nr. 10
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 2 november 1999
Artikel I van het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:
A
In onderdeel Ae wordt in artikel 29, eerste lid, tweede volzin, «Het
college van procureurs generaal» vervangen door: Het College van procureurs
generaal
B
In onderdeel C wordt in artikel 38c «het ontwerp van het beleidsplan
voor het Korps landelijke politiediensten» vervangen door: het ontwerp
van het beleidsplan en het jaarverslag voor het Korps landelijke politiediensten.
Toelichting
Onderdeel A
Abusievelijk was in de tweede volzin van artikel 29, eerste lid, het «college»
met een kleine letter geschreven. Hierbij wordt deze omissie hersteld.
Onderdeel B
In de hoofdlijnennotitie over het regionaal politiebestel «Bestel
in balans» hebben wij mede aan de hand van een accentuering van het
verschil tussen de beleidsstukken enerzijds en de beheersstukken anderzijds
de rol van de verschillende organen in het politiebestel beschreven. Bij de
beleidsstukken gaat het om het beleidsplan en het jaarverslag. Bij de beheersstukken
gaat het om de begroting, de formatie, de organisatie en de jaarrekening.
In onze visie zou de bestaande betrokkenheid van de hoofdofficier van justitie
bij de totstandkoming van de beleidsstukken gehandhaafd moeten blijven. Dit
geldt naar ons oordeel ook voor het hoofd van het landelijk parket met betrekking
tot de beleidsstukken inzake het KLPD. In het wetsvoorstel beperkt zijn instemming zich thans tot het ontwerp-beleidsplan. Wij zien geen goede
reden om die instemming daartoe te beperken en stellen daarom voor het instemmingvereiste
ook te laten gelden voor het jaarverslag waarin verantwoording wordt afgelegd
over de taakuitvoering van de politie die zich deels onder de verantwoordelijkheid
van de officier van justitie heeft gerealiseerd.
Gezien het karakter van het jaarverslag vinden wij het niet nodig om een
voorziening te treffen voor het – niet al te waarschijnlijke –
geval dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als korpsbeheerder
en het hoofd van het landelijk parket geen overeenstemming over het ontwerp-jaarverslag
bereiken. Het hoofd van het landelijk parket kan zijn afwijkende visie desgewenst
aan de Raad voor het KLPD voorleggen die vervolgens, al dan niet met inachtneming
van die visie, het jaarverslag vaststelt.
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Peper