26 553
Uitbreiding van de kring van verzekerden ingevolge de Ziekenfondswet met zelfstandigen voor wie, gelet op hun inkomen, toegang tot de sociale ziektekostenverzekering is aangewezen en tijdelijke wijziging van de indexering van de loongrens alsmede wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (Zelfstandigen in Zfw)

nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 oktober 1999

Tijdens het debat over het wetsontwerp «Zelfstandigen in de Ziekenfondswet» heb ik de Kamer toegezegd schriftelijk uiteen te zetten waarom het amendement dat ertoe strekt de indexatie op basis van de tabelcorrectiefactor te vervangen door een indexatie conform de loonindex, leidt tot minder inkomsten voor de Algemene Kas.

In het wetsvoorstel is aangegeven dat indexering van de loongrens op basis van de tabelcorrectiefactor betekent dat de Algemene Kas een inkomstenderving heeft van f 100 miljoen als gevolg van de compenserende uitstroom van werknemers. Als de indexering op basis van de tabelcorrectiefactor ongedaan wordt gemaakt heeft de Algemene Kas dus een extra opbrengst van f 100 miljoen t.o.v. het wetsvoorstel. Tevens leidt dit ertoe dat de instroom van zelfstandigen en eventuele medeverzekerden wel plaatsvindt terwijl de uitstroom van werknemers en eventuele medeverzekerden niet plaatsvindt.

In onderstaande tabel is in kolom twee de situatie weergegeven dat de instroom van zelfstandigen in de ziekenfondsverzekering wordt gecompenseerd door een uitstroom van werknemers. De MOOZ-bijdrage is berekend op basis van het voorlopig MOOZ-advies voor de MOOZ-bijdrage 1999. Uit dit advies blijkt dat 13,5% van de Nederlandse bevolking 65-plusser is. Op basis van het aantal ziekenfondsverzekerden en het percentage van 13,5% zou bij een normale verdeling van 65-plusssers over ziekenfonds- en particuliere verzekering een aantal 65-plussers in de ziekenfondsverzekering verwacht worden van 1 344 460. Het werkelijk aantal 65-plussers bedraagt echter 1 553 104. De oververtegenwoordiging in de Ziekenfondswet bedraagt derhalve 208 644. Gegeven de meerkosten van een 65-plusser van f 4124,25 leidt dit tot een MOOZ-bijdrage van 861 miljoen.

Deze berekening (kolom drie van tabel 1) kan ook gemaakt worden als de compenserende uitstroom niet tot stand komt. Het aantal 65-plussers als percentage van de Nederlandse bevolking ondergaat geen verandering, dit blijft 13,5%. Wat wel verandert, is het aantal ziekenfondsverzekerden. Dit neemt toe met 280 000 tot 10 213 363 ziekenfondsverzekerden. Het aantal 65-plussers dat bij een gelijke verdeling over ziekenfonds- en particuliere verzekering in de ziekenfondsverzekering verwacht had mogen bedraagt dan 1 382 357. De oververtegenwoordiging is dan 170 747. Gegeven de meerkosten van 4124,25 kan een MOOZ-bijdrage berekend worden van f 704 miljoen.

De MOOZ-bijdrage in het geval de uitstroom van werknemers niet plaatsvindt is dus f 156 miljoen lager dan de MOOZ-bijdrage bij het wel doorgaan van de compenserende uitstroom van werknemers. Het totale effect voor de Algemene Kas bedraagt f 56 miljoen. (+ f 100 miljoen extra premieopbrengsten minus 156 miljoen minder MOOZ-bijdrage).

Tabel1 berekening MOOZ-bijdrage op basis van het voorlopig advies van het Cvz.

 MOOZ-bijdrage 1999MOOZ-bijdrage zonder uitstroom
a. Aantal 65-plussers in Nederland2 132 0002 132 000
b. Totale Nederlandse bevolking15 752 00015 752 000
   
c. Percentage (a/b)13,5%13,5%
   
d. Totale ziekenfondspopulatie9 933 36310 213 363
e. Berekende 65-plussers (c x d)1 344 4601 382 357
f. Werkelijke aantal 65-plus in ziekenfondsverzekering1 553 1041 553 104
g. Oververtegenwoordiging208 644170 747
   
h. Meerkosten per 65-plusser4 1244 124
   
i. MOOZ-bijdragef 861 miljoenf 704 miljoen
   
  – f 156 miljoen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Naar boven