nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 25 februari 2000
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
A
1. Onderdeel 1 van onderdeel A komt te luiden:
1. In onderdeel j wordt «de krachtens artikel 58 of de bij of krachtens
de Wet verplaatsing mestproductie gestelde regels» vervangen door: de
bij of krachtens hoofdstuk V, de Wet verplaatsing mestproductie of de Wet
herstructurering varkenshouderij gestelde regels.
2. Na onderdeel F wordt het volgende onderdeel ingevoegd:
Fa
In artikel 57, tweede lid, wordt «Artikel 55, negende lid»
vervangen door: Artikel 55, achtste lid.
3. Onderdeel G wordt als volgt gewijzigd:
a. In artikel 58k, eerste lid, onderdeel a, wordt «artikel 4 van
het Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer» vervangen door: artikel
3 van het Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer.
b. In artikel 58k, eerste lid, onderdeel b wordt «de latente ruimte,
bedoeld in artikel 55a, eerste, vierde, vijfde en zesde lid» vervangen
door: de latente ruimte, bedoeld in artikel 55a, eerste, vierde, vijfde en
zesde lid, zoals deze ruimte in voorkomend geval in afwijking van dat artikel
wordt bepaald op grond van krachtens de artikelen 55, zesde lid, en 61 van
de wet gestelde regels.
c. Artikel 58k, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. ingeval het eerste lid, onderdeel b, op het bedrijf van toepassing
is, de overeenkomstig de artikelen 58h, 58i en 58j bepaalde hoeveelheid, vermeerderd
met het deel waarmee het varkensrecht waarop de belanghebbende
op grond van hoofdstuk II en artikel 24 van de Wet herstructurering varkenshouderij
ten hoogste aanspraak had kunnen maken ingevolge de melding is verlaagd, welk
deel wordt uitgedrukt in kilogrammen fosfaat door vermenigvuldiging van het
aantal varkenseenheden met 7,4 kilogram fosfaat;.
d. Het eerste lid van artikel 58y komt te luiden:
1. Indien artikel 58c op een andere datum in werking treedt, wordt voor
de toepassing van dat artikel in het jaar van inwerkingtreding in plaats van
«kalenderjaar» gelezen «het vanaf het tijdstip van inwerkingtreding
van dit artikel resterende deel van het jaar», en wordt in plaats van
«pluimveerecht» gelezen: pluimveerecht, vermenigvuldigd met het
na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 58c in het desbetreffende
jaar resterende aantal maanden gedeeld door twaalf.
4. Onderdeel H komt te luiden:
H
In artikel 71, tweede lid, wordt «55, 56, 57, tweede lid, 58»
vervangen door: 55, 57, tweede lid, 58, 58c, 58d, tweede lid, 58e, derde lid,
58f, eerste lid.
B
Artikel III komt te luiden:
Artikel III
Artikel 1a van de Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
A
Onder 1° wordt in de zinsnede met betrekking tot de Meststoffenwet
«de artikelen 55, 56, 57, tweede lid, en 58» vervangen door: de
artikelen 55, 57, tweede lid, 58, 58c, 58d, tweede lid, 58e, derde lid, en
58f, eerste lid.
B
Onder 3° wordt in de zinsnede met betrekking tot de Meststoffenwet
«7, 9» vervangen door: 7.
Toelichting
De onderhavige nota strekt er, naast verbetering van enkele ondergeschikte
punten van technische aard, toe om de regels over de bepaling van het pluimveerecht,
geldend voor het bedrijf van zogenoemde omschakelende varkenshouders op een
viertal punten te wijzigen en aan te vullen. Deze specifieke voorziening beoogt
varkenshouders die destijds geheel of ten dele hebben afgezien van een varkensrecht
met het oog op omschakeling naar de pluimveehouderij, de mogelijkheid te bieden
deze ruimte, die in het referentiejaar nog niet werd bent voor de productie
van pluimveemest, maar van varkensmest, om te zetten in pluimveerechten.
De eerste wijziging heeft betrekking op de maximumomvang van het pluimveerecht.
Ingevolge het huidige voorgestelde artikel 58k, tweede lid, onderdeel b, is
het pluimveerecht van deze omschakelende varkenshouders nooit hoger dat de
forfaitaire fosfaatproductie, gerelateerd aan het varkensrecht waarvan zij
destijds hebben afgezien – 7,4 kilogram fosfaat per varkenseenheid.
De mogelijkheid bestaat evenwel dat deze omschakelende varkenshouder ook in
de referentiejaren 1997, 1996 of 1995 reeds binnen zijn mestproductierecht
pluimvee hield, naast varkens. Zonder nadere voorziening zou dit aantal kippen
en kalkoenen niet meetellen voor de bepaling van de omvang van het pluimveerecht,
wat niet gewenst is. Het voorgestelde artikel 58k, tweede lid, onderdeel b,
wordt in dit verband gewijzigd. Benadrukt wordt dat het hier gaat om een bepaling
over het maximum van het pluimveerecht voor omschakelende bedrijven. De regels
over de bepaling van het pluimveerecht zelf worden bij algemene maatregel
van bestuur gesteld.
Daarnaast wordt het voorgestelde artikel 58k, eerste lid, onderdeel b,
gewijzigd. Deze wijziging is nodig gegeven het feit dat bij de bepaling van
de zogenoemde latente ruimte, bedoeld in artikel 55a van de Meststoffenwet,
ook rekening wordt gehouden met aanvullende regels over de bepaling van de
latente ruimte, waarbij in dit geval van belang is artikel 22 van het Besluit
hardheidsgevallen herstructurering varkenshouderij, gebaseerd op de artikelen
55, zesde lid, en 61 van de Meststoffenwet.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
L. J. Brinkhorst