nr. 57
AMENDEMENT VAN HET LID WITTEVEEN-HEVINGA
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel 1 worden twee leden toegevoegd:
4. Onverminderd het tweede lid kan een wijziging als bedoeld in dat lid
niet eerder ingaan dan op 1 januari 2003 en niet dan nadat daarover overeenstemming
is bereikt tussen Onze Minister en de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
5. Een wijziging als bedoeld in het tweede lid heeft slechts plaats indien:
a. die wijziging verantwoord is uit een oogpunt van betrouwbaarheid, betaalbaarheid
en duurzaamheid van de gasvoorziening,
b. er sprake is van evenwichtige mededinging,
c. er Europese regelgeving met betrekking tot mededinging is, die heeft
geleid tot een evenwichtige verdeling van krachten op de gasmarkt,
d. er voldoende inzicht bestaat over de te verwachten gevolgen met betrekking
tot de positie en de inkomsten van de Staat.
Toelichting
Dit amendement geeft aan dat een wijziging van de termijn van vrijmaking
van de gasmarkt vanaf 2003 ter discussie kan staan, maar dat een standpunt
over die wijziging niet eerder kan worden genomen nadat een gemeenschappelijk
standpunt daarover is bereikt waarbij de volgende aspecten een belangrijke
rol spelen.
Op de eerste plaats dient in verband daarmee uitgegaan te worden van de
criteria betrouwbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid en dient er duidelijkheid
te bestaan over verbetering van de prijs-kwaliteitsverhouding van de gasvoorziening.
Tot de kwaliteit behoren uitdrukkelijk ook de aspecten van duurzaamheid en
veiligheid. Bij de prijs-kwaliteitsverhouding staan eveneens uitdrukkelijk
de belangen van de kleinverbruikers/huishoudens voor ogen.
Tevens van belang voor een beslissing over een wijziging van de genoemde
data, is inzicht in de te verwachten gevolgen voor de aardgasbaten van de
Staat en voor de Nederlandse economie.
Voor de beoordeling van de wenselijkheid om van de genoemde data af te
wijken behoort duidelijkheid te bestaan over de voortgang van het ontstaan
van een Europees level playing field voor gashandel en -productie. Ook dient
hierbij rekening te worden gehouden met gelijke mededingingsomstandigheden
voor alle spelers, met name ook daar waar het duurzaamheidsaspecten van de
handel en productie van gas, de transparantie van de totstandkoming van prijzen
voor alle gebruikers en de non-discriminatoire toegang tot de gasleidingnetten
betreft. In dit verband dienen in Europees verband duidelijk waarborgen te
zijn ingevoerd die een machtspositie van dominante spelers – ook over
de grenzen – dienen te voorkomen.
Tenslotte bevat dit amendement de opvatting dat de in artikel 1, lid 1
onder n, genoemde data niet veranderd dienen te worden als niet ook duidelijkheid
bestaat over de rol van de overheid als eigenaar van gasbedrijven waaronder
de Gasunie; dit tegen de achtergrond van de mening dat, voordat er sprake
kan zijn van versnelde liberalisering van de gassector, eerst het beheer,
de zeggenschap en eigendomsverhoudingen met betrekking tot het hoofdtransportnet
en de regionale netten, nog afgebakend dienen te worden in private en publieke
verantwoordelijkheden.
Witteveen-Hevinga