nr. 17
AMENDEMENT VAN HET LID WITTEVEEN-HEVINGA C.S.
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIIA
1. Indien het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen richtlijn
nr. 98/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van
6 juli 1998 betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen
(PbEG L 213) nietig verklaart en daarbij niet bepaalt dat de gevolgen van
de vernietigde richtlijn in stand blijven, toetst het bureau alle octrooien
die tussen 30 juli 2000 en de datum van vernietiging van de richtlijn verleend
zijn op grond van de Rijksoctrooiwet of de Rijksoctrooiwet 1995 voor een uitvinding
als bedoeld in artikel 4 van de Rijksoctrooiwet of artikel 2a van de Rijksoctrooiwet
1995, aan de artikelen 3 en 5 van de Rijksoctrooiwet, onderscheidenlijk 3
van de Rijksoctrooiwet 1995, zoals deze luidden voor inwerkingtreding van
deze wet.
2. Indien het bureau van oordeel is dat een octrooi als bedoeld in het
eerste lid niet verleend zou zijn op grond van de artikelen 3 en 5 van de
Rijksoctrooiwet of 3 van de Rijksoctrooiwet 1995, zoals deze luidden
voor inwerkingtreding van deze wet, begint het bureau een procedure tot vernietiging
van dat octrooi overeenkomstig artikel 51 van de Rijksoctrooiwet of artikel
75 van de Rijksoctrooiwet 1995.
3. De rechter vernietigt het octrooi voor zover het is verleend in strijd
met de artikelen 3 en 5 van de Rijksoctrooiwet, onderscheidenlijk 3 van de
Rijksoctrooiwet 1995, zoals deze luidden voor inwerkingtreding van deze wet.
4. De artikelen 51, vierde tot en met negende lid, van de Rijksoctrooiwet
en 75, vierde tot en met negende lid, van de Rijksoctrooiwet 1995 zijn van
overeenkomstige toepassing.
Toelichting
De Nederlandse staat heeft een verzoek tot nietigverklaring van de richtlijn
ingediend bij het Hof van Justitie. Deze procedure loopt momenteel. Tussen
het moment waarop de richtlijn geïmplementeerd wordt en waarop deze eventueel
vernietigd wordt, kunnen octrooien zijn verleend voor biotechnologische uitvindingen.
Om de kans op eventuele schadeclaims te verkleinen, als de richtlijn nietig
wordt verklaard, wordt bovenstaande vernietigingsprocedure toegevoegd aan
het wetsvoorstel.
Witteveen-Hevinga
Van der Hoeven
M. B. Vos
Stellingwerf
Van der Vlies