26 582
Ontslag van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 7 juni 1999

Ter informatie van uw Kamer doe ik u hierbij toekomen een afschrift van de brief van heden, waarin de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij mij verzoekt zijn aanvraag tot inwilliging van het ontslag als minister aan Hare Majesteit de Koningin door te geleiden. Bij deze brief teken ik het volgende aan.

De problemen bij de herstructurering van de varkenshouderij, alsmede de opvattingen van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij daarover, zijn de afgelopen maanden herhaaldelijk in de ministerraad besproken. Bij de door minister Apotheker in overweging gegeven beleidslijn zijn bedenkingen geuit van beleidsmatige, juridische, financiële en uitvoeringstechnische aard.

Medio april is in de ministerraad afgesproken dat in elk geval de begin juni te verwachten uitspraak inzake het bij het gerechtshof van Den Haag hangende spoedappèl zou worden afgewacht, teneinde vervolgens tot nadere besluitvorming te komen op dit complexe dossier. De ministerraad zal het onderwerp opnieuw bespreken, zodra de minister van LNV daartoe voorstellen doet. De constatering van minister Apotheker dat hij voor het door hem voorgestane beleid onvoldoende politiek draagvlak heeft kunnen verwerven, gaat aan het bovenstaande voorbij.

De Minister-President,

Minister van Algemene Zaken,

W. Kok

BIJLAGE

Aan de heer W. Kok

Minister-President

's-Gravenhage, 7 juni 1999

Hierbij deel ik u mede, dat ik geen mogelijkheden zie mijn deelname aan het Kabinet voort te zetten. De navolgende overwegingen hebben hierbij een doorslaggevende rol gespeeld.

Zoals u bekend ben ik sinds eind vorig jaar geconfronteerd met beperkingen ten aanzien van het door mijn voorgestane beleid voor de varkenshouderij. Dit beleid was erop gericht binnen deze kabinetsperiode o.a. de milieudoelstellingen voor de varkenssector te realiseren. Ik stuitte daarbij op juridische belemmeringen bij de uitvoering van de Wet herstructurering varkenshouderij.

Ik constateerde dat de in de huidige wet beoogde aanpak niet tot resultaten zou kunnen leiden als gevolg van te voorziene jarenlange juridische procedures. Ik heb daarop een alternatieve aanpak ontwikkeld die de beoogde doelen alsnog binnen aanvaardbare termijn realiseerbaar zou maken.

Ik moet constateren, dat ik onvoldoende politiek draagvlak heb kunnen verwerven om dit alternatief onverkort in te zetten. Hierdoor is een belangrijke mogelijkheid om tot een voortvarende herstructurering van de sector te komen en uit de juridische impasse te geraken, niet benut.

Dit betreur ik ten zeerste.

Ik heb mij daarom de afgelopen weken diepgaand beraden op mijn positie en hieruit de uiterste consequentie getrokken. Ik verzoek u bijgaande ontslagaanvrage aan Hare Majesteit de Koningin door te geleiden.

H. H. Apotheker

Naar boven