26 568 (R 1638)
Wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet 1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen

nr. 18
AMENDEMENT VAN DE LEDEN STELLINGWERF EN M. B. VOS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 91

Ontvangen 30 mei 2000

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 5, tweede lid, als volgt gewijzigd:

A. In onderdeel c wordt «en» vervangen door een komma.

B. In onderdeel d wordt de punt aan het slot vervangen door: en.

C. Toegevoegd wordt een nieuw onderdeel, dat luidt:

e. werkwijzen tot genetische wijziging van landbouwgewassen, met het doel dat slechts eenmalig gebruik mogelijk is, doordat zaad- en pootgoed afkomstig van de eerste generatie gewassen steriel is.

II

In artikel II, onderdeel C, wordt artikel 3, tweede lid, als volgt gewijzigd:

A. In onderdeel c wordt «en» vervangen door een komma.

B. In onderdeel d wordt de punt aan het slot vervangen door: en.

C. Toegevoegd wordt een nieuw onderdeel, dat luidt:

e. werkwijzen tot genetische wijziging van landbouwgewassen, met het doel dat slechts eenmalig gebruik mogelijk is, doordat zaad- en pootgoed afkomstig van de eerste generatie gewassen steriel is.

Toelichting

Dit amendement heeft tot doel te voorkomen dat werkwijzen, waarbij landbouwgewassen zodanig genetisch gewijzigd worden dat slechts eenmalig gebruik mogelijk is doordat zaai- of pootgoed afkomstig van de eerste generatie steriel is gemaakt – het zogenaamde terminater zaai- of pootgoed – voor octrooiering in aanmerking komen. Ongewenste machtsverhoudingen waardoor boeren afhankelijk worden van zaadveredelingsbedrijven en/of -leveranciers kunnen hiermee worden voorkomen.

Stellingwerf

M. B. Vos


XNoot
1

Vervanging in verband met een wijziging in de ondertekening.

Naar boven