nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID DUIJKERS
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
I
In onderdeel B wordt in artikel 6, onder 2°, «artikelen 362
tot en met 364a» vervangen door: artikelen 361a tot en met 364a.
II
Na onderdeel H wordt een onderdeel ingevoegd, dat luidt:
Ha
Na artikel 361 wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:
Artikel 361a
1. De ambtenaar die een gift of een belofte daartoe ter waarde van meer
dan 100 gulden, of een niet op geld waardeerbare belofte of dienst waarbij
sprake is van substantieel voordeel aanneemt, wetende of redelijkerwijs vermoedende
dat die gift, belofte of dienst hem in zijn hoedanigheid van ambtenaar werd
gedaan, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete
van de vijfde categorie.
2. Hij die het in het eerste lid omschreven feit begaat in zijn hoedanigheid
van minister, staatssecretaris, commissaris van de Koning, gedeputeerde, burgemeester,
wethouder of lid van een algemeen vertegenwoordigend orgaan, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste achttien maanden of geldboete van de vijfde
categorie.
III
In onderdeel J wordt in artikel 364a, eerste lid, «ten aanzien van
de artikelen 362 en 363» vervangen door: ten aanzien van de artikelen
361a, 362 en 363.
IV
Onderdeel K wordt als volgt gewijzigd:
A. In subonderdeel 1 «de artikelen 362 en 363» vervangen door:
de artikelen 361a, 362 en 363.
B. In subonderdeel 2 wordt in de zinsnede na de dubbele punt «de
artikelen 359, 362 tot en met 364» vervangen door: de artikelen 359,
361a tot en met 364.
Toelichting
In het voorgestelde amendement, artikel 361a, wordt passieve corruptie
strafbaar gesteld, in die zin dat een ambtenaar die een gift of een belofte
daartoe ter waarde van meer dan 100 gulden, of een niet op geld waar- deerbare
belofte of dienst waarbij sprake is van substantieel voordeel ontvangt, die
kennelijk verband houdt met zijn functie en de rol als ambte- naar. Daarbuiten
vallen dus gunsten die hij in persoon heeft ontvangen waarvan kan worden aangenomen
dat zij niets met zijn functie van ambtenaar van doen hebben. Ook «bagatelgunsten»
vallen er buiten. Dit laat onverlet de maatregelen van disciplinaire aard
die in de rechtspositieregelingen van ambtenaren zijn vastgelegd.
Met betrekking tot het voorgestelde strafmaximum wordt opgemerkt dat de
begunstiging uiteraard als een minder ernstig strafbaar feit moet worden aangemerkt
dan omkoping-gericht-op-een-bepaalde-prestatie.
Duijkers