Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26554 nr. 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26554 nr. 4 |
Vastgesteld 15 juli 1999
De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,1 belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. Zij onderschrijven de doelstelling, namelijk het versterken van de positie van de consument tegen overbodige vervangingen en reparaties bij de periodieke autokeuringen. Zij hebben kennis genomen van de brieven van de BOVAG en het overlegorgaan APK waarin is aangedrongen op een spoedige afhandeling van het voorstel, zodat de aangescherpte regeling voor de APK per 1 maart 2000 wordt gerealiseerd. Kan de minister aangeven welke maatregelen er inmiddels zijn genomen om een soepele invoering mogelijk te maken en of zich daarbij nog knelpunten voordoen?
De leden van de PvdA-fractie willen weten wat de gedupeerde consument zelf kan ondernemen om financiële genoegdoening te krijgen als hij wordt opgescheept met een te hoge rekening doordat overbodige reparaties zijn uitgevoerd. Kan zijn positie (verder) worden versterkt? Kan verder worden verduidelijkt welke andere sancties bestaan als met reparaties en vervangingen is geknoeid? Kan er strafrechtelijk worden opgetreden en wordt dergelijk wangedrag aangemerkt als een economisch delict?
Deze leden vragen om een nadere toelichting op de uiteenzetting over de relatie tussen de keurmeester en de erkenninghouder. Wat zijn de (juridische) consequenties van de «mandaatsrelatie»?
Verder willen zij weten of een door de overheid opgezet systeem van anonieme keuringen op andere terreinen bestaat. Deze leden begrijpen dat het anoniem ter keuring aanbieden van een voertuig door een RDW-medewerker belangrijke informatie verschaft over de vraag of de keurmeester daadwerkelijk zelf de keuring uitvoert. Daar staat tegenover dat dergelijke anonieme keuringen ook iets «stiekems» hebben. Kan hierop een reactie komen?
Welke vervolgacties met betrekking tot weggereden voertuigen moeten in de ministeriële regeling worden opgenomen? Is de concept-regeling al klaar, en zo nee, wanneer is deze beschikbaar?
Naar aanleiding van het Nader Rapport en het advies van de Raad van State vragen de leden van de PvdA-fractie waarom ruim 2½ maand zijn besteed aan het opstellen van het Nader Rapport, terwijl het advies toch een beknopte omvang heeft?
De in de memorie van toelichting genoemde APK-verbeterpunten uit het rapport van 13 september behelzen o.a. het punt dat de voorlichting aan de APK-keurmeesters verbeterd moet worden. Waarom is er naast het uitbrengen van het blad «De Keurmeester» niet voor gekozen ook het vrij juridisch georiënteerde hand boek «Regelgeving APK» te verbeteren? Kunnen door een dergelijke verbetering mogelijk onnodig hoge eisen door keurmeesters voorkomen worden, omdat zij niet langer te hoge zekerheidsmarges in acht nemen vanwege het voor de praktisch gerichte keurmeesters niet altijd inzichtelijke hoge juridische gehalte?
Heeft er een onderzoek door het ministerie plaatsgevonden onder diverse APK-keuringsinstanties betreffende de ervaringen met de huidige APK-keuringen in de praktijk? Zo ja, wat waren hiervan de resultaten?
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het onderhavige wetsvoorstel. Is de indruk juist dat de garage-sector geheel en al met deze wijziging kan instemmen? Of zijn er bij de regering nog kritische reacties bekend? Zo ja, dan zouden de leden van de VVD-fractie daar gaarne nadere informatie over ontvangen. In het geval van grote eenstemmigheid achten zij een snelle afhandeling van dit voorstel gewenst.
De leden van de VVD-fractie ontvangen graag een antwoord op de volgende, meer algemene vragen.
Zijn er nog problemen bij automobilisten dan wel bij de keuringsuitvoerders als het om de roetmeting van dieselmotoren gaat? Is er geen sprake meer van motorschade vanwege maximale toerentallen?
Kan een statistisch overzicht gegeven worden van de sancties gedurende de laatste jaren inzake de keurende instanties, op grond van onvoldoende correcte afhandeling?
Heeft deze wetswijziging ook een relatie met het betrouwbaar registreren van de kilometerstand?
Zo ja, is het dan niet gewenst om te bezien of op dit punt aanscherping mogelijk is?
Zijn er nog andere wijzigingen inzake de APK in voorbereiding? Bijvoorbeeld de meting van de remvertraging? Zo ja, om welke wijzigingen gaat het, en in welk kader?
De leden van de CDA-fractie hebben met interesse kennis genomen van het voorliggende voorstel. De doelen van het voorstel worden door genoemde leden onderschreven. In het algemeen kunnen deze leden zich vinden in de voorgestelde maatregelen. De vragen in deze schriftelijke inbreng hebben betrekking op de praktische uitvoerbaarheid van de nieuwe wet en andere effecten zoals kostenverhoging voor de consument.
De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel dat ertoe strekt de algemene periodieke keuring met het oog op een betere bescherming van de consument te verbeteren. Instemmend hebben zij kennis genomen van de invoering van enige verbeteringen door de branche zelf. Deze leden verzoeken het ministerie aan te geven of over onderhavige voorstel overleg met consumentenorganisaties is gevoerd.
Maatregelen in het wetsvoorstel
De leden van de VVD-fractie vragen of de verplichting om afgekeurde onderdelen te moeten bewaren zinvol is. Hoe lang geldt deze bewaarplicht?
De leden van de fractie van D66 verzoeken de regering toe te lichten waarom alleen afkeuringen die niet gecombineerd worden met een onderhoudsbeurt of reparatieopdracht gemeld dienen te worden aan de RDW.
De leden van de fractie van D66 zien in het vermelden aan de eigenaar van een voertuig van mogelijke toekomstige gebreken en slijtagepunten een welkome verbetering. Deze leden denken te begrijpen dat de regering de betrouwbaarheid van een dergelijke melding wil garanderen door het niet of onjuist vermelden van adviespunten te sanctioneren. Deze leden kunnen zich evenwel voorstellen dat oordelen over toekomstige gebreken en slijtagepunten uiteen kunnen lopen en dat dan discussie kan ontstaan over ten onrechte niet of onjuist vermelde adviespunten. Deelt de regering deze opvatting en zo ja welke maatregelen denkt zij te nemen om dergelijke discussies te vermijden en daarmee de betrouwbaarheid van de wel en niet aangekruiste adviespunten voor de consument te verhogen? Kan worden aangegeven van welke adviespunten vermeld kunnen worden? De regering onderstreept dat de APK keuring geen enkele garantie biedt voor de periode na de keuring. Betekent dit dat ook geen enkele garantie kan worden gegeven op grond van het advies bij de APK-keuring? Deelt de regering de vrees dat consumenten die mede op grond van het advies, dat waarschijnlijk als extra kwaliteitsaanduiding zal gaan gelden, een voertuig aanschaffen op het verkeerde been worden gezet omdat het advies geen enkele garantie biedt?
De leden van de fractie van D66 begrijpen dat keurende bedrijven die de keuring combineren met onderhoud of reparatie verplicht worden de afgekeurde onderdelen te bewaren. Deze leden herinneren het antwoord van de minister van Verkeer en Waterstaat (d.d 12 oktober 1995) dat «altijd de mogelijkheid bestaat om afgekeurde losse onderdelen te verwisselen voor de steekproefcontroleur ter plekke is». Hoe denkt de regering de controle op afgekeurde losse onderdelen nu sluitend te krijgen?
Keuringen mogen alleen nog worden verricht door een tot keuring bevoegde keurmeester
Om te verzekeren dat de keurmeester zelf keurt zal er moeten worden afgemeld door de keurmeester zelf met een eigen «pincode». De leden van de CDA-fractie vragen zich af hoe kan worden voorkomen dat deze pincode door andere mensen binnen het garagebedrijf zal worden gebruikt. Op welke wijze zal de RDW effectief op het gebruik van de code kunnen controleren?
De leden van de fractie van D66 verzoeken de regering aan te geven op welke wijze de RDW het gebruik van de PIN-code kan controleren.
Sanctioneren van de keurmeester
De leden van de fractie van D66 willen graag van de regering weten waarom niet het (minder vergaande) boeteinstrument als vorm van sanctionering naast het intrekken, wijzigen of schorsen van de bevoegdheid tot het keuren is betrokken
Een nieuwe vorm van toezicht op de keurmeester
Als een ander middel om keuring door anderen dan de erkende keurmeesters tegen te gaan wordt de invoering van een systeem van anonieme keuringen voorgesteld. Kan de minister de leden van de CDA-fractie inzicht verschaffen in de frequentie waarin dit soort anonieme keuringen zullen plaatsvinden en wat de te verwachten extra kosten van deze maatregel zijn?
De leden van de fractie van D66 willen graag weten hoe het systeem van «anonieme keuringen» kan verzekeren dat de keurmeester ook zelf keurt. De medewerkers van de RDW blijven toch niet aanwezig bij de keuring zelf? Voorts willen deze leden graag enkele voorbeelden van verschillende wijzen van uitvoering van anonieme keuringen.
De leden van de VVD-fractie vragen wat de logica is om een te vroeg vertrokken auto, die zich dus onttrekt aan de eventuele nadere steekproef, alleen nog te kunnen laten keuren bij een RDW-station? Waarom kan dat niet bij de garagehouder om de hoek?
In hoeverre leidt het beschikbaar moeten blijven van de auto voor een bepaalde tijd ten behoeve van de steekproef tot het doorberekenen van deze kosten naar de klant?
De leden van de fractie van D66 begrijpen dat bij ministeriële regeling er voor de erkenninghouder en de RDW vervolgacties worden geregeld. Deze leden willen graag weten aan wat voor soort vervolgacties worden gedacht en wat het doel is van dergelijke vervolgacties. Voorts wensen deze leden te vernemen op welke wijze de informatie aan de houder of eigenaar van een voertuig en de erkenninghouder wordt verbeterd.
Gevolgen voor de Dienst Wegverkeer
De leden van de PvdA-fractie vragen om een verduidelijking van de wijze waarop het CUSUM-systeem gaat werken. Hoe traag of snel worden bonus- en/of strafpunten toegekend en wanneer kan tot intrekking van de bevoegdheid van de keurmeester, resp. de erkenninghouder, worden overgegaan. Is daar een lange procedure mee gemoeid en welke juridische mogelijkheden bestaan er om daar tegen bezwaar te maken? Hebben die mogelijkheden een schorsende werking? Welke tekortkomingen/kritiek leveren strafpunten op en welk goed gedrag bonuspunten?
Als gevolg van het sanctioneren van de keurmeesters wordt een stijging van het aantal bezwaar- en beroepszaken van 10 tot 20% verwacht. De leden van de CDA-fractie vragen waarop deze verwachting is gebaseerd.
Financiële gevolgen voor burger, bedrijfsleven en overheid
De leden van de VVD-fractie vragen of er volledige tariefvrijheid is voor de keurende instantie.
Hoe is de aansluiting tussen enerzijds de extra afmeldkosten van f 0,37,– per auto, tegenover extra operationele kosten van de RDW van f 2 297 311,– per jaar? Er worden per jaar toch geen 6,2 miljoen auto's gekeurd, ouder dan 3 jaar?
Wat de kostenstijging voor de consument betreft wordt in het voorstel opgemerkt dat niet te voorzien is met hoeveel deze kosten zullen stijgen omdat het tarief niet door de minister wordt vastgesteld maar door de erkenninghouders zelf. De leden van de CDA-fractie vinden het van belang een duidelijk zicht te hebben op de kosteneffecten van de voorgestelde maatregel voor de burgers en zijn dan ook niet tevreden met voornoemde analyse. Het lijkt deze leden dat bijvoorbeeld middels enquêtering van de erkenninghouders wel degelijk een redelijk betrouwbaar beeld van de te verwachten kosteneffecten is te verkrijgen. Gaarne zouden wij een preciezere inschatting van de te verwachten kosteneffecten tegemoet zien zoals die ook bij het wetsvoorstel in het kader van fraudebestrijding met kentekenplaten is gegeven.
De leden van de fractie van D66 zijn in het algemeen voor regelgeving die ten dienste staat van de consumentenbescherming mits een en ander zich in redelijkheid tot de kosten verhoudt. Onderhavig voorstel geeft hierover onvoldoende duidelijkheid. Zij verzoeken de regering meer duidelijkheid over de meerkosten voor de consument te verschaffen en aan te geven of invoering van een maximumtarief is overwogen.
Welke complicaties kunnen ontstaan door het hanteren van een over- gangstermijn van bijvoorbeeld drie maanden, vragen de leden van de PvdA-fractie.
Wordt voldoende voorlichting gegeven over deze wijzigingen om onduidelijkheden en irritaties bij automobilisten te voorkomen, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
Artikel I, onderdelen B, onder 5/G onder 1
De PvdA-leden vragen op welk moment de eigenaar of houder krijgt te horen dat er een steekproefkeuring gaat plaatsvinden (waardoor het keuringsrapport pas wordt afgegeven nadat de periode van 90 minuten is verstreken).
Artikel I, onderdeel L onder 1
De leden van de PvdA-fractie zijn benieuwd naar de gevolgen van het percentage steekproeven van bijvoorbeeld tenminste drie naar tenminste vier. Kan daar inzicht in worden gegeven?
De leden van de PvdA-fractie vinden het nuttig als duidelijk wordt gemaakt op welke concrete punten de evaluatie zich zal richten. Kan daar nader inzicht in worden gegeven?
De leden van de PvdA-fractie willen weten waarom in dit artikel de mogelijkheid wordt geboden om eventueel onderdelen van de wet op verschillende tijdstippen te laten ingaan. Wordt een dergelijke gefaseerde invoering al overwogen en zo ja, van welke fasering wordt uitgegaan?
Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), voorzitter, Van den Berg (SGP), Reitsma (CDA), Biesheuvel (CDA), Rosenmöller (GL), Van Gijzel (PvdA), Valk (PvdA), Leers (CDA), ondervoorzitter, Van Heemst (PvdA), Feenstra (PvdA), Verbugt (VVD), Giskes (D66), Stellingwerf (RPF), Crone (PvdA), Van Zuijlen (PvdA), Klein Molekamp (VVD), Hofstra (VVD), Van der Knaap (CDA), Ravestein (D66), Van der Steenhoven (GL), Niederer (VVD), Nicolaï (VVD), Van Bommel (SP), Eurlings (CDA) en Herrebrugh (PvdA).
Plv. leden: Te Veldhuis (VVD), Bakker (D66), Th. A. M. Meijer (CDA), Stroeken (CDA), Van Gent (GL), De Boer (PvdA), Waalkens (PvdA), Atsma (CDA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Duivesteijn (PvdA), Voûte-Droste (VVD), Augusteijn-Esser (D66), Schutte (GPV), Bos (PvdA), Spoelman (PvdA), Geluk (VVD), Luchtenveld (VVD), Buijs (CDA), Van Walsem (D66), M. B. Vos (GL), Weekers (VVD), Balemans (VVD), Poppe (SP), Dankers (CDA) en Dijksma (PvdA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26554-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.