26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nr. 247 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 mei 2017

Deze brief behandelt de toezegging uit het Algemeen Overleg van 26 januari 2017 (Kamerstuk 26 485, nr. 240) om te reageren op de brief van MVO-platform van 5 december 2016 en de wijze waarop VNO-NCW / MKB-Nederland (hierna: VNO-NCW) bedrijven stimuleert de OESO-richtlijnen na te leven.

Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) is een integraal onderdeel van het Nederlandse buitenlandbeleid en van de agenda voor hulp, handel en investeringen. Zowel in uw Kamer als bij het bedrijfsleven bestaat veel draagvlak voor IMVO. VNO-NCW onderstreept bijvoorbeeld het belang van het oplossen van grensoverschrijdende globale maatschappelijke vraagstukken en het internationaal bevorderen van hoge standaarden op het gebied van duurzaamheid en MVO in zijn beleidsdocument NL Next Level. Ook pleitte de Dutch Sustainable Growth Coalition1recentelijk in een brief aan de informateur van 29 maart jl. om vast te houden aan het internationaal overeengekomen kader voor IMVO.

NGO’s en VNO-NCW cruciale partners om IMVO te bevorderen

Bij de uitvoering van het IMVO-beleid en de promotie van de OESO-richtlijnen is ruimhartige betrokkenheid en commitment van het bedrijfsleven cruciaal. Daarom wordt constructief samengewerkt met VNO-NCW en NGO’s. Door middel van het uitvoeren van het IMVO-convenantenbeleid worden NGO’s betrokken bij het inzichtelijk maken van risico’s in de productieketen en het waarborgen van IMVO in het bedrijfsleven (Kamerstuk 26 485, nr. 233). Daarnaast biedt de overheid ondersteuning daar waar actie en inzet vereist is die de invloed van bedrijven en NGO’s overstijgt om structurele oplossingen te bieden om risico-sectoren te verduurzamen (Kamerstuk 26 485, nr. 164).

VNO-NCW is op meerdere manieren betrokken bij het stimuleren van de toepassing en naleving van de OESO-richtlijnen. VNO-NCW is bijvoorbeeld een van de «NCP-plus-leden» van het Nationaal Contactpunt voor de OESO-richtlijnen (NCP) en VNO-NCW heeft bijvoorbeeld als mede-gastheer opgetreden bij conferenties als Tackle Global Challenges, Seize Opportunities, van 15 februari jl. Verder draagt VNO-NCW bij aan verscheidene fora die het IMVO-gedachtengoed vastleggen en ondersteunen, zoals de UN Global Compact en het SDG Charter.

Tot slot speelt VNO-NCW een belangrijke rol bij de organisatie van economische missies ook ten aanzien van IMVO en bij de ondersteuning van IMVO-convenanten, die op dit moment met verschillende sectoren worden afgesloten. Samen met de rijksoverheid werkt VNO-NCW aan het tegengaan van corruptie, bijvoorbeeld door het verspreiden van informatie, zoals met de onlangs verschenen brochure «Eerlijk zaken doen zonder corruptie». Gezien de vele verschillende initiatieven van VNO-NCW om IMVO te bevorderen, beschouwt het kabinet hen als een cruciale partner voor de implementatie van IMVO door het Nederlandse bedrijfsleven.

Controle 0-score bij missies

MVO-Platform wees er per brief van 5 december 2016 op dat de uitvoering van de controle van de zogenaamde 0-score bij economische missies niet goed was verlopen. Uitgangspunt van het kabinetsbeleid is dat bedrijven slechts kunnen deelnemen aan een economische missie als zij de OESO-richtlijnen onderschrijven en verklaren hiernaar te handelen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) controleert of ingeschreven bedrijven geen zogenoemde 0-score hebben op de Transparantiebenchmark. Mocht een voor de missie ingeschreven bedrijf een 0-score hebben, dan gaat RVO ermee in gesprek. Op basis van dit gesprek besluit het Ministerie van Buitenlandse Zaken of verbeterafspraken nodig zijn en of het bedrijf alsnog mag deelnemen aan de missie.

In de debatten met uw Kamer op 7 december 2016 (AO IMVO, Kamerstuk 26 485, nr. 236) en 26 januari 2017 (AO Handels- en investeringsbevordering) heb ik met uw Kamer geconcludeerd dat er betere afspraken nodig waren over de controle van de 0-score en besluitvorming over deelname aan economische missies. Er zijn daarom nieuwe werkafspraken gemaakt met RVO. De verantwoordelijkheden binnen het Rijk zijn beter belegd en de coördinatie van de controle van de 0-score is bij RVO neergelegd. RVO heeft hiervoor de middelen en de opdracht gekregen. Op die manier worden alle bedrijven die meegaan op missie goed gecontroleerd. Sinds mijn toezegging aan uw Kamer heeft RVO alle bedrijven die mee wilden op economische missie gecontroleerd en zijn er geen bedrijven met een 0-score meer meegegaan op missie. Het kabinet vertrouwt er hiermee op dat een degelijke uitvoering van de IMVO-taken is gegarandeerd.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

In de Dutch Sustainable Growth Coalition (DSGC) zitten de volgende Nederlandse multinationals: Akzo Nobel, DSM, Friesland Campina, Heineken, KLM, Philips, Shell, Unilever. VNO/NCW voert het secretariaat van de DSGC. De DSGC refereerde ten aanzien van het overeengekomen kader voor IMVO aan de OESO richtlijnen en het Ruggie Framework inzake Business & human rights van de VN.

Naar boven