nr. 247
nr. 1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zoetermeer, 25 mei 1999
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen
op 25 mei 1999.
De wens dat het in de maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld
kan door of namens een van beide Kamers te kennen worden gegeven uiterlijk
op 22 juni 1999.
Ter voldoening aan de artikelen 10, tiende lid, 10b, elfde lid, 10d, elfde
lid, 10f, zesde lid, 22, eerste lid, en 188, vierde lid van de Wet op het
voortgezet onderwijs bied ik u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij, hierbij het bovenvermelde Besluit aan.1
Dit besluit heb ik heden eveneens gezonden aan de voorzitter van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal.
Ik merk ter informatie nog het volgende op. In de nieuwe artikelen 26k
en 26l van het Inrichtingsbesluit W.V.O. zijn de aanvraagprocedure en de criteria
opgenomen voor het toekennen van intrasectorale programma's vmbo. Deze artikelen
bevatten de hoofdelementen van de zogenaamde spelregels voor intrasectorale
programma's die eerder met de Tweede Kamer zijn besproken. De criteria staan
in het teken van de doelmatigheid van het verzorgen van de intrasectorale
programma's, gelet op het geheel en de spreiding van het aanbod van vbo. Deze
doelmatigheid speelt in het herschikkingsproces van het vbo en mavo een belangrijke
rol. Het herschikkingsproces is nu in een beslissende fase gekomen. Bij brief
d.d. 23 april jl. heb ik aan de Tweede Kamer de Keuzerapportage van de Regievoerder
vbo-mavo en de IPO-Samenvatting provinciale adviezen VMBO gezonden.
De komende maand zal ik met het veld overleggen over de verder te volgen
koers. Vervolgens zal ik U, conform mijn eerdere toezegging, in juni a.s.
mijn reactie op de Keuzerapportage van de Regievoerder vbo-mavo en de provinciale
adviezen VMBO toezenden. In die reactie zal ik de verdere uitwerking van het
herschikkingsproces schetsen. Ook zal ik aandacht besteden aan de eventuele
nadere doelmatigheids-overwegingen als bedoeld in artikel 26l, vijfde lid,
van het Inrichtings-besluit. Dergelijke nadere overwegingen zullen bij beleidsregel
worden uitgewerkt en dus geen wijziging van het Inrichtings-besluit
tot gevolg hebben.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
K. Y. I. J. Adelmund