26 463
Regels omtrent het transport en de levering van gas (Gaswet)

nr. 53
AMENDEMENT VAN HET LID VAN WALSEM

Ontvangen 13 maart 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan Artikel 5 worden drie leden toegevoegd:

6. Indien in een bedrijfsonderdeel van het gastransportbedrijf of in een met dat bedrijf in een groep verbonden groepsmaatschappij in de zin van artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek andere dan transportactiviteiten worden verricht, mag het gastransportbedrijf dat onderdeel onderscheidenlijk die groepsmaatschappij niet bevoordelen boven anderen waarmee dat onderdeel onderscheidenlijk die groepsmaatschappij in concurrentie treedt, of anderszins voordelen toekennen die verder gaan dan in normaal handelsverkeer gebruikelijk is.

7. Als bevoordelen van een bedrijfsonderdeel of groepsmaatschappij als bedoeld in het zevende lid of het toekennen van voordelen die verder gaan dan in het normaal handelsverkeer gebruikelijk is, worden in ieder geval aangemerkt:

a. het verstrekken van gegevens aan een bedrijfsonderdeel of een groepsmaatschappij over netgebruikers en/of over hun gebruik van het gasnet in de meest brede zin van het woord;

b. het leveren van goederen of diensten aan een bedrijfsonderdeel of aan een groepsmaatschappij tegen een vergoeding die lager is dan de redelijk daaraan toe te rekenen kosten;

c. het leveren van goederen of diensten aan een bedrijfsonderdeel of aan een groepsmaatschappij tegen een vergoeding die lager is dan die waartegen die goederen of diensten ook aan netgebruikers wordt aangeboden.

8. Het gastransportbedrijf voegt bij zijn jaarrekening een verklaring waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de in het zesde lid gestelde eisen. Het gastransportbedrijf legt een exemplaar van zijn jaarrekening, de daartoe behorende toelichting en de daarbij gevoegde verklaring voor een ieder ter inzage in al zijn kantoren en zendt een exemplaar daarvan aan de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit.

Toelichting

Met de voorgestelde amendementen wordt enerzijds de situatie gerealiseerd dat het thans door Gasunie voorgestane afstandafhankelijke tarief wordt vervangen door het ultiem niet discriminatoire postzegeltarief (point tariff), waarmee tevens wordt bewerkstelligd dat allerlei reparaties in het afstandafhankelijke systeem, zoals ten behoeve van de levering aan beschermde afnemers en aan tuinders, niet noodzakelijk meer zijn. Afnemers op grotere afstand van een entry point worden met het thans voorgestelde tarief gelijkelijk behandeld in vergelijking met degenen die daar toevalligerwijs «bovenop» gesitueerd zijn. Met het voorstel wordt eenzelfde uitgangssituatie ten aanzien van het gastransportbedrijf gecreëerd als het geval is bij het hoofdtransport van elektriciteit zoals dat door TenneT plaatsvindt. Een en ander is in lijn gebracht met het bepaalde in artikel 25b van de Elektriciteitswet 1998.

Anderzijds wordt in de amendementen veilig gesteld dat het deel van Gasunie dat zich met levering van gas bezighoudt geen concurrentievoordeel verkrijgt vanwege het transportdeel van Gasunie. Een parallel is getrokken met artikel 18 van de Elektriciteitswet 1998.

Van Walsem

Naar boven