26 488 Behoeftestelling vervanging F-16

Nr. 385 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2015

Op 19 maart jl. heeft het Pentagon in de Verenigde Staten het Selected Acquisition Report (SAR) 2014 over het F-35 programma aan het Amerikaanse Congres gezonden. Het rapport bevat informatie over de voortgang van het programma en diverse financiële kengetallen over de Amerikaanse deelneming aan het programma. Hierbij zend ik u het rapport1 en beschrijf ik de hoofdlijnen daarvan.

Achtergrond Selected Acquisition Report

Het Amerikaanse Ministerie van Defensie informeert het Amerikaanse Congres jaarlijks over de stand van zaken, de planning, de prestaties en de financiële aspecten van alle grote investeringsprojecten, waaronder het F-35 programma. Het F-35 SAR 2014 gaat uit van het Presidential Budget Request voor Fiscal Year 2016 en de meest recente wijzigingen in de planningsaantallen en de geplande bestelreeksen van de F-35 partnerlanden. Deze wijzigingen zijn tijdens de JSF Executive Steering Board van 26 maart jl. vastgesteld. Het F-35 SAR 2014 presenteert de informatie over het programma in twee deelprojecten: het vliegtuig en de motor.

Algemene voortgang

In de Executive Summary wordt de stand van zaken van het programma toegelicht evenals de actuele uitdagingen en risico’s. Zo wordt uitgebreid ingegaan op het motorincident van juni 2014 waardoor de toestellen enige tijd aan de grond zijn gehouden. Verder gaat het rapport in op de ontwikkeling van het Autonomic Logistics Information System (ALIS), die op de planning achterloopt. Het SAR beschrijft de maatregelen die zijn genomen om de ontwikkeling van ALIS in goede banen te leiden en stelt dat verbeteringen merkbaar zijn. Ook wordt ingegaan op de achterblijvende bedrijfszekerheid van de toestellen (reliability & maintainability) en de maatregelen ter verbetering. Het SAR meldt ook de ontwikkelingen op het gebied van nieuwe productiecontracten en de stuksprijsreducties die daarbij zijn bereikt. Verder gaat het SAR in op internationale ontwikkelingen zoals de Foreign Military Sales verkopen aan Zuid-Korea en Israël en de bouw van assemblagefaciliteiten in Italië en Japan.

Ook is er aandacht voor de inrichting van de wereldwijde instandhoudingsorganisatie, waarbij melding wordt gemaakt van de toekenning van onderhoudswerkzaamheden aan het airframe van het toestel en de motor. Ook de toewijzing van het motorenonderhoud aan Nederland is vermeld. Het SAR meldt evenals vorig jaar dat het verbeteren van de betaalbaarheid van het programma topprioriteit heeft, zowel tijdens de ontwikkeling en de productie als tijdens de instandhouding en het gebruik van de F-35. Het noemt in dit verband lopende initiatieven zoals de «Blueprint for Affordability» en de «War on Cost» die ertoe moeten leiden dat de stuksprijs van een toestel in 2019 tussen de 80 en 85 miljoen dollar ligt. De conclusie in de managementsamenvatting is dat het programma op schema ligt en gestage vooruitgang boekt, waarbij de ontwikkeling van de software (inclusief ALIS) het grootste risico blijft.

Planning

In het hoofdstuk Schedule worden in tabelvorm de belangrijkste mijlpalen van het ontwikkellings- en testprogramma beschreven evenals de huidige verwachting over de haalbaarheid daarvan. Uit de tabel blijkt dat er geen vertragingen worden verwacht ten opzichte van de herziene planning uit 2011.

Prestaties

Voor elk van de drie versies van de F-35 zijn verschillende operationele eisen vastgesteld, waaronder vijftien zogeheten key performance parameters (KPP’s). In het hoofdstuk Performance van het SAR wordt in tabelvorm de huidige score voor de KPP’s weergegeven en afgezet tegen de vastgestelde streefwaarde en onderwaarde. Voor Nederland zijn de vier KPP’s voor de F-35A (CTOL) van belang, waaronder die voor het verwachte vliegbereik. Deze laatste is met dit SAR aangepast naar 614 zeemijlen (dit was vorig jaar 613).

Totale programmakosten

In vergelijking met het SAR 2013 zijn de geraamde totale kosten van het F-35 programma voor de Verenigde Staten gedaald met $ 3,2 miljard (0,3 procent) van $ 921,3 miljard tot $ 918,1 miljard (prijspeil 2012). Dit is het derde opeenvolgende jaar dat de totale programmakosten afnemen (in SAR 2011 en 2012 werden deze nog geraamd op respectievelijk $ 947,5 miljard en $ 936,4 prijspeil 2012). De totale programmakosten bestaan uit de initiële investeringskosten (Total Acquisition Costs) en de exploitatiekosten (Operation & Support Costs). De nu gemelde daling is het gevolg van lagere ramingen van de investeringskosten; de geraamde exploitatiekosten zijn dit jaar in het SAR niet geactualiseerd. Evenals in voorgaande jaren, onderstreept het SAR dat de ramingen verwachtingen zijn van de kosten, waarbij een betrouwbaarheidsniveau van 50 procent is gehanteerd. Daarmee zijn de kansen dat de uiteindelijke kosten hoger of lager uitvallen even groot.

Initiële investeringskosten

Zoals blijkt uit het hoofdstuk Cost and Funding bedragen de geraamde initiële investeringskosten2 thans $ 320,3 miljard (prijspeil 2012). Dit is een afname van $ 3,2 miljard (1 procent) ten opzichte van de raming van $ 323,5 miljard in SAR 2013. Er zijn diverse kleine en grotere aanpassingen in de ramingen verwerkt. Onder meer vanwege gunstiger arbeidskosten en wisselkoersen daalt de raming per saldo.

Exploitatiekosten

De Amerikaanse ramingen voor de exploitatiekosten worden opgesteld door de afdeling Cost Analysis and Program Evaluation (CAPE) van het Pentagon, maar dit gebeurt niet jaarlijks. De totale exploitatiekosten zijn in het SAR 2014 niet geactualiseerd en de raming blijft daarom gehandhaafd op $ 597,8 miljard (prijspeil 2012). Hetzelfde geldt voor de verwachte kosten per vlieguur (Cost Per Flying Hour) die in het SAR 2014 eveneens ongewijzigd zijn gebleven. In mijn reactie op het SAR 2013 ben ik ingegaan op de ramingen van dat jaar (Kamerstuk 26 488, nr. 347). Het F-35 JPO actualiseert de interne ramingen wel en verwacht lagere exploitatiekosten, onder meer door lagere schattingen van het verwachte brandstofverbruik.

Kale stuksprijzen

In het hoofdstuk Unit Costs meldt het SAR voor alle drie de F-35 varianten de gemiddelde kale stuksprijzen van de toestellen die de Verenigde Staten zullen afnemen. Deze prijzen worden bepaald over de gehele looptijd van de productie van de 2.443 Amerikaanse toestellen, tot en met het jaar 2039. Bij de berekening is rekening gehouden met de productie van toestellen voor partnerlanden en voor landen die toestellen aanschaffen via Foreign Military Sales (FMS). Voor de partnerlanden is uitgegaan van de meest recente planreeksen (612), voor FMS-landen is uitgegaan van de geplaatste bestellingen en opties (101). Voor de F-35A variant neemt de gemiddelde Amerikaanse kale stuksprijs met 1,1 procent af van $ 77,7 miljoen in het SAR 2013 naar $ 76,8 miljoen in het SAR 2014 (beide prijspeil 2012)3.

Appreciatie

Wat de status van het programma, de risico’s en de planning betreft, meldt het rapport geen nieuwe inzichten ten opzichte van de voortgangsrapportage die de Kamer op 30 maart jl. heeft ontvangen (Kamerstuk 26 488, nr. 383). Ook de prioriteit die het JPO en het Pentagon aan betaalbaarheid toekennen, is de Kamer herhaaldelijk gemeld. De effecten van de geactualiseerde Amerikaanse ramingen van investerings- en exploitatiekosten op de Nederlandse ramingen zijn nog onbekend. Het JPO levert binnenkort nieuwe financiële informatie, toegespitst op de Nederlandse situatie. Met behulp daarvan zullen geactualiseerde ramingen van de Nederlandse investerings- en exploitatiekosten worden opgesteld, die ik zal opnemen in de voortgangsrapportage die op Prinsjesdag zal verschijnen.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Dit betreft de Amerikaanse kosten van het ontwikkelings- en testprogramma (RDT&E), de aanschaf van 2.443 F-35 toestellen in drie varianten, de aanschaf van bijkomende middelen en de benodigde aanpassingen van infrastructuur.

X Noot
3

Dit betreft $ 65,2 miljoen voor het toestel en $ 11,6 miljoen voor de motor.

Naar boven