26 568 (R 1638)
Wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet 1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen

nr. 34
MOTIE VAN DE LEDEN STELLINGWERF EN VAN DEN BERG

Voorgesteld 4 april 2002

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat:

– de octrooiwetgeving van grote invloed kan zijn op de zaaizaadvoorziening van (kleine) boeren over de hele wereld;

– recent het Verdrag voor plantaardig genetisch materiaal voor voedsel en landbouw is vastgesteld dat de rechten voor boeren regelt ten aanzien van het bewaren en duurzaam gebruik van plantaardig genetisch materiaal voor voedsel en landbouw en het eerlijk en evenredig delen van de opbrengsten ervan;

– dit verdrag in werking treedt wanneer veertig landen het hebben geratificeerd;

verzoekt de regering het Internationale verdrag voor plantaardig genetisch materiaal voor voedsel en landbouw zo spoedig mogelijk te ratificeren;

verzoekt de regering als voorzitter van de Conventie voor biologische diversiteit (CBD) welke van 7 tot 19 april 2002 wordt gehouden, tevens andere landen op te roepen ditzelfde te doen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Stellingwerf

Van den Berg

Naar boven