26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nr. 425 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2023

Tijdens het commissiedebat exportkredietverzekeringen (ekv) van 23 februari jl. (Kamerstuk 26 485, nr. 411)heb ik toegezegd de conclusies van een onafhankelijk second opinion onderzoek naar de monitoring van het luchthavenproject in de Filipijnen met uw Kamer te delen. Mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) bied ik u hierbij een niet bedrijfsgevoelige samenvatting van het onderzoek aan.1

Het project, waarvoor in 2022 een ekv is verstrekt, kent een aantal milieu- en sociale risico’s en voldeed ten tijde van de aanvraag niet volledig aan de internationale standaarden voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo).2 Tekortkomingen die niet tijdens de due diligence van ekv-uitvoerder Atradius Dutch State Business (ADSB) opgelost konden worden, zijn vastgelegd in het zogenoemde Environmental and Social Action Plan (ESAP). Het opvolgen van het ESAP was een vereiste voor het verstrekken van een ekv. Op de uitvoering van het ESAP wordt via monitoring toegezien door de onafhankelijke consultants MFC en Earth Active. Gelet op de zorgen geuit door uw Kamer en het maatschappelijk middenveld over de impact van het project, heb ik het consultancybureau Steward Redqueen (SRQ) eind vorig jaar de opdracht gegeven een onafhankelijk «second opinion» onderzoek te doen naar het monitoringsproces en de eerste monitoringsrapportage van de onafhankelijke consultants.

SRQ concludeert in haar rapport dat het monitoringsproces robuust is en adequaat is ingericht om eventuele misstanden in de uitvoering tijdig te adresseren. Ook concludeert SRQ dat de voor het project ingehuurde consultants de nodige expertise en ervaring hebben voor het monitoren van dit project en dat hun mandaat in lijn is met internationale standaarden. De consultants maken bovendien, waar mogelijk, gebruik van hun invloed om de projecteigenaar te adviseren over uitdagingen in de uitvoering van het ESAP. SRQ benadrukt dat het een omvangrijk project betreft met grote milieu- en sociale risico’s. De betrokkenheid van ADSB heeft er volgens SRQ voor gezorgd dat het project op het niveau van internationale mvo-standaarden is gebracht. Tegelijkertijd stelt het rapport vast dat voor een correcte uitvoering van het project conform deze standaarden volledige inzet van alle betrokken partijen noodzakelijk blijft.

Op basis van het rapport komt SRQ met een tweetal aanbevelingen. Deze hebben beide betrekking op het efficiënter inrichten van het monitoringsproces en vereenvoudiging van de rapportage. Op deze manier kan meer capaciteit vrij worden gemaakt voor het implementeren van de acties uit het ESAP. De onderzoekers adviseren (i) de consultants om een gerichter overzicht te geven van de belangrijkste prioritaire acties voor het komende kwartaal en haalbare mijlpalen en (ii) het consortium van financierende banken en ADSB om mogelijkheden te onderzoeken om tot een efficiënter en daarmee effectiever monitoringsproces te komen. Het kabinet verwelkomt de conclusies en aanbevelingen van SRQ en onderschrijft het belang van prioritering en stroomlijning gezien de intensiteit van de monitoring en de grote hoeveelheid acties in het ESAP. ADSB zal de aanbevelingen onder de aandacht brengen bij de onafhankelijke consultants en de financierende banken en daarop sturen om tot een efficiënter monitoringsproces te komen.

Op basis van het rapport concludeert het kabinet dat de onafhankelijke monitoring van het onderhavige project in de Filipijnen reeds van goede kwaliteit is en aan internationale standaarden voldoet. ADSB zal gedurende de looptijd van de polis toe blijven zien op de monitoring en uitvoering van het project.

De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij


X Noot
1

De onderzoekers hebben voor hun second opinion volledige inzage gehad in alle relevante documenten, welke bedrijfsgevoelige informatie bevatten. Deze uitgebreide samenvatting is zo geschreven dat het geen bedrijfsgevoelige informatie bevat en daarmee in zijn geheel openbaar kan worden gemaakt.

X Noot
2

Kamerstuk 26 485, nr. 397.

Naar boven