Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 26573 nr. 11 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 26573 nr. 11 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 mei 2000
Het is mij een genoegen u de nieuwe opzet van de Justitiebegroting en -verantwoording te mogen aanbieden1. Met deze nieuwe opzet van de Justitiebegroting zal uw Kamer op een beter leesbare en meer toegankelijke wijze worden geïnformeerd over het geen Justitie wil bereiken, welke prestaties zij daarvoor gaat leveren en welke middelen daarmee gemoeid zijn. In de verantwoording komt aan de orde welke beleidsdoelen waren beoogd, welke prestaties zijn geleverd en welke middelen daarmee waren gemoeid. De centrale gedachte van de gehele operatie Van Beleidsbegroting tot Beleidsverantwoording (VBTB) is immers het leggen van een transparante relatie tussen beleidsdoelen, prestaties en geld, zowel vooraf als achteraf.
In deze begeleidende brief zal ik de hoofdlijnen schetsen van de opzet van de nieuwe Justitiebegroting en -verantwoording. Ik zal daarbij ingaan op de belangrijkste veranderingen die ik voorsta ten opzichte van de huidige situatie. Daarnaast maakt een terugblik op de leereffecten van de voorhoedeprojecten Jeugd en Vreemdelingenbeleid en de beantwoording van de vragen van de Commissie van Zijl-2 onderdeel uit van deze brief. Ik zal in deze brief ook ingaan op de uitvoerbaarheid van de nu voorgestelde plannen. Binnen het Ministerie van Justitie heeft daartoe ook een toets op de uitvoerbaarheid plaatsgevonden.
De aanvaarding van de Regeringsnota Van Beleidsbegroting tot Beleidsverantwoording in mei 1999 door uw Kamer vormde het startpunt van een belangrijk veranderingsproces, rijksbreed en dus ook voor mijn departement. De instemming met het gedachtengoed van een beleidsgeoriënteerde begroting en verantwoording door de Tweede Kamer heeft binnen het Ministerie van Justitie geleid tot een fundamentele bezinning op beleidsdoelstellingen, operationele doelstellingen en prestatie-indicatoren bij alle departementsonderdelen. De eindrapportage die u hierbij aantreft vormt in feite de verslaglegging van de uitkomsten van die discussies.
Ik realiseer mij daarbij ten volle dat het veranderingsproces dat door de Tweede Kamer op gang is gebracht zich op dit moment nog in de eerste fase bevindt. Om die reden zal ik in deze brief tevens ingaan op de stappen die het Ministerie van Justitie in de komende jaren op de ingeslagen weg gaat zetten. Deze stappen zullen met name betrekking hebben op de prestatie-indicatoren aan de hand waarvan de prestaties van het Ministerie van Justitie in de toekomst beter kunnen worden beoordeeld.
Het voorgaande neemt echter geenszins weg dat Justitie in mijn ogen een wezenlijke stap heeft gezet met het eindprodukt dat thans aan de Kamer wordt voorgelegd. De eindrapportage VBTB van het Ministerie van Justitie bevat een aantal belangrijke keuzes, bijvoorbeeld waar het gaat om het formuleren van beleidsdoelstellingen en het selecteren van prestatieindicatoren. Keuzes waarover een intensieve gedachtenwisseling met uw Kamer van groot belang is, alvorens wij tot een definitieve vormgeving van de nieuwe Justitiebegroting en -verantwoording kunnen komen.
Belangrijke elementen van het door mij voorgestane ontwikkelingstraject in de komende periode, die voor uw Kamer relevant kunnen zijn, komen verder naar voren in paragraaf 5 van deze brief waarin het Plan van Aanpak VBTB-Justitie voor de komende jaren uiteen wordt gezet.
Om uw Kamer nu een beeld te kunnen geven van de nieuwe opzet van de Justitiebegroting en -verantwoording is in bijlage 1 bij deze brief een overzicht opgenomen van de nieuwe beleidsartikelen. Elke beleidsartikel is voorzien van een beleidsdoelstelling, van één of meer operationele doelstellingen en van prestatie-indicatoren. Aan elk beleidsartikel is bovendien een korte kwalitatieve toelichting op de (selectie van de) prestatie-indicatoren toegevoegd. Deze bijlage geeft een goed beeld van de basisstructuur van de nieuw ontwikkelde Justitiebegroting en -verantwoording.
In bijlage 2 bij deze brief is de voorbeeldbegroting 2000 van het Ministerie van Justitie opgenomen. Deze voorbeeldbegroting dient om uw Kamer een indruk te geven van het beeld dat de huidige begroting (2000) te zien zou geven indien deze volgens de nieuwe VBTB-systematiek zou zijn opgemaakt. Deze voorbeeldbegroting is geheel gebaseerd op de bestaande tekst van de begroting 2000. De enige nieuwe informatie in de voorbeeldbegroting betreft de nieuw geformuleerde (beleids- en operationele) doelstellingen en prestatie-indicatoren per beleidsartikel. Deze nieuwe doelstellingen en prestatie-indicatoren worden samenhangend gepresenteerd in bijlage 1 en worden daarnaast per beleidsartikel weergegeven in de voorbeeldbegroting (bijlage 2). In deze voorbeeldbegroting: treft u ook de uitgebreide was/wordt-tabel aan. Dit overzicht geeft in detail weer op welke wijze de vertaalslag van de oude naar de nieuwe artikelindeling heeft plaatsgevonden.
Samenvattend zal ik in deze begeleidende brief ingaan op:
• Belangrijkste veranderingen in de Justitiebegroting en -verantwoording;
• Benutting van de voorhoedeprojecten Jeugd en Vreemdelingenbeleid;
• Toets op de uitvoerbaarheid;
• Plan van aanpak «Groeipad van de prestatie-indicatoren»;
• Reactie op verzoek van de Tweede Kamer Commissie Van Zijl-2;
• Bedrijfsvoeringsparagraaf.
2. Belangrijkste veranderingen in de Justitie-begroting
Het aanvaarden van de uitgangspunten van een geleidsgeoriënteerde begroting en -verantwoording heeft geleid tot ingrijpende voorgenomen veranderingen in de opzet van de Justitiebegroting en -verantwoording. Daarbij ben ik uitgegaan van de visie, het kerndoel en de kerntaken die het Ministerie van Justitie heeft. De visie van Justitie («Justitie staat voor een rechtvaardige en veilige samenleving») vindt haar vertaling in het kerndoel: Het waarborgen van de rechtstaat, de rechtsorde en de rechtsbescherming.
Deze twee uitgangspunten leiden samen tot de volgende drie kerntaken:
• Het voorzien in een adequate rechtsontwikkeling:
• Het bevorderen van het tot gelding brengen van het recht;
• Het reguleren van de toelating tot Nederland.
In de hierna opgenomen tabel is de samenhang zichtbaar gemaakt tussen kerntaken, beleidsterreinen en beleidsartikelen.
Ter wille van de overzichtelijkheid heb ik ervoor gekozen om de geformuleerde beleidsartikelen te rangschikken binnen een aantal beleidsterreinen.
Kerntaken Justitie | Beleidsterreinen Justitie | Nieuwe beleidsartikelen Justitie |
---|---|---|
• Strategie | 1.1 Strategie | |
I Het voorzien in een adequate rechtsontwikkeling | • Regelgeving | 2.1 Wetgeving 2.2 Wetgevingskwaliteitsbeleid |
II Het bevorderen van het tot gelding brengen van het recht | • Preventie en rechtshandhaving | 3.1 Preventie3.2 Slachtofferzorg3.3 Strafrechtelijke rechtshandhaving3.4 Jeugdbescherming |
• Rechtspleging en rechtstoegang | 4.1 Rechtspleging en alternatieve geschillenbeslechting4.2 Rechtsbijstand 4.3 Schuldsanering4.4 Juridische dienstverlening | |
• Tenuitvoerlegging van rechtshandhaving en rechtspleging | 5.1 Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties5.2 Ontvangsten boeten en transacties | |
III Het reguleren van de toelating tot Nederland | • Asiel en migratie | 6.1 Toelating asiel en regulier 6.2 Asielopvang6.3 Tegengaan illegaal verblijf |
• Algemeen | 7.1 Niet beleidsartikel algemeen17.2 Niet beleidsartikel nominaal en onvoorzien7.3 Geheim |
1 Hieronder vallen de niet-toerekenbare apparaatsuitgaven zoals Personeelszaken, Informatisering Voorlichting, Financieel-Economische Zaken, ondersteuning bewindslieden, ambtelijke leiding etcetera.
Ten opzichte van de huidige begroting en verantwoording is het aantal beleidsartikelen (aanzienlijk) teruggebracht van 38 naar 19, geclusterd in een aantal overzichtelijke beleidsterreinen (zie schema Oud/Nieuw aan het einde van deze brief).
Doelgroepen en politieke speerpunten zijn vooral herkenbaar op het niveau van operationele beleidsdoelstellingen en niet zozeer op beleidsartikelniveau. In de beleidsagenda is voldoende ruimte voor de jaarlijkse politieke accenten.
In de lijn van de uitgangspunten van het VBTB-project zullen de nieuwe Justitiebegroting en -verantwoording beleidsgeoriënteerd worden opgebouwd. Elk beleidsartikel wordt daarom voorzien van:
a. een beleidsdoelstelling;
b. één of meer operationele doelstellingen;
c. prestatie-indicatoren.
In interdepartementaal verband is afgesproken dat alle departementen een eerste beleidsartikel Strategie zullen benoemen.
Strategie is van groot belang om op termijn maatschappelijk relevant en zinvol beleid te kunnen ontwikkelen. Tevens heeft het Ministerie van Financiën de departementen verzocht om een aantal beleidsartikelen onder Algemeen te groeperen en deze als laatste artikelgroep te presenteren.
Nieuw ten opzichte van de huidige begroting en -verantwoording is ook dat een aantal departementen, ter wille van het overzicht van de Kamer op departementsoverstijgende beleidsterreinen een interdepartementaal overzicht in hun begroting zullen opnemen. Zo zal in de nieuwe Justitiebegroting een interdepartementaal overzicht Asiel en Migratie een plaats krijgen.
Dit overzicht, dat een aanvulling vormt op de beleidsartikelen 6.1, 6.2 en 6.3 van de Justitiebegroting, maakt zichtbaar welke doelstellingen en welke prestaties van andere departementen op dit beleidsterrein mogen worden verwacht. Concreet gaat het om de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Defensie en Buitenlandse Zaken.
Om het inzicht van de Tweede Kamer op het terrein van Jeugd te vergroten stel ik daarnaast voor om in Justitiebegroting en -verantwoording een departementaal overzicht Jeugd op te nemen. Dit overzicht geeft – in één oogopslag weer welke doelstellingen en prestatie-indicatoren Justitie hanteert op het specifieke gebied van Jeugd, zoals deel uitmakend van de beleidsartikelen 3.1 (Preventie), 3.4 (Jeugdbescherming) en 5.1 (Tenuitvoerlegging van rechtshandhaving en rechtspleging).
Nieuw is ook dat per beleidsartikel voor opeenvolgende jaren de budgettaire gevolgen zichtbaar worden gemaakt onderscheiden naar apparaatsuitgaven en programma-uitgaven. Onder apparaatsuitgaven vallen de personele en materiële kosten van het kerndepartement, die zoveel mogelijk worden toegerekend aan de verschillende beleidsartikelen.
Apparaatsuitgaven die niet konden worden toegerekend of waarvan toerekening niet doelmatig is, zoals bijvoorbeeld de kosten van de afdeling Personeelszaken en de afdeling Voorlichting zijn geplaatst op artikel 7.1 (Algemeen).
3. Benutting van de voorhoedeprojecten Jeugd en Vreemdelingenbeleid
In de zomer van 1999 is, mede vanwege de druk die VBTB op de Justitie-organisatie zou gaan leggen, besloten het voorhoedeproject Justitie maximaal te laten aansluiten op het VBTB-traject en de vragen van de werkgroep Van Zijl.
Besloten werd dat het voorhoedeproject de volgende eindproducten diende op te leveren:
1. Een indeling van de beleidsterreinen Jeugd en Vreemdelingenbeleid;
2. Het benoemen van de betreffende beleidsdoelstellingen en operationele doelstellingen;
3. Het zoveel mogelijk benoemen van prestatie-indicatoren bij deze doelstellingen, maar minimaal een beantwoording van de vragen van de werkgroep Van Zijl.
In de praktijk is gebleken dat de voorhoedeprojecten aanvankelijk een nuttige rol hebben vervuld bij het formuleren van beleidsdoelstellingen en operationele doelstellingen en bij het selecteren en benoemen van prestatie-indicatoren. Verder dient daarbij te worden opgemerkt dat het hoge tempo van het VBTB-project als geheel in de loop van 1999 en begin 2000 leidde tot de situatie dat alle beleidssectoren binnen het Ministerie van Justitie in feite dezelfde gegevens moesten gaan opleveren als de twee voorhoedeprojecten. Dit leidde tot een traject waarbij zowel inhoudelijk als procesmatig de beide voorhoedeprojecten feitelijk werden geïntegreerd in het VBTB-traject. In de beleidsartikelen van de nieuwe Justitiebegroting komen de resultaten van de voorhoedeprojecten Jeugd en Vreemdelingenbeleid expliciet tot uitdrukking.
4. Toets op de uitvoerbaarheid
Het Ministerie van Justitie heeft in de afgelopen jaren een redelijke positie opgebouwd waar het gaat om het werken met kengetallen en prestatiegegevens. Gaarne verwijs ik naar de rapportage «Informatievoorziening en kengetallen» van de Algemene Rekenkamer (augustus 1997). Dit betekent dat nu al een substantieel deel van de – in het kader van VBTB benodigde – prestatiegegevens kan worden geleverd. In veel gevallen geschiedt dit overigens dan nog op een bewerkelijke handmatige wijze. Ik teken daarbij wel aan dat deze gegevens dan tegen de huidige betrouwbaarheidsmaatstaven worden geleverd.
Om in de nabije toekomst te komen tot een wenselijk geacht niveau van betrouwbaarheid, welke ook expliciet moet worden gemaakt aan de Kamer, zijn nog belangrijke inspanningen en investeringen noodzakelijk. Ook het geautomatiseerd registreren, bewerken en presenteren van de VBTB-prestatie-indicatoren vereist nog de nodige inspanning. Bovendien overweeg ik om op aanzienlijk ruimere schaal dan thans het geval is gebruik te maken van de mogelijkheden die beleidsevaluatie-onderzoek biedt als prestatie-indicator.
5. Plan van aanpak «Groeipad van de prestatie-indicatoren»
Binnen het Ministerie van Justitie heeft het VBTB-project aanleiding gegeven tot diepgaande en zinvolle discussies. Niet alleen over de indeling in beleidsartikelen en het formuleren van doelstellingen, maar evenzeer over het gebruik van prestatie-indicatoren. Zoals voor veel departementen zal gelden is met de bijgevoegde eindrapportage VBTB een eerste belangrijke stap gezet. Het implementeren van de voorgenomen veranderingen en het verbeteren van de kwaliteit van het stelsel van prestatie-indicatoren – en met name van de betrouwbaarheid van de te leveren prestatie-indicatoren – zal echter nog een traject van enkele jaren vergen. Nadrukkelijk denk ik dan ook aan een meerjarig Plan van Aanpak voor het ontwikkelings- en verbetertraject van prestatie-indicatoren.
Uitgangspunt daarbij is dat ik van harte de wens van de Tweede Kamer onderschrijf om te komen tot heldere, betrouwbare en meetbare prestatie-indicatoren per beleidsartikel. Tegelijkertijd realiseer ik mij dat dit hogere (betrouwbaarheids-)eisen stelt aan de financiële, produktie- en bedrijfsvoeringssystemen, zowel ten aanzien van eenmalige investeringen als ten aanzien van beheer en onderhoud.
Het bovenstaande leidt tot een plan van aanpak voor de prestatie-indicatoren dat bestaat uit acties op de korte en op de middellange termijn.
Om ten behoeve van begrotingsjaar 2002 de financiële infrastructuur aan te passen aan de eisen die VBTB stelt zijn de nodige aanpassingen op korte termijn onontkoombaar. De kosten voor deze aanpassingen op korte termijn (de begrotingsjaren 2000 en 2001) worden verwerkt in de cijfers van de voorjaarsnota 2000 en de begroting voor 2001.
De periode van mei tot en met december 2000 zal worden benut om de voorstellen die thans bij de Tweede Kamer worden ingediend – in overleg met de Kamer – nader uit te werken en in te vullen en te investeren in een zorgvuldige implementatie binnen de Justitie-organisatie. Het ligt in de bedoeling om met ingang van december 2000 en conform de VBTB-systematiek de voorbereiding van de begroting 2002 volgens het reguliere begrotingsproces te laten verlopen. Overigens zullen tegelijkertijd de nodige inspanningen moeten worden verricht om de Euro in te voeren.
Acties op de middellange termijn
Om op de middellange termijn (2002–2006) over de gehele linie van beleidsartikelen te komen tot een palet van heldere, meetbare en betrouwbare prestatie-indicatoren kunnen aanvullende maatregelen echter niet uitblijven. De belangrijkste (groepen van) maatregelen kunnen als volgt worden beschreven:
A. Bouwen informatiekop op produktiesystemen
Hoewel Justitie de afgelopen jaren hard heeft gewerkt aan het benoemen en hanteren van prestatie-indicatoren komen deze tot dusverre nog vrijwel geheel handmatig tot stand; teneinde dit proces in belangrijke mate te automatiseren is het noodzakelijk boven op de bestaande produktiesystemen een zogenaamde «informatiekop» te bouwen.
B. Verhogen betrouwbaarheid prestatie-indicatoren
Om op termijn het debat met de Staten-Generaal over gerealiseerde prestaties op een zinvolle wijze te kunnen voeren, dienen de prestatie-indicatoren te voldoen aan een expliciet vastgestelde betrouwbaarheid: dit vergt gedegen (EDP)onderzoek en waar nodig aanpassingen van systemen.
C. Completeren van prestatie-indicatoren
Op dit moment zijn nog niet alle in de eindrapportage voorgestelde prestatie-indicatoren voorhanden. Aanvulling en waar nodig uitbreiding van prestatie-indicatoren vergt ook de nodige aanpassingen in financiële en andere systemen
D. Benutting en intensivering beleidsevaluatie-onderzoek
Om – in geest van VBTB – zoveel mogelijk prestatie-indicatoren te benoemen die informatie verschaffen over de maatschappelijke effecten (outcome) van het Justitiebeleid, kan niet volstaan worden met louter kwantitatieve of kwalitatieve meetbare output. In veel gevallen kunnen maatschappelijke effecten van overheidsbeleid immers pas worden vastgesteld na en door middel van uitvoerig en systematisch beleidsevaluatie-onderzoek. In dit verband wil ik de mogelijkheden van het inzetten van beleidsevaluatie-onderzoek – door of via het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum (WODC) – als prestatie-indicator nader onderzoeken en waar mogelijk ook toepassen.
Nadat gedurende enkele jaren aanpassingen in de financiële en andere systemen zijn aangebracht en nadat gedurende enkele jaren ervaring is opgedaan met het inzetten van beleidsevaluatie als prestatie-indicator kan het zinvol zijn de leereffecten van deze omvangrijke en ingrijpende operatie te evalueren. Ik neem mij voor om dit te doen. Dit voornemen sluit aan bij de opmerkingen die de Minister van Financiën in zijn rijksbrede voortgangsrapportage VBTB hierover heeft gemaakt.
6. Reactie op verzoek van de Tweede Kamer Commissie Van Zijl-2
In het voorstel van de werkgroep Financiële verantwoording van 16 december 1999 staat vermeld dat het opnemen van de prestatiegegevens van de IND in het Jaarverslag over 2000 niet langer als afzonderlijke prioriteit gekenmerkt wordt. Dat wil zeggen dat de gegevens die over 1999 op verzoek van de Kamer in de verantwoording worden opgenomen ook in de Verantwoording/Jaarverslag over 2000 zullen worden opgenomen.
Naast de gegevens die standaard in de begroting en verantwoording vanaf begrotingsjaar 2002 worden opgenomen, kan de Kamer ook periodiek beschikken over de Rapportage Asielketen.
Over nog drie andere onderwerpen die betrekking hebben op Justitie wil de Kamer worden geïnformeerd:
– Jeugdzorg: er wordt gevraagd om «even als het afgelopen jaar prestatiesgegevens te leveren over de Jeugdzorg». Ik neem aan dat het hierbij gaat over de besteding van de intensiveringsgelden Jeugd en Geweld, waarover in het kader van «Van Zijl I» ook zal worden gerapporteerd. Het is voorzien u ook te informeren over de besteding in 2000 van deze middelen.
– TBS: de gevraagde gegevens over aantallen en kosten kunnen worden geleverd. Gegevens over effectiviteit en doelmatigheid zijn lastiger te achterhalen en vereisen nader onderzoek.
– Reclassering: het is mogelijk om prestatiegegevens over aantallen, en in beperkte mate over kosten te leveren. In de loop van dit jaar wordt een nieuw geautomatiseerd systeem in gebruik genomen waardoor de informatievoorziening gaat verbeteren. Gegevens over doelmatigheid en effectiviteit zijn ook hier lastig te achterhalen. De gegevens in de geautomatiseerde systemen lenen zich hiervoor niet. Naar verwachting zal het Cliëntvolgsysteem Reclassering vanaf 2000 meer informatie over doelmatigheid bevatten.
In het kader van VBTB is ook het voornemen vastgelegd om te komen tot een zogenaamde «Mededeling Bedrijfsvoering».
Hierover is in interdepartementaal verband een beleidslijn voorbereid. Vooralsnog volsta ik met verwijzing naar hetgeen hierover is verwoord in de voortgangsrapportage van de Minister van Financiën. Over de invulling op dit punt binnen Justitie zal ik u bij een andere gelegenheid nader informeren.
Graag wil ik met u van gedachten wisselen over de thans door Justitie ontwikkelde voorstellen voor de VBTB-begroting en -verantwoording.
Begrotingsartikelen Oud | |
---|---|
Uitgavenartikelen | |
01 | Algemeen |
01 Personeel en materieel ministerie | |
03 Bijdragen en contributies | |
04 Post-actieven | |
06 Onvoorzien | |
07 Loonbijstelling | |
08 Prijsbijstelling | |
09 Diversen | |
11 Internationale samenwerking | |
13 Wetenschappelijk onderzoek- en Documentatiecentrum | |
14 Adviescolleges | |
07 | Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken |
01 Bijdrage Immigratie- en Naturalisatiedienst | |
02 Opvang asielzoekers | |
08 | Preventie, Jeugd en Sancties |
01 Personeel en materieel Raad voor de Kinderbescherming | |
02 Subsidies Preventie, Jeugdbescherming en Reclassering | |
03 Schadefonds geweldsmisdrijven | |
04 Bijdrage Centraal Justitieel Incassobureau | |
05 Bijdrage Dienst Justitiële Inrichtingen | |
06 Bestuurszaken | |
07 College van toezicht op de kansspelen | |
09 | Wetgeving, Rechtspleging en Rechtsbijstand |
05 Dienst Rechtspleging/openbaar Ministerie/Rijksrecherche | |
06 Gerechtskosten | |
07 Gefinancierde Rechtsbijstand | |
08 Schuldsanering | |
10 | Rechtshandhaving |
01 Nederlands Forensisch Instituut | |
02 Bijzondere uitgaven Rechtshandhaving | |
03 Personeel en materieel overige diensten | |
04 Bijdrage Korps landelijke politiediensten | |
05 Geheime uitgaven | |
Ontvangstartikelen | |
01 | Algemeen |
01 Diverse ontvangsten ministerie | |
07 | Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken |
01 Diverse ontv. Vreemdelingenzaken | |
08 | Preventie, Jeugd en Sancties |
01 Diverse ontvangsten Preventie, Jeugdbescherming en Reclassering | |
02 Ontvangsten DBZ | |
09 | Wetgeving, Rechtspleging en Rechtsbijstand |
02 Boeten en Transacties | |
03 Griffierechten | |
04 Diverse ontvangsten Rechtspraak | |
05 Diverse ontvangsten Rechtsbijstand | |
10 | Rechtshandhaving |
01 Diverse ontvangsten politie | |
02 Geheime ontvangsten |
Beleidsartikelen Nieuw | |
---|---|
1. | Strategie |
1.1 Strategie | |
2. | Regelgeving |
2.1 Wetgeving | |
2.2 Wetgevingskwaliteitsbeleid | |
3. | Preventie en Rechtshandhaving |
3.1 Preventie | |
3.2 Slachtofferzorg | |
3.3 Strafrechtelijke rechtshandhaving | |
3.4 Jeugdbescherming | |
4. | Rechtspleging en Rechtstoegang |
4.1 Rechtspleging en alternatieve geschillenbeslechting | |
4.2 Rechtsbijstand | |
4.3 Schuldsanering | |
4.4 Juridische dienstverlening | |
5. | Tenuitvoerlegging van Rechtshandhaving en Rechtspleging |
5.1 Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties | |
5.2 Ontvangsten boeten en transacties | |
6. | Asiel- en Migratie |
6.1 Toelating Asiel en Regulier | |
6.2 Asielopvang | |
6.3 Tegengaan illegaal verblijf | |
7. | Algemeen |
7.1 Niet-beleidsartikel Algemeen | |
7.2 Niet-beleidsartikel nominaal en onvoorzien | |
7.3 Geheim |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26573-11.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.