voor samenwerking tussen KDC en cluster 3, modellen voor een gecombineerd handelingsplan onderwijs-zorg en advisering over noodzakelijke randvoorwaarden. In juni van dit jaar hebben de overige REC's in cluster 3 een brief ontvangen waarin wordt aangegeven dat ook zij een aanvraag kunnen indienen om een samenwerkingsproject KDC/ZML uit te voeren. Inmiddels hebben 14 REC's een aanvraag voor een project ingediend.

Ten behoeve van een goede voortgang van de samenwerkingsprojecten is een projectorganisatie opgezet, met vier werkgroepen, een begeleidingsgroep en een stuurgroep. Ouders en veld zijn hierbij nauw betrokken en zij participeren actief in deze verbanden. Zo zijn onder meer de Landelijk stuurgroep cluster 3, de Vereniging Mytyl- en tyltylscholen (VMT) en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) vertegenwoordigd. De wegbereiders zorgen voor de coördinatie en het procesmanagement.

In november gaan de volgende vier werkgroepen van start:

1. Werkgroep curriculumontwikkeling. Het doel van deze werkgroep is onder meer het formuleren van onderwijsdoelen en leerlijnen waarlangs deze doelen bereikt kunnen worden, en het beschrijven van leermiddelen die gebruikt kunnen worden.

2. Werkgroep kindkenmerken. De taak van deze werkgroep is het beschrijven van de kenmerken van leerlingen/kinderen met een ontwikkelingsperspectief van 0 tot 24 maanden met een verstandelijke handicap.

3. Werkgroep randvoorwaarden. Deze werkgroep gaat de randvoorwaarden op het gebied van onder andere de materiële zaken, huisvesting en vervoer in kaart brengen. Tevens geeft deze groep adviezen over instanties en regelingen waarvan gebruikt gemaakt kan worden om de randvoorwaarden te realiseren.

4. Wergroep deskundigheidsprofielen medewerks. Het omschrijven van («categorieën» van) begeleiders (beroepsgroepen) en de didactische en pedagogische kwaliteiten waarover deze begeleiders moeten beschikken staat centraal in deze werkgroep.

In het voorjaar worden de eerste producten/resultaten van de werkgroepen verwacht.

7. Autisme

In juni is het Landelijk Netwerk Autisme van start gegaan. In het kader van dit netwerk zullen in november regionale bijeenkomsten worden georganiseerd. Deze bijeenkomsten zijn bedoeld om kennis en ervaringen binnen regulier en speciaal onderwijs in het onderwijs aan leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum uit te wisselen en de deskundigheid op dit terrein te vergroten. Tevens zal op korte termijn een virtueel netwerk worden ingericht met dezelfde doelstelling. Ook zal een begin worden gemaakt met een systematische inventarisatie van de kenmerken van de leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum en het per groep benodigde en meest effectieve onderwijsaanbod. Deze inventarisatie zal plaatsvinden binnen zowel speciaal als regulier onderwijs.

8. Nierstichting

Met de projectleidster van het project nierzieke leerlingen, vertegenwoordigers van de educatieve dienst, het deskundigennetwerk voor de consulenten zieke leerlingen, cluster 3 en de wegbereiders is door het ministerie een aantal gesprekken gevoerd om in kaart te brengen welke deskundigheid en producten uit het project nierzieke leerlingen beschikbaar komen en aan wie en hoe deze kennis en producten overgedragen zou moeten worden. Daarmee is de basis gelegd voor een plan om de opbrengst van het project over te dragen aan betrokken actoren en ervoor te zorgen dat de begeleiding van nierzieke leerlingen ook in de toekomst gewaarborgd is. Dit najaar wordt gestart met de voorbereiding van de overdracht uit het project met medewerking van de projectleidster.

9. Ontwikkelactiviteiten

In de eerste voortgangsrapportage LGF van december 2000 zijn de resultaten van het onderzoek naar de taken en functies van het (v)so beschreven. Uit dit onderzoek bleek dat er behoefte was aan kwalitatieve verbeteringen op vele gebieden. In reactie hierop is in overleg met het georganiseerde onderwijsveld een ontwikkeltraject geformuleerd. In het onderstaande schema wordt een overzicht gegeven van de producten die ontwikkeld worden. Het grootste deel van de producten wordt eind 2001 opgeleverd. Uiteraard wordt over de voortgang van het ontwikkeltraject en de resultaten overleg gevoerd met het georganiseerde onderwijsveld.

ProductUitvoerder
1. Handreiking school-/klassen-management adaptief onderwijs (incl voorbeelden van good practices)GPI/SvO
2. Wegwijzer en overzicht bestaande regelingen op het terrein van de hulpverlening en vergoedingen voor gehandicaptenNIZW
3. Overzicht lopende projecten en bestaande relaties op het terrein van de arbeidstoeleiding gericht op meerjarig ontwikeltrajectNIZW
4. Overzicht good practices op het terrein van de handelingsgerichte diagnostiek (website)VMT/CED/Praktikon/Veboss
5. Protocol opstellen handelingsplan alsmede model handelingsen begeleidingsplanVMT/CED/Praktikon/Veboss
6. Handreiking en protocol (preventieve) ambulante begeleidingKPC
7. Productenbank handreikingen, modellen, praktijkvoorbeelden ambulante begeleiding (website)NIZW
8. Overzicht bestaande samenwerkingsrelaties tussen scholen voor (v)so en onderzoeksinstellingenResearch voor beleid
9. Handreiking cluster 4 voor het betrekken van ouders bij het onderwijs/de behandeling van hun kindRMPI
10. Instrument t.b.v. kwaliteitszelfzorg (v)soIVA
11. Protocol samenwerking wsns-lgfKPC
11. Inventarisatie en analyse opleidingsaanbod speciaal onderwijsGION

Tot slot

Uit voorgaande moge duidelijk worden dat op vele terreinen gewerkt wordt aan voorbereiding op LGF waarmee een zorgvuldige invoering mogelijk is. Ik hoop u met deze brief, in aanvulling op de nota's naar aanleiding van het verslag en nader verslag voldoende geïnformeerd te hebben over de voortgang van het LGF-traject.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

K. Y. I. J. Adelmund

Naar boven