26 488 Programma doorontwikkeling F-35

Nr. 476 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE EN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 april 2024

Hierbij bieden wij u de vierentwintigste voortgangsrapportage over het project «Verwerving F-35» (VF-35) aan. Deze rapportage beslaat de periode 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023. Zoals gebruikelijk zijn in deze rapportage enkele recente ontwikkelingen verwerkt.

De financiële verantwoording over het jaar 2023 van het project VF-35 is, zoals vorig jaar aangekondigd (Kamerstuk 26 488, nr. 473), ook opgenomen in de voorliggende rapportage.

Het accountantsrapport van de Auditdienst Rijk (ADR) over deze rapportage wordt, in overeenstemming met de uitgangspuntennotitie voor de informatievoorziening over het project VF-35 en de Regeling Grote Projecten, als afzonderlijk document meegezonden. De ADR rapporteert voor het eerst integraal over zowel het project VF-35 als de jaarlijkse financiële verantwoording.

Het project VF-35 verloopt volgens planning. Op dit moment zijn 39 toestellen geleverd. Tot en met 2026 worden de resterende toestellen geleverd, tot aan het totaal van 52 F-35’s. Dit jaar verwacht het Commando Luchtstrijdkrachten de mijlpaal Full Operational Capability (FOC) te behalen en zal de F-35 alle taken van de F-16 overnemen. De afzonderlijke rapportage van project VF-35 komt hiermee in 2025 tot een afronding. Voor de voortgang van het project VF-35 wordt uw Kamer na 2025 jaarlijks via het Defensie Projectenoverzicht (DPO) en de Defensiebegroting geïnformeerd. Aansluitend aan het beëindigen van het project wordt de DMP-E fase opgestart, naar verwachting in 2028.

Tegelijkertijd is Defensie dit jaar gestart met het programma «doorontwikkeling F-35» (Kamerstuk 26 488, nr. 475). Met het programma doorontwikkeling van de F-35 is Defensie in staat de F-35 te blijven moderniseren. Over de voortgang hiervan wordt uw Kamer na behandeling van de Kamerbrief via het DPO geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Defensie, C.A. van der Maat

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens