nr. 53
AMENDEMENT VAN HET LID VAN WALSEM
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan Artikel 5 worden drie leden toegevoegd:
6. Indien in een bedrijfsonderdeel van het gastransportbedrijf of in een
met dat bedrijf in een groep verbonden groepsmaatschappij in de zin van artikel
24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek andere dan transportactiviteiten
worden verricht, mag het gastransportbedrijf dat onderdeel onderscheidenlijk
die groepsmaatschappij niet bevoordelen boven anderen waarmee dat onderdeel
onderscheidenlijk die groepsmaatschappij in concurrentie treedt, of anderszins
voordelen toekennen die verder gaan dan in normaal handelsverkeer gebruikelijk
is.
7. Als bevoordelen van een bedrijfsonderdeel of groepsmaatschappij als
bedoeld in het zevende lid of het toekennen van voordelen die verder gaan
dan in het normaal handelsverkeer gebruikelijk is, worden in ieder geval aangemerkt:
a. het verstrekken van gegevens aan een bedrijfsonderdeel of een groepsmaatschappij
over netgebruikers en/of over hun gebruik van het gasnet in de meest brede
zin van het woord;
b. het leveren van goederen of diensten aan een bedrijfsonderdeel of aan
een groepsmaatschappij tegen een vergoeding die lager is dan de redelijk daaraan
toe te rekenen kosten;
c. het leveren van goederen of diensten aan een bedrijfsonderdeel of aan
een groepsmaatschappij tegen een vergoeding die lager is dan die waartegen
die goederen of diensten ook aan netgebruikers wordt aangeboden.
8. Het gastransportbedrijf voegt bij zijn jaarrekening een verklaring
waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de in het zesde lid gestelde eisen. Het
gastransportbedrijf legt een exemplaar van zijn jaarrekening, de daartoe behorende
toelichting en de daarbij gevoegde verklaring voor een ieder ter inzage in
al zijn kantoren en zendt een exemplaar daarvan aan de directeur-generaal
van de Nederlandse mededingingsautoriteit.
Toelichting
Met de voorgestelde amendementen wordt enerzijds de situatie
gerealiseerd dat het thans door Gasunie voorgestane afstandafhankelijke tarief
wordt vervangen door het ultiem niet discriminatoire postzegeltarief (point
tariff), waarmee tevens wordt bewerkstelligd dat allerlei reparaties in het
afstandafhankelijke systeem, zoals ten behoeve van de levering aan beschermde
afnemers en aan tuinders, niet noodzakelijk meer zijn. Afnemers op grotere
afstand van een entry point worden met het thans voorgestelde tarief gelijkelijk
behandeld in vergelijking met degenen die daar toevalligerwijs «bovenop»
gesitueerd zijn. Met het voorstel wordt eenzelfde uitgangssituatie ten aanzien
van het gastransportbedrijf gecreëerd als het geval is bij het hoofdtransport
van elektriciteit zoals dat door TenneT plaatsvindt. Een en ander is in lijn
gebracht met het bepaalde in artikel 25b van de Elektriciteitswet 1998.
Anderzijds wordt in de amendementen veilig gesteld dat het deel van Gasunie
dat zich met levering van gas bezighoudt geen concurrentievoordeel verkrijgt
vanwege het transportdeel van Gasunie. Een parallel is getrokken met artikel
18 van de Elektriciteitswet 1998.
Van Walsem