26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nr. 353 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2020

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de beleidsverklaring dierenwelzijn voor de exportkredietverzekering aan1.

Het uitgangspunt is dat de staat geen transacties in verzekering neemt wanneer er sprake is van onaanvaardbare negatieve effecten voor mens, dier en milieu. Dit uitgangspunt is grondig verankerd in het beleid voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo-beleid van de exportkredietverzekering (ekv). De daaruit volgende due diligence-processen zijn vastgelegd in het mvo-beleidsdocument voor de exportkredietverzekering (Kamerstuk 26 485, nr. 255) uit 2018.

Het mvo-beleidsdocument voor de ekv biedt stakeholders duidelijkheid en transparantie over het algemene beleidskader en de daarbij behorende bijbehorende due diligence. Het document gaat echter niet specifiek in op de normen en standaarden die gelden op het gebied van dierenwelzijn en dat kan voor onduidelijkheid zorgen bij exporteurs en andere betrokkenen. Het kabinet hecht eraan ook op het terrein van dierenwelzijn te zorgen voor een transparant ekv-beleid. Met de beleidsverklaring dierenwelzijn voor de ekv wordt hier invulling aan gegeven. De beleidsverklaring verheldert het toetsingskader voor dierenwelzijn, wat de rol van Atradius Dutch State Business (ADSB) is, en wat ik verwacht van partijen die betrokken zijn bij een exporttransactie.

De beleidsverklaring treedt niet in de plaats van het mvo-beleidsdocument voor de ekv, maar werkt aanvullend op het daarin omschreven beleid. Dat betekent ook dat waar processen al omschreven zijn in het beleidsdocument, deze niet opnieuw zijn opgenomen in de verklaring. De twee documenten dienen in samenhang te worden gelezen.

Het voorgestelde beleid op dierenwelzijn van de ekv is gebaseerd op geldende Nederlandse en Europese wet- en regelgeving en internationale richtlijnen op het gebied van mvo en dierenwelzijn. Deze worden verder toegelicht in de beleidsverklaring. De beleidsverklaring bevat tevens een lijst met dierenwelzijnspraktijken die ik niet verenigbaar acht met de «Vijf vrijheden», die tevens worden gehanteerd door de Wereldbank, en met de opvatting dat dieren een intrinsieke waarde hebben. Denk hierbij aan dierengevechten en het dwangvoeren van ganzen.

Tijdens stakeholder-consultaties hebben betrokkenen op het gebied van dierenwelzijn (exporteurs, ngo’s, belangenorganisaties en financiële instellingen) bijgedragen aan de totstandkoming van de beleidsverklaring.

Uit vergelijkend onderzoek naar de exportkredietverzekeraars in ons omringende landen is mij gebleken dat het Nederlandse mvo-beleid voor de ekv, specifiek op het aspect dierenwelzijn, het meest verstrekkende beleid is van alle exportkredietverzekeraars. Kiezen voor standaarden die nog verder gaan dan de vigerende wet- en regelgeving zou het internationale speelveld zodanig ongelijk maken, dat dit de concurrentiepositie van Nederlandse exporteurs te veel zou benadelen en daarmee ook niet bijdraagt aan verbeterd dierenwelzijn. Met de beleidsverklaring beschikt Nederland over een vooruitstrevend dierenwelzijnsbeleid, zo blijkt ook uit een inventarisatie van ADSB onder exportkredietverzekeraars.

Tot slot wordt benadrukt dat voor deze beleidsverklaring dierenwelzijn hetzelfde principe geldt als voor het overkoepelende mvo-beleidsdocument: het betreft een zogenaamd «levend document». Wanneer daartoe aanleiding is, bijvoorbeeld omdat er nieuwe of aangepaste regelgeving is, zal de verklaring daarop worden aangepast.

De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven