26 463
Regels omtrent het transport en de levering van gas (Gaswet)

nr. 89
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN DEN AKKER C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 64

Ontvangen 3 april 2000

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel 1, eerste lid, wordt na onderdeel q een nieuw onderdeel r in- gevoegd, luidende:

r. directeur: de Directeur van de dienst uitvoering en toezicht energie;.

II

Aan artikel 25 wordt, onder aanduiding van de tekst van het artikel als eerste lid, een lid toegevoegd, luidende:

2. Artikel 24 is van overeenkomstige toepassing op de directeur voor zover hij inlichtingen en gegevens nodig heeft voor de uitvoering van zijn taken op grond van deze wet.

III

Na artikel 34 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 34a

1. De directeur-generaal draagt de directeur op werkzaamheden te verrichten ten behoeve van de uitvoering van deze wet, alsmede van het toezicht op de naleving van deze wet, met uitzondering van werkzaamheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van artikel 9.

2. Van de wijze waarop toepassing aan het eerste lid is gegeven, wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

IV

Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

A. In onderdeel A wordt na punt 1 ingevoegd:

2. In het eerste lid komt onderdeel e te luiden:

e. directeur van de dienst: de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht energie, bedoeld in artikel 5, tweede lid;.

B. Na onderdeel A worden de nieuwe onderdelen Aa tot en met Af ingevoegd:

Aa

Het opschrift van hoofdstuk 2 komt te luiden:

HOOFDSTUK 2. DIENST UITVOERING EN TOEZICHT ENERGIE

Ab

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «Dienst uitvoering en toezicht Elektriciteitswet» vervangen door: Dienst uitvoering en toezicht energie.

2. Toegevoegd wordt een zesde lid, luidende:

6. De directeur van de dienst kan bindende aanwijzingen geven in verband met de naleving van deze wet.

Ac

In artikel 6, eerste, tweede en derde lid, wordt de zinsnede «in deze wet» telkens vervangen door: in deze wet en de Gaswet.

Ad

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «de hem in deze wet opgedragen taken» vervangen door: de hem in deze wet en de Gaswet opgedragen taken.

2. In het derde lid wordt de zinsnede «welke in verband met enige werkzaamheid ten behoeve van de uitvoering van deze wet zijn verkregen, mogen uitsluitend voor de toepassing van deze wet worden gebruikt» vervangen door: welke in verband met enige werkzaamheid ten behoeve van de uitvoering van deze wet en de Gaswet zijn verkregen, mogen uitsluitend voor de toepassing van deze wet, onderscheidenlijk de Gaswet, worden gebruikt.

Ae

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

In het tweede lid wordt de zinsnede «vergezeld van zijn bevindingen daaromtrent, voor 1 juli» vervangen door: vergezeld van zijn bevindingen daaromtrent en de door de directeur van de dienst aan Onze Minister uitgebrachte adviezen, voor 1 juli.

Af

Na artikel 24b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 24c

1. Een netbeheerder hanteert voorwaarden die redelijk, objectief en niet discriminerend zijn.

2. Voorwaarden als bedoeld in de artikelen 236 en 237 van boek 6 van het Burgerlijk wetboek worden vermoed niet redelijk te zijn.

3. Een voorwaarde is redelijk, wanneer dit blijkt uit de aard, inhoud of wijze van totstandkoming van de betrokken voorwaarde.

Toelichting

Het is wenselijk dat het toezicht op de naleving van de verschillende energiewetten in handen blijft van één toezichthouder. In tegenstelling tot de NMa, die is belast met het toezicht op alle economische sectoren, is de DTE een sectorale toezichthouder die slechts is belast met het toezicht op de energiemarkt. De DTE zal dan ook intensiever toezicht kunnen houden op de naleving van de wet. Daarbij kan de DTE gebruik maken van de door haar inmiddels opgedane ervaringen op het terrein van de liberalisering van de elektriciteitsmarkt. Dit laatste is mede van belang, omdat belangrijke onderdelen van de Gaswet overeenkomen met de Elektriciteitswet 1998, bijvoorbeeld de vaststelling van de efficiencykorting en het vaststellen van tarieven voor beschermde afnemers. In de voorgestelde regeling worden werkzaamheden ter uitvoering van de Gaswet en het toezicht daarop opgedragen aan de directeur van de Dte. Een uitzondering is gemaakt voor werkzaamheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de op de directeur-generaal van de NMa rustende taak tot het beslechten van individuele concrete geschillen als bedoeld in artikel 9. Deze uitzondering laat de directeur-generaal van de NMa de mogelijkheid tot het vaststellen van beleidsregels, bijvoorbeeld met betrekking tot artikel 6 van de Gaswet.

Tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel is uitdrukkelijk gewezen op het feit dat ook beheerders van elektriciteitsnetten op grond van de Mededingingswet redelijke voorwaarden moeten hanteren. In verband met de kenbaarheid voor derden wordt dit uitgangspunt geëxpliciteerd.

Van den Akker

Blaauw

Van Walsem

Naar boven