26 488 Behoeftestelling vervanging F-16

Nr. 308 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2012

Op 22 november jl. heeft de vaste commissie voor Defensie mij verzocht nader in te gaan op de stand van zaken van de door Nederland aangeschafte F-35 testtoestellen. Hierbij informeer ik u over de voorziene overdracht van het eerste testtoestel, de kostenontwikkeling van de beide toestellen, en de planning van de operationele testfase.

Eerste toestel

Na de voltooiing van enkele testvluchten is het eerste Nederlandse toestel inmiddels gereed voor de formele overdracht aan Nederland. Nederland is in 2009 de verplichtingen voor het toestel aangegaan en inmiddels is het toestel grotendeels betaald. Met de komende formele overdracht krijgt Nederland de volledige verantwoordelijkheid voor het toestel zoals bijvoorbeeld ten aanzien van de luchtwaardigheidsaspecten. Het toestel zal worden overgenomen van de fabrikant zodra Nederland een besluit heeft genomen over de aanwending van de testtoestellen in de komende jaren, waarop later in deze brief wordt ingegaan. Tot dat moment zal het toestel worden gestald bij de fabrikant in Fort Worth. Met het toestel wordt voorlopig niet gevlogen anders dan om technische redenen. De kosten van de stalling bij de leverancier zijn voor Nederlandse rekening. Hiervoor is Defensie een verplichting aangegaan voor een bedrag van € 0,9 miljoen voor een periode van ten hoogste zes maanden tot eind maart 2013.

Zoals eerder aan de Kamer gemeld zijn de kosten van het eerste testtoestel gestegen sinds Defensie in 2009 daarvoor de verplichtingen is aangegaan. De kostenstijgingen sinds 2009 komen op grond van het LRIP-3 contract voor rekening van de koper. Met de brief van 2 februari jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 281) is de Kamer geïnformeerd over de raming van dat moment. Sindsdien is de raming op enkele punten gewijzigd, zoals weergegeven in de onderstaande tabel. De raming van de aanschafkosten van het eerste testtoestel bedraagt nu in totaal € 157,9 miljoen (prijspeil 2012, plandollarkoers € 0,7752).

In 2009 heeft Defensie een termijndollarcontract gesloten voor de op dat moment geraamde kosten. Deze kostenposten veranderen niet. De kostenstijging sinds 2009 kan worden toegeschreven aan drie verschillende factoren, afgezien van aanpassingen van het prijspeil en van de plandollarkoers. Dat zijn:

  • hogere algemene productiekosten zoals door duurdere grondstoffen en hogere loonkosten;

  • concurrency, het aanpassen van toestellen die al tijdens de ontwikkelingsfase zijn geproduceerd;

  • de boekhoudkundige fout van coproducent Northrop Grumman.

De drie genoemde kostenfactoren zijn in de onderstaande tabel aangepast aan het prijspeil 2012 en de hogere plandollarkoers. Een nieuwe calculatie door het JSF Program Office (JPO) heeft ertoe geleid dat de stijging van de algemene productiekosten en van concurrency lager uitvalt dan in februari geraamd. De extra kosten van de boekhoudkundige fout van Northrop Grumman waren in februari 2012 nog niet bekend. Inmiddels heeft de fabrikant bekendgemaakt dat deze voor het eerste testtoestel uitkomen op € 5,4 miljoen. De Kamer is over de achtergronden van deze boekhoudkundige fout geïnformeerd in de jaarrapportage over 2011 van het project Vervanging F-16 (Kamerstuk 26 488, nr. 294 van 6 juni jl.).

Zoals vermeld in de jaarrapportage zullen de uiteindelijke kosten van het eerste testtoestel worden vastgesteld bij de financiële afwikkeling door Lockheed Martin en het Pentagon van de gehele productieserie LRIP-3 waarvan dit toestel deel uitmaakt. Hiervoor moet de levering van alle toestellen van deze productieserie aan de afnemer zijn voltooid en moeten alle aan het LRIP-3 contract gerelateerde kosten zijn verrekend. Hiermee zal nog enige tijd zijn gemoeid.

Tabel: Kostenraming eerste F-35 testtoestel, in € miljoen

Aanvankelijke kosten toestel inclusief motor

(termijndollarcontract 2009)

€ 103,1

Aanvankelijke kosten bijkomende middelen

(termijndollarcontract 2009)

€ 27,6

Subtotaal aanvankelijke kosten (stand 2009)

€ 130,7

Kostenstijgingen:

Stand februari 2012 (pp 2011, plandollarkoers € 0,75)

Stand februari 2012 (pp 2012, plandollarkoers € 0,7752)

Actuele stand

(pp 2012, plandollarkoers € 0,7752)

Kostenstijging productie

€ 18,3

€ 19,3

€ 18,9

Concurrency

€ 9,0

€ 9,5

€ 2,9

Boekhoudkundige fout Northrop Grumman

Nnb

Nnb

€ 5,4

Subtotaal kostenstijging

€ 27,3

€ 28,8

€ 27,2

Subtotaal aanvankelijke

Kosten (stand 2009)

€ 130,7

€ 130,7

€ 130,7

Totaal

€ 158,0

€ 159,5

€ 157,9

Tweede toestel

De productie van het tweede Nederlandse F-35 toestel heeft door een staking bij Lockheed Martin een achterstand van drie maanden opgelopen. Hierdoor kan dit toestel in de zomer van 2013 aan Nederland worden overgedragen. Het is nog niet bekend of de staking leidt tot hogere kosten. Een nieuwe raming wordt verwacht voor het komende voorjaar. Het is daarom nog niet duidelijk of, net als bij het eerste toestel, de hogere kosten van de productie en van concurrency uiteindelijk zullen meevallen. Wel zijn de extra kosten als gevolg van de boekhoudkundige fout van Northrop Grumman bekend en deze bedragen voor dit toestel € 1,6 miljoen.

De aanvankelijke kosten van het tweede toestel waren € 85,1 miljoen. Voor dit toestel, dat deel uitmaakt van de LRIP-4 productieserie, geldt dat Nederland maximaal de plafondprijs van € 91,1 miljoen betaalt (Kamerstuk 26 488, nr. 281). In de onderstaande tabel zijn de bedragen van februari jl. aangepast aan het nieuwe prijspeil en de nieuwe plandollarkoers. In 2011 heeft Defensie een termijndollarcontract gesloten voor de op dat moment geraamde kosten. Deze kostenposten veranderen niet.

Tabel: Kostenraming tweede F-35 testtoestel, in € miljoen

Aanvankelijke kosten toestel inclusief motor

(termijndollarcontract 2011)

€ 85,1

Aanvankelijke kosten bijkomende middelen

(termijndollarcontract 2011)

€ 21,3

Subtotaal aanvankelijke kosten

(stand 2011)

€ 106,4

Kostenstijgingen:

Stand februari 2012 (pp 2011, plandollarkoers € 0,75)

Stand februari 2012 (pp 2012, plandollarkoers € 0,7752)

Actuele stand

(pp 2012, plandollarkoers € 0,7752)

Kostenstijging productie

€ 3,7

€ 3,9

€ 3,9

Concurrency

€ 6,8

€ 7,2

€ 7,2

Boekhoudkundige fout Northrop Grumman

Nnb

Nnb

€ 1,6

Subtotaal kostenstijging

€ 10,5

€ 11,1

€ 12,7

Subtotaal aanvankelijke kosten (stand 2011)

€ 106,4

€ 106,4

€ 106,4

Totaal

€ 116,9

€ 117,5

€ 119,1

Planning operationele testfase

Begin 2008, tijdens de voorbereiding van de besluitvorming over de deelneming aan de operationele testfase, was voorzien dat deze zou worden gehouden in de periode 2011 – 2013 (Kamerstuk 26 488, nr. 67 van 29 februari 2008). Sindsdien is deze planning enkele malen gewijzigd, onder meer vanwege de herziening van het gehele F-35 programma in de Verenigde Staten die heeft geduurd van 2010 tot 2012. Al in de loop van 2008 werd duidelijk dat de Nederlandse deelneming aan de operationele testfase, inclusief de voorbereiding daarop, zou verschuiven naar de periode februari 2013 – mei 2014 (Kamerstuk 26 488, nr. 121). Ten tijde van de aanschaf van het tweede testtoestel in april 2011 was de planning onzeker maar er werd toen uitgegaan van een aanvang van de operationele testfase in 2014 (Kamerstuk 26 488, nr. 261).

In de jaarrapportage over 2011 van 6 juni jl. is de Kamer gemeld dat de begin- en einddata van de operationele testfase en de voorbereiding daarop nog niet waren vastgesteld. Inmiddels hanteert het Amerikaanse ministerie van Defensie een planning van de operationele testfase in de periode 2015 tot eind 2018. Naar verwachting zal het Pentagon deze planning binnenkort formeel vaststellen.

Vanwege de herziening van het Amerikaanse tijdschema voor de operationele testfase moet Defensie de eigen planning voor de komende jaren aanpassen. In 2008 werd nog uitgegaan van een aanvang van de operationele testfase vlak na de levering van de testtoestellen. Inmiddels is duidelijk dat de operationele testfase begint als Nederland al ongeveer twee jaar beschikt over het eerste testtoestel en ongeveer anderhalf jaar over het tweede testtoestel. Defensie werkt nu de mogelijkheden uit voor de aanwending van de testtoestellen in de komende jaren en beziet de daarmee gemoeide kosten. Daarvoor is onder meer overleg nodig met het Amerikaanse ministerie van Defensie. Ik verwacht de Kamer begin 2013 nader te kunnen informeren over de aanwending van de testtoestellen.

De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven