26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nr. 94 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VAN VELZEN C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 90

Voorgesteld 13 april 2010

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat bedrijven welke gebruikmaken van het financieel buitenlandinstrumentarium reeds verplicht worden om, op straffe van ontzegging van toegang tot dat instrumentarium, bij de eerste directe toeleverancier af te zien van gebruikmaking van kinderarbeid en dwangarbeid zoals is vastgelegd in twee van de vier fundamentele arbeidsrechten van de ILO;

constaterende, dat op diverse niveaus wordt benadrukt dat bij gebruik van het financieel buitenlandinstrumentarium een consistente benadering ten aanzien van de vier fundamentele arbeidsrechten gewenst is, zoals ook in de motie- Ortega-Martijn c.s. (31 700, nr. 38) wordt gevraagd;

verzoekt de regering om een risicoanalyse voor ondernemingen wat betreft een mogelijk negatieve impact op de vier fundamentele arbeidsrechten als voorwaarde te stellen aan bedrijven voor toegang tot het financieel buitenland instrumentarium,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Velzen

Gesthuizen

Voordewind

Naar boven