nr. 35
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DEN AKKER
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Het opschrift van paragraaf 2.2. komt te luiden: Indicatieve tarieven en voorwaarden voor transport
II
Artikel 4 eerste lid komt te luiden:
1. Een gastransportbedrijf is verplicht voor 1 september aan de directeur-generaal
een voorstel te doen van de tarieven en voorwaarden die het gastransportbedrijf
het volgende kalenderjaar wenst te hanteren voor het verrichten van het transport
van gas en van de daarmee noodzakelijkerwijs verbonden diensten.
III
In artikel 4 wordt na het eerste lid een nieuw lid ingevoegd:
2. Het gastransportbedrijf voert overleg met representatieve organisaties
van netgebruikers over het voorstel als genoemd in het eerste lid.
IV
In artikel 4, derde lid, wordt «de in het eerste lid bedoelde informatie»
vervangen door: het in het eerste lid bedoelde voorstel.
V
In Paragraaf 2.2. wordt na artikel 4 een nieuw artikel 4a ingevoegd,
luidende:
Artikel 4a
1. Een voorstel van een gastransportbedrijf bevattende tarieven en voorwaarden
voor het transport van gas en daarmee noodzakelijkerwijs verbonden
diensten wordt door de directeur-generaal getoetst, met inachtneming van deze
wet, aan de Mededingingswet.
2. De directeur-generaal stelt vervolgens op basis van het voorstel van
het gastransportbedrijf de indicatieve tarieven en voorwaarden vast.
3. De door de directeur-generaal vastgestelde indicatieve tarieven en
voorwaarden worden zo spoedig mogelijk bekend gemaakt.
VI
Aan artikel 35 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Tegen een door de directeur-generaal genomen besluit als bedoeld in
artikel 9 derde lid kan geen verzoek tot voorlopige voorziening bij de president
van de arrondissementsrechtbank worden ingesteld.
Toelichting
Voor het goed functioneren van een vrije gasmarkt, gebaseerd op een systeem
van onderhandelde toegang, is het van belang dat geschillen snel worden afgehandeld,
zodat het door netgebruikers gewenste gas- transport doorgang kan vinden.
Procedures op de grondslag van de Mededingingswet kunnen evenwel geruime tijd
duren. Teneinde in dit probleem te voorzien heeft de Minister bij eerste nota
van wijziging besloten tot het aan de directeur-generaal toekennen van een
bevoegdheid tot het (tijdelijk) opleggen van een tarief of voorwaarde in geval
van een geschil tussen gasbedrijf en netgebruiker. Met deze «bestuurlijke
voorlopige voorziening» is een belangrijke verbetering in het oorspronkelijke
wetsvoorstel aangebracht. Blijkens de door de Minister gegeven toelichting
op het wetsvoorstel zal deze «bestuurlijke voorlopige voorziening»
door de directeur-generaal worden gebaseerd op de door gasbedrijven vastgestelde
indicatieve tarieven en voorwaarden. Aangezien de indicatieve tarieven en
voorwaarden eenzijdig door het gasbedrijf worden vastgesteld lijken deze tarieven
en voorwaarden geen geschikt referentiekader door de directeur-generaal om
een voorlopige voorziening op te baseren. Het voorgestelde amendement voorziet
in een systeem waarbij indicatieve voorwaarden met inspraak van netgebruikers
en pas na toetsing van deze tarieven en voorwaarden aan de Mededingingswet
en Gaswet door een onafhankelijke partij, zijnde de directeur-generaal van
de Nma worden vastgesteld. De aldus vastgestelde indicatieve tarieven en voorwaarden
zijn daarmee een geschikt referentiekader voor de directeur-generaal bij het
opleggen van een «bestuurlijke voorlopige voorziening».
Van den Akker