26 568 (R 1638)
Wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet 1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID STELLINGWERF

Ontvangen 26 mei 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 5, tweede lid, als volgt gewijzigd:

A. In onderdeel c wordt «en» vervangen door een komma.

B. In onderdeel d wordt de punt aan het slot vervangen door: en.

C. Toegevoegd wordt een nieuw onderdeel, dat luidt:

e. werkwijzen tot genetische wijziging van landbouwgewassen, die beogen te bewerkstelligen dat de groeikracht, het weerstandsvermogen of het in werking treden van specifieke genetische kenmerken van een plant afhankelijk wordt van een chemische of andere externe regulator.

II

In artikel II, onderdeel C, wordt artikel 3, tweede lid, als volgt gewijzigd:

A. In onderdeel c wordt «en» vervangen door een komma.

B. In onderdeel d wordt de punt aan het slot vervangen door: en.

C. Toegevoegd wordt een nieuw onderdeel, dat luidt:

e. werkwijzen tot genetische wijziging van landbouwgewassen, die beogen te bewerkstelligen dat de groeikracht, het weerstandsvermogen of het in werking treden van specifieke genetische kenmerken van een plant afhankelijk wordt van een chemische of andere externe regulator.

Toelichting

Dit amendement heeft tot doel te voorkomen dat werkwijzen tot genetische wijziging van landbouwgewassen die beogen de groeikracht, het weerstandsvermogen of het inwerking treden van specifieke genetische kernmerken van een plant afhankelijk te maken van een chemische of andere externe regulator, voor octrooiering in aanmerking komen. Ongewenste machtsverhoudingen waardoor boeren afhankelijk worden van zaadveredelingsbedrijven en/of -leveranciers kunnen hiermee worden voorkomen.

Stellingwerf

Naar boven