nr. 89
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN DEN AKKER C.S.
TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 64
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 1, eerste lid, wordt na onderdeel q een nieuw onderdeel r in-
gevoegd, luidende:
r. directeur: de Directeur van de dienst uitvoering en toezicht energie;.
II
Aan artikel 25 wordt, onder aanduiding van de tekst van het artikel als
eerste lid, een lid toegevoegd, luidende:
2. Artikel 24 is van overeenkomstige toepassing op de directeur voor zover
hij inlichtingen en gegevens nodig heeft voor de uitvoering van zijn taken
op grond van deze wet.
III
Na artikel 34 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 34a
1. De directeur-generaal draagt de directeur op werkzaamheden te verrichten
ten behoeve van de uitvoering van deze wet, alsmede van het toezicht op de
naleving van deze wet, met uitzondering van werkzaamheden die rechtstreeks
verband houden met de uitvoering van artikel 9.
2. Van de wijze waarop toepassing aan het eerste lid is gegeven, wordt
mededeling gedaan in de Staatscourant.
IV
Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:
A. In onderdeel A wordt na punt 1 ingevoegd:
2. In het eerste lid komt onderdeel e te luiden:
e. directeur van de dienst: de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht
energie, bedoeld in artikel 5, tweede lid;.
B. Na onderdeel A worden de nieuwe onderdelen Aa tot en met Af ingevoegd:
Aa
Het opschrift van hoofdstuk 2 komt te luiden:
HOOFDSTUK 2. DIENST UITVOERING EN TOEZICHT ENERGIE
Ab
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «Dienst uitvoering en toezicht
Elektriciteitswet» vervangen door: Dienst uitvoering en toezicht energie.
2. Toegevoegd wordt een zesde lid, luidende:
6. De directeur van de dienst kan bindende aanwijzingen geven in verband
met de naleving van deze wet.
Ac
In artikel 6, eerste, tweede en derde lid, wordt de zinsnede «in
deze wet» telkens vervangen door: in deze wet en de Gaswet.
Ad
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «de hem in deze wet opgedragen
taken» vervangen door: de hem in deze wet en de Gaswet opgedragen taken.
2. In het derde lid wordt de zinsnede «welke in verband met enige
werkzaamheid ten behoeve van de uitvoering van deze wet zijn verkregen, mogen
uitsluitend voor de toepassing van deze wet worden gebruikt» vervangen
door: welke in verband met enige werkzaamheid ten behoeve van de uitvoering
van deze wet en de Gaswet zijn verkregen, mogen uitsluitend voor de toepassing
van deze wet, onderscheidenlijk de Gaswet, worden gebruikt.
Ae
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
In het tweede lid wordt de zinsnede «vergezeld van zijn bevindingen
daaromtrent, voor 1 juli» vervangen door: vergezeld van zijn bevindingen
daaromtrent en de door de directeur van de dienst aan Onze Minister uitgebrachte
adviezen, voor 1 juli.
Af
Na artikel 24b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 24c
1. Een netbeheerder hanteert voorwaarden die redelijk, objectief en niet
discriminerend zijn.
2. Voorwaarden als bedoeld in de artikelen 236 en 237 van boek 6 van het
Burgerlijk wetboek worden vermoed niet redelijk te zijn.
3. Een voorwaarde is redelijk, wanneer dit blijkt uit de aard, inhoud
of wijze van totstandkoming van de betrokken voorwaarde.
Toelichting
Het is wenselijk dat het toezicht op de naleving van de verschillende
energiewetten in handen blijft van één toezichthouder. In tegenstelling
tot de NMa, die is belast met het toezicht op alle economische sectoren, is
de DTE een sectorale toezichthouder die slechts is belast met het toezicht
op de energiemarkt. De DTE zal dan ook intensiever toezicht kunnen houden
op de naleving van de wet. Daarbij kan de DTE gebruik maken van de door haar
inmiddels opgedane ervaringen op het terrein van de liberalisering van de
elektriciteitsmarkt. Dit laatste is mede van belang, omdat belangrijke onderdelen
van de Gaswet overeenkomen met de Elektriciteitswet 1998, bijvoorbeeld de
vaststelling van de efficiencykorting en het vaststellen van tarieven voor
beschermde afnemers. In de voorgestelde regeling worden werkzaamheden ter
uitvoering van de Gaswet en het toezicht daarop opgedragen aan de directeur
van de Dte. Een uitzondering is gemaakt voor werkzaamheden die rechtstreeks
verband houden met de uitvoering van de op de directeur-generaal van de NMa
rustende taak tot het beslechten van individuele concrete geschillen als bedoeld
in artikel 9. Deze uitzondering laat de directeur-generaal van de NMa de mogelijkheid
tot het vaststellen van beleidsregels, bijvoorbeeld met betrekking tot artikel
6 van de Gaswet.
Tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel is uitdrukkelijk gewezen op
het feit dat ook beheerders van elektriciteitsnetten op grond van de Mededingingswet
redelijke voorwaarden moeten hanteren. In verband met de kenbaarheid voor
derden wordt dit uitgangspunt geëxpliciteerd.
Van den Akker
Blaauw
Van Walsem