26 488 Behoeftestelling vervanging F-16

Nr. 324 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2013

Op 24 mei jl. heeft Defensie van het F-35 Joint Program Office (JPO) in de Verenigde Staten een afschrift ontvangen van het Selected Acquisition Report (SAR) over het F-35 programma, stand van zaken 31 december 2012. Tijdens het algemeen overleg Vervanging F-16 van 25 april jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 322) heb ik toegezegd de Kamer het rapport toe te zenden. U heeft mij daar 30 mei jl. ook per brief om verzocht. Het rapport betreft de Amerikaanse aspecten van en uitgaven aan het F-35 programma, die mede worden bepaald door het totaal aan geplande bestellingen binnen het programma. In de bijlage van deze brief zijn de hoofdlijnen van het SAR 2012 beschreven. Het Pentagon heeft het SAR niet openbaar aan het Congres aangeboden. Dat verhindert mij het u openbaar te verstrekken. Het rapport bied ik u daarom separaat commercieel vertrouwelijk aan1.

In de jaarrapportage over het project Vervanging F-16 over 2012 wordt de actuele financiële informatie over het project Vervanging F-16 gepresenteerd. De jaarrapportage wordt na de publicatie van de nota over de toekomst van de krijgsmacht aangeboden, zoals is afgesproken tijdens het algemeen overleg Vervanging F-16 van 25 april jl. Besluiten uit de nota zullen in de jaarrapportage worden verwerkt.

De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Het F-35 programma in het Selected Acquisition Report, stand van zaken 31 december 2012

Het Amerikaanse ministerie van Defensie heeft de wettelijke verplichting het Amerikaanse Congres jaarlijks te informeren over de totale programmakosten, de planning, de prestaties en de stuksprijzen van alle grote investeringsprojecten, waaronder het F-35 programma. Dit Selected Acquisition Report (SAR) dient binnen 45 dagen na publicatie van het Presidential Budget Request te worden aangeboden. Het SAR 2012 gaat uit van het Presidential Budget Request voor fiscal year 2014 en bevat daardoor geen maatregelen in relatie tot de Sequestration Act in de Verenigde Staten. Het SAR 2012 gaat in op de ontwikkelingen in het F-35 programma in het afgelopen jaar

• Prestaties

Voor de verschillende versies van de F-35 zijn prestatieparameters vastgesteld. Het rapport geeft een indicatie of deze zullen worden behaald. Naast de geschatte ontwerpwaarde wordt van alle parameters een indicatie gegeven van de status op dat moment van de ontwikkeling. In het SAR 2011, waarover u bent geïnformeerd (Kamerstuk 26 488, nr. 280), werd een tekortkoming gemeld ten aanzien van het vliegbereik van de F-35A. Dit is inmiddels opgelost. Het geraamde vliegbereik werd in 2012, op grond van ervaringen in het testprogramma, naar boven bijgesteld. Hiermee wordt voldaan de minimale eis van het Operational Requirements Document (ORD).

Het SAR meldt dat de Amerikaanse strijdkrachten uiterlijk begin juni aan het Amerikaanse Congres dienen te melden wanneer zij een eerste beperkte operationele inzetbaarheid (IOC, Initial Operational Capability) met hun toestellen bereiken. De Amerikaanse luchtmacht heeft na publicatie van het rapport laten weten dat zij eind 2016 een eerste eenheid operationeel wil hebben.

• Knelpunten

In 2012 heeft zich een veiligheidsincident met het Autonomic Logistics Information System (ALIS) voorgedaan. Dit is met aangepaste procedures opgelost.

Het JPO en Lockheed Martin hebben in 2012 gezamenlijk gewerkt aan verbeteringen in de software. Het vertrouwen is gegroeid in de tijdige beschikbaarheid van de block-2 software die noodzakelijk is voor de IOC van de Amerikaanse mariniers. Voor de tijdige levering van block-3 software in 2017 wordt een hoger risico onderkend. In 2012 is ook verder gewerkt aan vliegershelm.

• Kosten F-35 programma

In vergelijking met het SAR 2011 zijn de totale programmakosten voor de Verenigde Staten van de F-35 gedaald met $ 11,1 miljard (1,2 procent) van $ 947,5 miljard tot $ 936,4 miljard (prijspeil 2012). De kostendaling wordt vooral veroorzaakt door lagere arbeidskosten.

Het F-35 programma wordt in het SAR verdeeld in twee deelprojecten; het vliegtuig en de motor. De Acquisition Program Baseline ramingen voor toestel en motor berusten op historische gegevens en conservatieve aannames. De Amerikaanse schatting is dat de kans dat deze raming hoger dan wel lager uitpakt ongeveer gelijk is.

De programmakosten zoals die in het SAR 2012 vermeld staan, bevatten de ontwikkelingskosten, investeringskosten en de exploitatiekosten. Het SAR meldt dat het, gezien de toename in operationele capaciteiten van de F-35 en de technologische vooruitgang, aannemelijk is dat de exploitatiekosten hoger zullen zijn dan die van sommige eerdere generatie toestellen. De exploitatiekosten en de kosten per vlieguur van de F-35, die daarvan deel uitmaken, zijn echter niet geactualiseerd ten opzichte van het SAR 2011. Nieuwe exploitatiecijfers komen naar verwachting beschikbaar in het najaar van 2013. Als dit nieuwe financiële planningsinformatie oplevert die van invloed is op het project Vervanging F-16, zal ik u hierover informeren.

• Kale stuksprijs over het totale programma

Het SAR bevat gemiddelde kale stuksprijzen voor alle drie varianten van de F-35. Deze worden bepaald over de gehele looptijd van het productieprogramma, tot en met het jaar 2039. Hoewel het informatie betreft over het Amerikaanse deel van het F-35 programma, is bij de vaststelling van deze prijzen ook rekening gehouden met de productie van toestellen voor partnerlanden en van landen die toestellen aanschaffen via Foreign Military Sales (FMS). Voor de partnerlanden is daarbij uitgegaan van de geplande bestelreeksen (660), voor FMS-landen is voorzichtigheidshalve alleen uitgegaan van reeds geplaatste bestellingen (61). Voor de F-35A Conventional Take-Off and Landing (CTOL) variant daalt de gemiddelde kale stuksprijs van $ 78,7 miljoen in SAR 2011 naar $ 76,8 miljoen in deze rapportage (beide in prijspeil 2012).

• Kosten per vlieguur

De exploitatiekosten, met als onderdeel daarvan de kosten per vlieguur en de vergelijkbaarheid daarvan tussen wapensystemen, zijn ter sprake gekomen in uw gesprek op 17 april jl. met de vliegtuigfabrikanten Saab, Lockheed Martin en Dassault en op 18 april jl. met Boeing en de F-35 Program Excecutive Officer, Generaal Bogdan. Tijdens het algemeen overleg Vervanging F-16 van 25 april jl. is dit onderwerp eveneens behandeld. Het rapport bevat geen nieuwe gegevens over de kosten per vlieguur (Cost Per Flying Hour, CPFH) voor de F-35. Deze zullen, net als de exploitatiekosten, in het najaar van 2013 worden geactualiseerd.

Generaal Bogdan meldde in het gesprek met de Kamer dat het JPO een studie heeft uitgevoerd naar een vergelijking van kosten per vlieguur tussen de Amerikaanse versie van de F-16C/D en de F-35A. Het SAR 2012 maakt melding van de verhoogde kosten per vlieguur voor de F-16C/D in Amerikaanse context. De vlieguurkosten voor de F-35 zijn in afwachting van nieuwe cijfers nog niet aangepast. Door de hogere kosten per vlieguur voor de F-16C/D (2012) daalt het verschil met de kosten per vlieguur van de F-35A (stand 2011) van 42 procent naar 28 procent. Deze bevinding is echter niet vergelijkbaar met de Nederlandse berekening van het verschil in geraamde exploitatie uitgaven tussen de F-16 en de F-35, omdat de opbouw van de kosten verschilt met de Amerikaanse opbouw en het een ander model van de F-16 betreft. Het Pentagon blijft de schatting van exploitatiekosten verfijnen en het JPO stelt alles in het werk om deze kosten te reduceren.


X Noot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven