26 523
Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele aanverwante wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Algemene wet bestuursrecht (Eerste evaluatiewet Awb)

nr. 4
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 21 juni 1999

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel V wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VA

De onderdelen h en i van artikel 14 van de Wet Nationale ombudsman komen te luiden:

h. ten aanzien van de gedraging anders dan ingevolge een wettelijk geregelde administratiefrechtelijke voorziening door een rechterlijke instantie uitspraak is gedaan;

i. niet is voldaan aan het vereiste van artikel 12, tweede lid, tenzij van de verzoeker redelijkerwijs niet kan worden gevergd dat hij de uitkomst van de behandeling van de klacht door het bestuursorgaan verder afwacht;

B

In artikel VII wordt na «geplaatst» ingevoegd: , met uitzondering van artikel VA, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 1 juli 1999.

Toelichting

Bij de Wet van 12 mei 1999, houdende aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over de behandeling van klachten door bestuursorganen (Stb. 214) is de tekst van artikel 14, onderdeel h, van de Wet Nationale ombudsman opnieuw vastgesteld. Bij een eerdere wijziging van de Wet Nationale ombudsman (Wet van 18 juni 1998, Stb. 356) is onderdeel h echter verletterd tot onderdeel i. Die verlettering is in voornoemde wet tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht over het hoofd gezien. Deze nota van wijziging beoogt deze kennelijke misslag te herstellen. Om te voorkomen dat er als gevolg van de wijziging van het huidige artikel 14, onderdeel h, Wet Nationale ombudsman een verplichting voor de Nationale ombudsman ontstaat om een onderzoek in te stellen of voort te zetten, indien ten aanzien van de gedraging anders dan ingevolge een wettelijk geregelde administratiefrechtelijke voorziening door een rechterlijke instantie uitspraak is gedaan, terwijl er thans sprake is van een bevoegdheid, werkt het artikel terug tot en met 1 juli 1999. 1 juli 1999 is de datum van inwerkingtreding van voornoemde wet tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper

Naar boven