26 488 Behoeftestelling vervanging F-16

Nr. 289 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2012

Gisteravond heeft Defensie van het JSF Program Office (JPO) in de Verenigde Staten gedetailleerde financiële informatie ontvangen over het F-35 programma. Het betreft informatie uit het Selected Acquisition Report over 2011 (SAR) dat het Pentagon jaarlijks omstreeks deze tijd naar het Congres stuurt.

Tijdens het algemeen overleg over het project Vervanging F-16 van 8 februari jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 282) heb ik toegezegd de Kamer snel te informeren wanneer zich aandachttrekkend nieuws zou voordoen over de F-35. Hoewel het Amerikaanse rekenkamerrapport geen directe betrekking heeft op de Nederlandse casus, produceert het wel zodanige berichtgeving dat ik u hierover graag onmiddellijk informeer. Een eerste indruk van de Amerikaanse informatie treft u aan in bijlage. Het is een puntsgewijze opsomming van relevante aspecten. Voor een berekening van de gevolgen voor Nederland is meer tijd nodig. De jaarrapportage van het project Vervanging F-16 zal zoals gebruikelijk een analyse van deze gevolgen bevatten. De Kamer zal de jaarrapportage omstreeks 1 juni a.s. ontvangen.

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen

Eerste indrukken van Amerikaanse F-35 cijfers (SAR 2011)

  • Het Amerikaanse SAR-rapport is vergelijkbaar met de Nederlandse jaarrapportage over het project vervanging F-16. Het SAR-rapport beschrijft het Amerikaanse deel van het project en is niet een beschrijving van het totale project.

  • Het gaat alleen om Amerikaanse cijfers over de Amerikaanse situatie. Deze wijkt op een aantal punten af van de Nederlandse situatie:

    • o In de VS wordt uitgegaan van een levensduur van (inmiddels) 55 jaar, Nederland rekent met 30 jaar.

    • o De VS schaffen drie verschillende typen van de F-35 aan, Nederland heeft belangstelling voor slechts één versie: de (goedkoopste) versie voor de luchtmacht.

    • o Meerkosten in de ontwikkeling komen niet voor Nederlandse rekening, wel voor rekening van de Amerikanen. De Nederlandse bijdrage aan de SDD-fase is en blijft $ 800 miljoen. Dit bedrag is al bijna geheel betaald.

    • o De VS investeren in infrastructuur. In Nederland zijn relatief weinig investeringen in infrastructuur nodig.

  • De VS hebben het F-35 programma herijkt. Het testprogramma is aangepast en er is meer tijd ingeruimd voor softwareontwikkeling. Ook is, zoals bekend, het productieschema aangepast waardoor de komende jaren minder toestellen worden geproduceerd. Het totale aantal productietoestellen voor de VS blijft staan op 2443.

  • De Full Rate Production, die kan beginnen als de ontwikkeling is voltooid, vangt aan in 2019. Dat is twee jaar later dan eerder voorzien. Het exacte tijdschema van de operationele testfase (IOT&E) wordt later vastgesteld. Het Pentagon maakt een schatting in lopende prijzen (dus inflatie meegerekend) van de totale kosten van ontwikkeling, productie en het gebruik (exploitatie) van de F-35 tot en met het jaar 2065. Met de herijking zijn de geschatte totale Amerikaanse kosten tot en met het jaar 2065 gestegen van $ 1385 miljard (stand een jaar geleden) naar $ 1509 miljard (stand nu). Dit is een stijging van ongeveer 9 procent. In deze bedragen zijn inbegrepen (laatste stand):

    • o Ontwikkelingskosten ($ 55 miljard).

    • o Productiekosten van ruim 2400 toestellen ($ 335 miljard).

    • o Investeringen in infrastructuur ($ 5 miljard).

    • o Exploitatiekosten ($ 1 114 miljard).

  • De Amerikaanse productiekosten zijn gestegen voornamelijk door hogere kosten van grondstoffen en arbeid, en meer meegerekende inflatie in verband met de verplaatsing van een deel van de productie naar latere jaren. De stijging bedraagt ongeveer $ 10 miljard.

  • De Amerikaanse exploitatiekosten zijn voornamelijk gestegen door hogere arbeidskosten, een langere veronderstelde levensduur (55 jaar in plaats van 52 jaar), andere inflatiecijfers, hogere aannames van brandstofkosten, en meer meegerekende inflatie door de verplaatsing van deel productie naar latere jaren. De stijging van de geschatte exploitatiekosten bedraagt ongeveer $ 109 miljard.

  • Daarnaast leidt het oplossen van de concurrency problematiek tot kostenstijging van zowel de productie als de exploitatie.

  • De kale stuksprijs van de F-35A is sinds vorig jaar met 0,5 procent gestegen en bedraagt nu $ 64,4 miljoen (prijspeil 2002). Naar aanleiding van de herijking van het programma zal met ingang van SAR11 worden gerekend in prijspeil 2012. De kale stuksprijs in prijspeil 2012 bedraagt $ 78,7 miljoen. Dit is de gemiddelde aanschafprijs van de F-35A over de hele looptijd van het productieprogramma, waarbij alle verwachte bestellingen van alle landen zijn meegenomen.

  • Verdere uitdagingen voor het programma zijn:

    • o Softwareontwikkeling.

    • o Betaalbare oplossing van de concurrency problematiek.

    • o Verbetering van de kwaliteit en daarmee van de doelmatigheid van de productie.

Naar boven