26 568 (R 1638)
Wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet 1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen

nr. 20
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG VAN DE STATEN VAN ARUBA

Ontvangen 30 mei 2000

De fracties van de Staten van Aruba hebben, na kennisneming van het bovengenoemde wetsvoorstel, een vraag gesteld over een van de daarin voorgestelde artikelen. Zij meenden dat mogelijk per abuis in het in artikel I, onderdeel G, ingevoegde artikel 30C van de Rijksoctrooiwet Aruba niet wordt genoemd naast Nederland en de Nederlandse Antillen. Zij gaven aan dat het achterwege laten van de vermelding van Aruba in dit artikel zou impliceren dat Arubaanse octrooiaanvragen niet onder de rechtsbescherming van dit artikel zouden vallen.

Mijn antwoord op deze vraag is opgesteld mede namens de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Ik ben de fracties van de Staten van Aruba erkentelijk voor het wijzen op de omissie. Inderdaad behoort in het voorgestelde artikel 30C van de Rijksoctrooiwet ook Aruba genoemd te worden. In artikel 30, vierde lid, van de Rijksoctrooiwet wordt immers ook bepaald dat het rechtmatig in het verkeer brengen van een voortbrengsel in het Koninkrijk in de weg staat aan het inroepen van octrooibescherming op dat voortbrengsel. Dezelfde regel dient te gelden voor in het Koninkrijk rechtmatig in het verkeer gebracht geoctrooieerd biologisch materiaal. Deze verbetering wordt daarom bij nota van wijziging voorgesteld.

Bovendien maakte de opmerking van de Staten van Aruba mij ervan bewust dat ook het slotformulier van het wetsvoorstel moet worden aangepast, aangezien daar ten onrechte niet het Afkondigingsblad van Aruba wordt genoemd. Aangezien de Rijksoctrooiwet ook voor Aruba geldt, dient dit wetsvoorstel als het tot wet is verheven, ook in Aruba gepubliceerd te worden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

G. Ybema

Naar boven