nr. 107
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2008
Naar aanleiding van het algemeen overleg Materieel van 1 oktober
jl. informeer ik u hierbij nader over het besluit van Italië over de
deelneming aan de Initiële Operationele Test en Evaluatie (IOT&E)
van de JSF. Daarnaast ga ik in op berichten in de media over de JSF in relatie
tot Israël en het Verenigd Koninkrijk.
Italië
Evenals Nederland had Italië uitstel bedongen tot 31 mei 2008
om de opdracht tot verwerving te tekenen voor het eerste JSF-testtoestel.
Door onder andere het gecompliceerde besluitvormingstraject in Italië
en een regeringswisseling had Italië op 31 mei echter nog geen besluit
genomen. Onlangs heeft de Italiaanse projectdirecteur de Nederlandse, Amerikaanse
en Britse partners geïnformeerd dat Italië afziet van deelneming
aan de IOT&E en daarmee ook van de aanschaf van het eerste testtoestel
dit jaar. Als reden heeft de nieuwe regering nog dit jaar te realiseren bezuinigingen
aangevoerd. Het Italiaanse besluit heeft geen financiële consequenties
voor Nederland. Overigens heeft de Italiaanse regering haar uitdrukkelijke
steun voor het JSF-programma als zodanig uitgesproken en de Italiaanse deelneming
aan de System Development & Demonstration (SDD)-fase bevestigd.
Israël
Op 26 september jl. heeft de Defense Security
Cooperation Agency (DSCA), een instantie van het Pentagon die zich
bezighoudt met de militaire samenwerking met andere landen, het Amerikaanse
Congres geïnformeerd over de mogelijke verkoop van de JSF aan Israël
onder het Foreign Military Sales regime. Het gaat
om de CTOL-versie waarin ook Nederland is geïnteresseerd, maar mogelijk
ook om de STOVL-versie die verticaal kan opstijgen en landen. Met de verkoop
van 25 CTOL-toestellen met bijbehorende uitrusting en ondersteunende diensten
en de optie op een vervolgbestelling van 50 CTOL- of STOVL-toestellen is een
bedrag gemoeid van maximaal $ 15,2 miljard, aldus een mededeling
van de DSCA. Dit komt overeen met ruim € 10,8 miljard. Deze prijs
ligt aanzienlijk hoger dan het Nederlandse projectbudget Vervanging F-16,
omgerekend naar een planningsaantal van 85 toestellen. Uit de mededeling van
het DSCA blijkt dat het bedrag van $ 15,2 miljard niet alleen investeringskosten
omvat, maar ook exploitatiekosten voor bijvoorbeeld technische ondersteuning
en training gedurende vijftien jaar. In het Nederlandse projectbudget zijn
geen exploitatiekosten opgenomen. De Kamer is over de ontwikkeling van dit
projectbudget geïnformeerd met de brief van 29 februari 2008 (Kamerstuk
26 488 nr. 65).
Israël is geen JSF-partner en krijgt daarmee niet automatisch vrijstelling
van de SDD-ontwikkelingskosten die door de partnerlanden zijn betaald. Bovendien
moet bij verkoop onder het Foreign Military Sales regime
een opslag worden betaald waarvan Nederland voor de JSF is vrijgesteld. Nederland
zal bij een verkoop van de JSF aan Israël een bedrag aan royalties ontvangen
omdat Nederland partner in de SDD is.
Israël integreert vaak eigen apparatuur in zijn gevechtsvliegtuigen.
De ontwikkeling, de integratie en het testen daarvan in de JSF vallen niet
onder de door de JSF-partnerlanden gezamenlijk gedragen SDD-kosten. Voorts
blijkt uit de DSCA-mededeling dat een vervolgbestelling wellicht 50 STOVL-toestellen
zal omvatten. De STOVL-variant heeft een ongeveer 40 procent hogere stuksprijs
dan de CTOL-variant waar Nederland belangstelling voor heeft.
Verenigd Koninkrijk
In de Britse media circuleert een gerucht dat het Verenigd Koninkrijk
zou overwegen zich terug te trekken uit het JSF-programma om vervolgens een
maritieme versie van de Eurofighter te ontwikkelen. In officiële contacten
met het Verenigd Koninkrijk werd het bericht bestempeld als volstrekt speculatief.
Zoals gebruikelijk reageert het Britse ministerie van Defensie in de media
niet op dergelijke geruchten.
De staatssecretaris van Defensie,
J. G. de Vries