Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26545 nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26545 nr. 3 |
Vastgesteld 21 juni 1999
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van het wetsvoorstel, heeft de volgende vragen aan de regering voorgelegd en daarop de volgende antwoorden ontvangen. De vaste commissie acht de openbare beraadslaging hiermee voldoende voorbereid.
(De bladzijdeverwijzing heeft betrekking op de memorie van toelichting)
Ten aanzien van de post onderzoek (U1105) is er sprake van een onderuitputting. De oorzaak daarvan is dat er minder projecten zijn afgerond dan gepland was. Welke projecten zijn nog niet afgerond? Welke van deze projecten worden in het geheel niet meer afgerond en zijn dus afgeblazen? (blz. 1).
Aan het einde van 1998 waren er 168 projecten in uitvoering. Het onderzoek dat met al deze projecten gemoeid is, is inmiddels beëindigd of loopt nog door. Er zijn geen projecten die na de start van het onderzoek niet zijn voortgezet. De onderuitputting 1998 werd dus veroorzaakt door vertraging. Dit is budgettair onder andere via de eindejaarsmarge opgelost.
Waarom is niet reeds in 1998 een regeling geconcipieerd voor SW-bedrijven die buiten hun schuld in financiële problemen geraken?
Zijn er in 1998 verzoeken om hulp binnengekomen door SW-bedrijven die buiten hun schuld in financiële problemen zijn geraakt? Zo ja, hoeveel en welke bedragen waren daarmee gemoeid? Hoe zijn deze verzoeken afgehandeld? Worden deze doorgeschoven naar het begrotingsjaar 1999? Wat is de stand van zaken van de aangekondigde regeling? (blz. 4).
De nieuwe regeling om SW-bedrijven, op grond van bijzondere omstandigheden een extra subsidie te verlenen, is na overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten opgesteld. Dit overleg heeft meer tijd gekost dan was voorzien. De publicatie van de Regeling andere subsidie Wsw heeft plaatsgevonden op 4 februari 1999 (Stcrt. 1999, 28).
In 1998 is één aanvraag ingediend voor vergoeding op grond van de nieuwe wet. Deze aanvraag heeft geleid tot een toekenning van een extra subsidie van bijna f 1,5 mln. Daarbij is het bestendig beleid toegepast dat werd gehanteerd in het kader van artikel 41, 5de lid WSW (oud). Daarnaast zijn in de loop van 1998 nog vier aanvragen voor een afwijkend budget afgehandeld die waren ingediend vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wet.
Hoe groot is de totale onderuitputting over 1998 ten opzichte van de begroting 1998 van gelden voor arbeidsmarktmaatregelen als WIW, Veegwetbudgetten etc? Kan een overzicht gegeven worden van de onderuitputting en overschrijding van de budgetten voor arbeidsmarktmaatregelen in de afgelopen vijf jaar? (blz. 6).
Uit de vraagstelling is niet geheel duidelijk op welke onderuitputting wordt gedoeld. In een bijlage bij deze antwoorden staan de realisaties versus de in de begroting en de in de 2e suppletore begrotingswet opgenomen bedragen en de hieruit voortvloeiende overschotten c.q. tekorten. Deze gegevens bieden indicaties voor de feitelijke onderuitputting op het betreffende budget. Overigens zijn de in de jaren verwerkte mutaties telkens in de suppletore begrotingswetten toegelicht.
Bij de gegevens in de bijlage kan het volgende worden aangetekend.
In de bedragen die in de begrotingswet zijn opgenomen, is nog geen rekening gehouden met de bijstelling voor de loon- en prijsontwikkeling ín het begrotingsjaar. Deze bedragen worden pas in de loop van het begrotingsjaar toegevoegd.
In de bedragen bij 2e suppletore wet (najaarsnota), alsmede in de realisatiebedragen, zijn de bijstellingen voor loon- en prijsontwikkeling verwerkt.
Naast de mutaties voor de loon- en prijsontwikkeling worden tijdens het begrotingsjaar voorts mutaties ingeboekt die samenhangen met beleidsontwikkelingen, met macro-economische ontwikkelingen en met nader inzicht in de feitelijke begrotingsuitvoering op basis van realisatiegegevens.
In de loop van een begrotingsjaar wordt al rekening gehouden met afwijkende realisaties. Om deze reden kan niet worden gezegd dat de optredende verschillen tussen begrotings- en realisatiebedragen éénduidig zijn toe te schrijven aan onderuitputting of overschrijding van het budget.
In het najaar 1998 is bij 2e suppletore wet de Wiw-raming al met f 100 mln verminderd omdat deze middelen niet nodig waren. Dit was voornamelijk toe te schrijven aan de meevallende jeugdwerkloosheid.
In de bijlage bij dit antwoord is van de veegwetbudgetten alleen het budget voor inkoop van sociale diensten bij arbeidsvoorziening opgenomen, omdat deze uitgaven via de begroting van SZW lopen. Van de voor de WW beschikbare veegbudgetten over 1997 en 1998, die via de Uvi's lopen, resteerde per eind 1998 nog een bedrag van f 55 miljoen. Dit bedrag kan nog in 1999 worden aangewend.
Met betrekking tot de Toeslagenwet is er sprake van een lager gerealiseerd gemiddeld volume. Nader informatie van het Lisv zal hieromtrent meer inzicht moeten geven. Wanneer komt deze nadere informatie en wordt de Kamer daarover geïnformeerd? (blz. 8).
Nadere informatie over het lager gerealiseerd gemiddeld volume zal naar verwachting in het jaarverslag van 1998 met betrekking tot de Lisv fondsen worden verschaft. Dit jaarverslag wordt in de tweede helft van dit jaar verwacht. De Kamer zal hierover worden geïnformeerd.
Met betrekking tot de Wajong is 30 miljoen gulden meer benodigd gebleken. Oorzaak is een per saldo grotere volume en hogere prijsontwikkeling dan verwacht. Kan dit nader worden toegelicht? Nadere informatie van het Lisv zal meer inzicht geven. Wanneer komt deze nadere informatie en wordt de Kamer daarover geïnformeerd? (blz. 8).
De f 30 miljoen gulden die meer benodigd gebleken is, is met name een gevolg van de stijgende Wajong instroom. Het Lisv doet op dit moment onderzoek naar de achtergronden hiervan. Resultaten hiervan worden over enkele maanden verwacht.
Ook in het jaarverslag 1998 met betrekking tot de Lisv fondsen zal naar verwachting meer duidelijkheid hieromtrent verschaft worden. Dit jaarverslag wordt in de tweede helft van dit jaar verwacht. De Kamer zal hierover worden geïnformeerd.
Met betrekking tot de Rijksbijdrage loopbaanonderbreking is er sprake van een onderuitputting. Oorzaak is een trager verlopende opstartfase bij de uitvoering van deze nieuwe regeling dan was voorzien. Kan een nadere toelichting worden gegeven bij deze trager verlopende opstartfase? Waar is het precies mis gegaan en had dat voorkomen kunnen worden? (blz. 9).
Omdat de wet pas per 1 oktober 1998 in werking is getreden is er op dit moment nog niet met zekerheid te zeggen welke oorzaken aan de onderuitputting ten grondslag liggen. Er kan dan ook niet worden aangegeven of er iets en wat er mis is gegaan. De verklaring is daarom vooral gezocht in de tijd die regelingen nodig hebben om volledig tot uitvoering te komen. Voor het onderbreken van de loopbaan moeten, door zowel de werkgever als de werknemer, de nodige voorbereidingen worden getroffen op organisatorisch en financieel gebied. De inspanning die hiermee gemoeid is, is mogelijk de reden dat het langer duurt voordat de wet ingeburgerd raakt. Verder vraagt het gegeven dat de verlofganger vervangen moet worden door een uitkeringsgerechtigde, een arbeidsgehandicapte of een herintreder, ook de nodige aandacht. Vervanging zal als een van de evaluatiepunten worden meegenomen. De wet zal voor 1 oktober 2000 worden geëvalueerd.
Welke concrete knelpunten hebben zich bij de eenmalige afgewezen subsidieaanvragen emancipatie aangediend en hoe is hiermee omgegaan? Zijn de eisen opgeschroefd of zijn andere procedurevoorwaarden gaan gelden? Welke subsidieaanvragen zijn hierdoor niet gehonoreerd? Welke doorwerking heeft dit naar 1999? (blz. 13).
Vanaf 1998 wordt er met de subsidieregeling «emancipatie-ondersteuning 1998» gewerkt. Er zijn in 1998 geen zwaardere eisen gesteld aan de aanvragen. Wel zijn er per jaar in plaats van één nu twee momenten van indiening en beoordeling.
Conform deze regeling kan elke afgewezen organisatie bezwaar aantekenen. Hiervan is nauwelijks gebruik gemaakt. Belangrijkste redenen voor afwijzing van de aanvragen zijn de aard van de aanvragen en een gebrek aan landelijke uitstraling.
Het gevoerde beleid in 1998 heeft geen specifieke financiële consequenties voor 1999. Ook voor dit jaar is er weer een budget beschikbaar van f 0,8 mln gulden.
Wat zijn de oorzaken van de hogere ontvangsten arbeidsmarkt?
Is er sprake van jaarlijks terugkerende ontvangsten op dit artikel? Kan hiervan een overzicht gegeven worden voor de afgelopen vijf jaar? (blz. 15).
Ieder jaar treden ontvangsten op als gevolg van afhandeling van declaraties over voorafgaande jaren door bijvoorbeeld te hoge bevoorschotting en terugvorderingen in het kader van het maatregelenbeleid. De ervaring leert dat dit zich elk jaar in meerdere of mindere mate voordoet, maar de omvang ervan is vooraf nooit goed te voorspellen. Bijgevoegd is een overzicht van de ontvangsten over de afgelopen vijf jaar.
Overigens ben ik op dit moment aan het onderzoeken naar mogelijkheden om de bevoorschotting meer te kunnen laten aansluiten op de werkelijk gedeclareerde uitgaven van gemeenten. Dit geldt ook voor de ontvangsten Bijstandszaken (zie vraag 9).
Wat zijn de oorzaken van de hogere ontvangsten bijstandszaken?
Is er sprake van jaarlijks terugkerende ontvangsten op dit artikel? Kan hiervan een overzicht gegeven worden voor de afgelopen vijf jaar? (blz. 16).
De ontvangsten bijstandszaken vloeien met ingang van 1996 voor een deel voort uit verrekeningen van de verstrekte voorschotten met de ingezonden declaraties vierde kwartaal van het voorafgaande jaar. Voorts worden de terugvorderingen in het kader van het vaststellings- en maatregelenbeleid over voorgaande jaren op dat artikel opgenomen. Dit komt gegeven de vigerende regelgeving op basis van de Comptabiliteitswet elk jaar in meer of mindere mate voor. Bijgevoegd is een overzicht van de ontvangsten over de afgelopen vijf jaar.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
K. G. de Vries
Overschotten en tekorten voor arbeidsmarktmaatregelen in de jaren 1994 tot en met 1998
| Artikel Omschrijving | Begrotingswet | Raming na Najaarsnota | Realisatie | Overschot (+)/Tekort (–): | |
|---|---|---|---|---|---|
| tov begr. wet | tov najaarsn. | ||||
| WSW | 3 436 100 | 3 513 900 | 3 509 774 | – 73 674 | 4 126 |
| JWG | 276 500 | 321 900 | 338 630 | – 62 130 | – 16 730 |
| Banenpools | 386 300 | 402 400 | 399 951 | – 13 651 | 2 449 |
| Inkoop | |||||
| WIW | |||||
| RSP | |||||
| Totalen | 4 098 900 | 4 238 200 | 4 248 355 | – 149 455 | – 10 155 |
| Artikel Omschrijving | Begrotingswet | Raming na Najaarsnota | Realisatie | Overschot (+)/Tekort (–): | |
|---|---|---|---|---|---|
| tov begr. wet | tov najaarsn. | ||||
| WSW | 3 432 200 | 3 514 900 | 3 483 156 | – 50 956 | 31 744 |
| JWG | 337 200 | 382 900 | 409 693 | – 72 493 | – 26 793 |
| Banenpools | 503 800 | 455 900 | 419 720 | 84 080 | 36 180 |
| Inkoop | |||||
| WIW | |||||
| RSP | |||||
| Totalen | 4 273 200 | 4 353 700 | 4 312 569 | – 39 369 | 41 131 |
| Artikel Omschrijving | Begrotingswet | Raming na Najaarsnota | Realisatie | Overschot (+)/Tekort (–): | |
|---|---|---|---|---|---|
| tov begr. wet | tov najaarsn. | ||||
| WSW | 3 483 400 | 3 591 300 | 3 546 742 | – 63 342 | 44 558 |
| JWG | 359 700 | 409 000 | 448 286 | – 88 586 | – 39 286 |
| Banenpools | 544 800 | 483 900 | 478 850 | 65 950 | 5 050 |
| Inkoop | 35 000 | 35 000 | 34 991 | 9 | 9 |
| WIW | |||||
| RSP | |||||
| Totalen | 4 422 900 | 4 519 200 | 4 508 869 | – 85 969 | 10 331 |
| Artikel Omschrijving | Begrotingswet | Raming na Najaarsnota | Realisatie | Overschot (+)/Tekort (–): | |
|---|---|---|---|---|---|
| tov begr. wet | tov najaarsn. | ||||
| WSW | 3 483 600 | 3 698 100 | 3 688 126 | – 204 526 | 9 974 |
| JWG | 385 400 | 445 600 | 456 498 | – 71 098 | – 10 898 |
| Banenpools | 602 000 | 538 300 | 560 494 | 41 506 | – 22 194 |
| Inkoop | 45 000 | 49 000 | 48 986 | – 3 986 | 14 |
| WIW | |||||
| RSP | |||||
| Totalen | 4 516 000 | 4 731 000 | 4 754 104 | – 238 104 | – 23 104 |
| Artikel Omschrijving | Begrotingswet | Raming na Najaarsnota | Realisatie | Overschot (+)/Tekort (–): | |
|---|---|---|---|---|---|
| tov begr. wet | tov najaarsn. | ||||
| WSW | 3 598 500 | 3 671 400 | 3 660 055 | – 61 555 | 11 345 |
| JWG | 0 | 6 200 | 14 527 | – 14 527 | – 8 327 |
| Banenpools | 0 | 7 700 | 11 291 | – 11 291 | – 3 591 |
| Inkoop | 106 500 | 106 397 | 106 397 | 103 | 0 |
| WIW | 1 708 500 | 1 641 685 | 1 604 570 | 103 930 | 37 115 |
| RSP | 4 800 | 3 600 | 3 620 | 1 180 | – 20 |
| Totalen | 5 418 300 | 5 436 982 | 5 400 460 | 17 840 | 36 522 |
| 1994 | 1995 | 1996 | 1997 | 1998 | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Artikel Omschrijving | Ontwerp Begroting | Realisatie | Over-schot (–) Tekort (+) | Ontwerp Begroting | Realisatie | Over-schot (–) Tekort (+) | Ontwerp Begroting | Realisatie | Over-schot (–) Tekort (+) | Ontwerp Begroting | Realisatie | Over-schot (–) Tekort (+) | Ontwerp Begroting | Realisatie | Over-schot (–) Tekort (+) |
| Ontvangsten AM | 336 | 6 410 | – 6 074 | 336 | 7 722 | – 7 386 | 336 | 34 078 | – 33 742 | 336 | 51 101 | – 50 765 | 336 | 71 815 | – 71 479 |
| Ontvangsten BZ | 0 | 21 632 | – 21 632 | 0 | 22 868 | – 22 868 | 0 | 147 756 | – 147 756 | 0 | 247 272 | – 247 272 | 0 | 215 881 | – 215 881 |
Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel (CDA), Schimmel (D66), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Rosenmöller (GL), Van Zijl (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Noorman-den Uyl (PvdA), ondervoorzitter, Kamp (VVD), Essers (VVD), Van Dijke (RPF), Bakker (D66), Van Blerck-Woerdman (VVD), Visser-van Doorn (CDA), De Wit (SP), Harrewijn (GL), Balkenende (CDA), Smits (PvdA), Verburg (CDA), Bussemaker (PvdA), Spoelman (PvdA), Örgü (VVD), Van der Staaij (SGP), Santi (PvdA) en Wilders (VVD).
Plv. leden: E. Meijer (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Giskes (D66), Hamer (PvdA), Van Gent (GL), Van der Hoek (PvdA), Dankers (CDA), Kortram (PvdA), Blok (VVD), Hofstra (VVD), Van Middelkoop (GPV), Van Vliet (D66), Klein Molekamp (VVD), Stroeken (CDA), Marijnissen (SP), Vendrik (GL), Mosterd (CDA), Schoenmakers (PvdA), Eisses-Timmerman (CDA), Wagenaar (PvdA), Middel (PvdA), Weekers (VVD), Van Walsem (D66), Oudkerk (PvdA) en De Vries (VVD).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26545-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.