26 488 Behoeftestelling vervanging F-16

Nr. 295 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2012

Met het oog op het algemeen overleg over de vervanging van de F-16 van 5 juli a.s. informeer ik u hierbij over recente ontwikkelingen in Noorwegen ten aanzien van de F-35 en enkele achtergronden daarvan.

Al in 2008 heeft Noorwegen gekozen voor de F-35 als de opvolger van de F-16. Op 14 juni jl. heeft het Noorse parlement ingestemd met een defensienota waarin het besluit was opgenomen tot de aanschaf van 52 F-35A toestellen. Vervolgens heeft de Noorse regering op 15 juni jl. bekendgemaakt financiële verplichtingen aan te gaan voor de aanschaf van de eerste twee F-35A toestellen.

Internationale samenwerking

Nederland werkt reeds langere tijd samen met Noorwegen bij zowel de F-16 als de F-35. Het feit dat Noorwegen nu werkelijk is overgegaan tot de aanschaf van de F-35 terwijl Nederland nog geen vervangingsbesluit heeft genomen, kan gevolgen hebben voor de samenwerking. In het algemeen geldt dat Noorwegen zich nadrukkelijker zal richten op de ingebruikneming van de F-35 en minder op de instandhouding van de F-16.

Ten aanzien van de F-35 heeft Nederland al enkele jaren geleden met Noorwegen en ook Italië een Memorandum of Understanding gesloten over samenwerking bij de instandhouding. Nederland en Noorwegen voeren sinds enige tijd overleg over verdere samenwerking, die niet alleen verwerving en instandhouding zou kunnen behelzen maar ook operationele aspecten.

De Noorse regering is optimistisch gestemd over de industriële voordelen van het F-35 programma en de gevolgen van het aanschafbesluit. Zo hebben de Noorse en Amerikaanse ministeries van Defensie inmiddels overeenstemming bereikt over de integratie van de in Noorwegen ontwikkelde Joint Strike Missile, een langeafstandsraket tegen gronddoelen en maritieme doelen, in de F-35A configuratie. Noorwegen, maar ook Italië en Turkije zien bovendien belangrijke industriële mogelijkheden bij de instandhouding van de F-35.

Nederland verkeert als level 2-partner in het F-35 programma sinds 2002 in de voorhoede van de toekomstige gebruikers van de F-35. Onder andere Italië, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk zijn intussen verder gevorderd dan Nederland met hun besluitvorming ten aanzien van de aanschaf van dit toestel. Er zijn aanzienlijke belangen gemoeid met de mogelijke samenwerking in (regionaal) Europees verband. België en Denemarken volgen de ontwikkelingen op het gebied van de F-35 samenwerking met belangstelling. Aangezien Nederland nog geen aanschafbesluit heeft genomen, kan ons land geen harde afspraken maken met betrekking tot de F-35, zoals over instandhouding. De partnerlanden op hun beurt verkeren vooralsnog in onzekerheid over wat zij aan Nederland hebben.

F-35 bestellingen

Het Noorse bestelschema is enigszins gewijzigd ten opzichte van het schema in bijlage 5 van de jaarrapportage van het project Vervanging F-16 over 2011 (Kamerstuk 26 488, nr. 294 van 6 juni jl.). Noorwegen schaft de eerste twee toestellen nu aan in de LRIP-7 productieserie (besteljaar 2013, afleverjaar 2015) in plaats van in LRIP-8 (besteljaar 2014, afleverjaar 2016). Verdere Noorse bestellingen van F-35A toestellen zullen jaarlijks volgen na parlementaire goedkeuring. Deze jaarlijkse bestellingen stroken met de gebruikelijke bestelsystematiek van de F-35.

De twee LRIP-7 toestellen worden vooralsnog, samen met twee andere in LRIP-8 te bestellen toestellen, gestationeerd in de Verenigde Staten ten behoeve van opleidingen. De overige 48 toestellen worden in Noorwegen gestationeerd op de vliegbasis Ørland. Daarnaast zal Noorwegen toestellen stationeren op de vliegbasis Evenes in het noorden voor de Quick Reaction Alert (QRA) taak.

De bestelling van Noorwegen zal worden toegevoegd aan de overige bestellingen in het LRIP-7 contract. Hiervoor zijn de Verenigde Staten op 15 juni jl., mede namens enkele partners, verplichtingen aangegaan voor onderdelen met een lange levertijd (long lead items). Het volledige LRIP-7 contract wordt naar verwachting gesloten in 2013. Het contract betreft het volgende aantal toestellen:

  • negentien F-35A toestellen voor de Amerikaanse luchtmacht;

  • drie F-35A toestellen voor Italië;

  • twee F-35A toestellen voor Noorwegen;

  • twee F-35A toestellen voor Turkije;

  • zes F-35B toestellen voor het Amerikaanse Marine Corps;

  • één F-35B toestel voor het Verenigd Koninkrijk;

  • vier F-35C toestellen voor de Amerikaanse marine.

De onderhandelingen over het LRIP-5 contract over 32 toestellen voor uitsluitend de Amerikaanse strijdkrachten bevinden zich momenteel in de laatste fase. Het LRIP-6 contract met twee toestellen voor Australië, drie voor Italië en 29 voor de Verenigde Staten is voorzien voor eind dit jaar.

Ten slotte

Noorwegen heeft na een reeds tien jaar durend partnerschap in de F-35 ontwikkeling een volgende stap gezet bij de vervanging van de F-16. Met het Noorse besluit zijn nu in totaal zeven van de negen partnerlanden, waaronder Nederland, financiële verplichtingen aangegaan voor F-35 toestellen of de long lead items daarvan. De enige partnerlanden die dat nog niet hebben gedaan zijn Canada en Denemarken. Israël, geen partner in het F-35 programma, heeft besloten tot de aanschaf van F-35 toestellen door middel van Foreign Military Sales. Het totale aantal F-35 toestellen, inclusief de testtoestellen uit de SDD-fase, waarvoor contractuele verplichtingen zijn aangegaan – hetzij voor de volledige toestellen dan wel voor alleen voor de long lead items – staat daarmee op 181. Van dit aantal zijn inmiddels 26 toestellen geleverd aan de Amerikaanse strijdkrachten.

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen

Naar boven