26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nr. 195 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 november 2014

Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van Economische zaken, een kopie van het «Convenant ten aanzien van de verbeteringen in de steenkolenketen»1. Het convenant is vandaag getekend met de energiebedrijven NUON, E.ON, GDF Suez, EPZ en Essent. Het convenant zal spoedig in de Staatscourant worden gepubliceerd. Hiermee wordt ook uitvoering gegeven aan de motie Vos (Kamerstuk 26 485 nr. 180).

Ik waardeer het zeer dat de bedrijven gezamenlijk afspraken willen vastleggen over hoe zij maatschappelijk verantwoord ondernemen in de hele steenkolenketen. Het convenant is een mijlpaal in de jarenlange discussie met de energiebedrijven over maatschappelijke verantwoordelijkheid in de steenkolenketen. Uw Kamer heeft de afgelopen jaren vaak betrokkenheid getoond bij deze keten.

Conform de motie Vos is er bij de totstandbrenging van het convenant nadruk geweest op zoveel mogelijk herkomsttransparantie. Een derde onafhankelijke partij zal op verzoek – en op basis – van informatie van de energiebedrijven jaarlijks een gezamenlijke lijst publiceren van alle mijnen of mijnregio’s waar de energiebedrijven hun steenkool inkopen. Ik informeerde u in mijn Kamerbrief van 27 juni jl. al over de beperkingen voor transparantie en heb toen aangekondigd dat ik de Autoriteit Consument en Markt (ACM) zou vragen om een eventuele verplichting tot herkomsttransparantie te toetsen aan de (Europese) mededingingswetgeving (Kamerstuk 26 485, nr. 189). Dit advies treft u aan in de bijlage2. De ACM acht het aannemelijk dat het wettelijk invoeren van een verplichting tot individuele herkomsttransparantie, dan wel het gezamenlijk vrijwillig overeenkomen door elektriciteitsproducenten tot invoeren van individuele herkomsttransparantie een overtreding vormt van de (Europese) Mededingingswetgeving. Het convenant voldoet aan de voorwaarde die de ACM in haar brief stelt aan het geven van transparantie, omdat het hierbij gaat om een geaggregeerd overzicht opgesteld door een derde onafhankelijke partij.

Andere belangrijke elementen in het convenant zijn voor mij de groepsaanspreekbaarheid – waaruit het gezamenlijk commitment van de bedrijven spreekt – en de duidelijke verwijzing naar een geschillenbeslechtings-mechanisme waarmee de handelwijze van de bedrijven op basis van klachten kan worden bijgestuurd. De energiebedrijven hebben in de context van de opstelling van dit convenant onderzoek laten doen naar klachtenmechanismen. Dit onderzoek treft u ook als bijlage aan3.

De energiebedrijven kondigen in het convenant verschillende activiteiten aan. Ik help hen graag bij het verbeteren van de sociale en milieuomstandigheden in de internationale steenkolenketen, omdat ik bij wil dragen aan een klimaat waarin MVO gedijt. Ik dat kader heb ik om een onderzoek gevraagd ter verkenning van de mogelijke rol voor Nederland in het verbeteren van de omstandigheden in en om Colombiaanse steenkolenmijnen. Dit rapport, de derde bijlage bij deze brief, is ook nuttig ter voorbereiding van mijn reis naar Colombia van 24-26 november a.s.4 Dit is een economische missie waarbij ik aandacht zal besteden aan de problematiek in de Colombiaanse steenkolensector. Leden van uw Kamer vergezellen mij op deze reis, evenals vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en van de energiebedrijven die steenkolen gebruiken, Bettercoal, het Havenbedrijf Rotterdam en overslagbedrijf EMO. Ik zal het rapport voor mijn reis goed bestuderen om een goed beeld te krijgen van de problematiek. Als gebruikelijk zal ik uw Kamer verslag doen van mijn bevindingen van deze missie.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven