26 456
Nieuwe regels omtrent het openbaar vervoer en besloten busvervoer (Wet personenvervoer 2000)

nr. 9
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 1 februari 2000

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift komt te luiden:

Nieuwe regels omtrent het openbaar vervoer, besloten busvervoer en taxivervoer (Wet personenvervoer 2000)

B

In de considerans wordt «het openbaar vervoer en het besloten busvervoer» vervangen door: het openbaar vervoer, het besloten busvervoer en het taxivervoer.

C

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel g wordt «plaatsen» telkens vervangen door: halteplaatsen.

2. De onderdelen j tot en met m worden geletterd k tot en met n.

3. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

j. taxivervoer: personenvervoer per auto, anders dan bedoeld in onderdeel h, tegen betaling;

4. In onderdeel k (nieuw) wordt «openbaar vervoer of besloten busvervoer» vervangen door: openbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer.

D

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder a, wordt «openbaar vervoer en besloten busvervoer» vervangen door: openbaar vervoer, besloten busvervoer en taxivervoer.

2. In het derde lid wordt aan het slot van de eerste volzin toegevoegd:

, tenzij vorenstaande wordt verricht in de uitoefening van een beroep of bedrijf.

E

De aanduiding «§ 3. Vergunningen voor openbaar vervoer en besloten busvervoer» komt te luiden:

§ 3. Vergunningen

F

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

2. Het is verboden taxivervoer te verrichten zonder een daartoe verleende vergunning.

2. In het derde lid (nieuw) wordt «het eerste lid» vervangen door «het eerste en tweede lid» en wordt na «besloten busvervoer» ingevoegd: , respectievelijk taxivervoer,.

G

In artikel 5 wordt «eerste en derde lid» vervangen door: eerste, tweede en vierde lid.

H

In artikel 6, derde lid, wordt «of het niet langer voldoen aan de in artikel 9 bedoelde eisen van betrouwbaarheid» vervangen door: of onderdeel b voor zover het betreft de eis van betrouwbaarheid.

I

In artikel 8, onderdeel c, wordt na «de afgifte» ingevoegd: , geldigheid.

J

Na artikel 21 wordt een artikel 21a ingevoegd, luidende:

Artikel 21a

De concessieverleners, bedoeld in artikel 20, zijn bevoegd subsidies te verstrekken voor het in een concessie omschreven openbaar vervoer.

K

In artikel 23 wordt «vrijstelling» telkens gewijzigd in: ontheffing.

L

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen modellen van nationale vervoerbewijzen, de bij nationale vervoerbewijzen behorende tarieven en vervoersvoorwaarden alsmede het gebied waarbinnen deze geldig zijn, worden vastgesteld.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

M

In artikel 29, tweede lid, onder d, wordt «het tarief, de vervoerbewijzen en de vervoersvoorwaarden» vervangen door: de tarieven, de modellen van vervoerbewijzen en de vervoersvoorwaarden.

N

In artikel 49, tweede lid, wordt na «op basis van concessies» toegevoegd: of ander bij algemene maatregel van bestuur te bepalen vervoer.

O

De aanduiding «HOOFDSTUK VI. HET INTERNATIONAAL VERVOER» komt te luiden:

HOOFDSTUK VI. INTERNATIONAAL VERVOER EN TAXIVERVOER

§ 1. Internationaal vervoer

P

Artikel 77, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. In de onderdelen a en b wordt «openbaar vervoer en besloten busvervoer» telkens vervangen door: openbaar vervoer, besloten busvervoer en taxivervoer.

2. In onderdeel b wordt «worden» vervangen door: wordt.

3. In onderdeel c wordt «openbaar vervoer of besloten busvervoer» vervangen door: openbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer.

Q

Na artikel 77 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 2. Taxivervoer

Artikel 77a

1. Onze Minister kan een maximumtarief voor taxivervoer vaststellen.

2. Het maximumtarief geldt niet indien schriftelijk een tarief wordt overeengekomen voor het gedurende een bepaalde periode meermalen verrichten van taxivervoer.

Artikel 77b

Het is verboden taxivervoer te verrichten tegen een hoger tarief dan het tarief, bedoeld in artikel 77a, eerste lid, tenzij een overeenkomst als bedoeld in artikel 77a, tweede lid, is gesloten.

Artikel 77c

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden vastgesteld betreffende:

a. de minimale beschikbaarheid van het taxivervoer;

b. het kenbaar maken van de tarieven aan de reiziger;

c. de administratie die de vervoerder dient te voeren ten behoeve van een doelmatig toezicht op de naleving van het bij en krachtens deze wet bepaalde.

R

Artikel 92 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «aanhef en onderdeel a» vervangen door: aanhef en onderdelen a en b.

2. In het eerste en tweede lid wordt voor «hechtenis» en voor «geldboete» telkens ingevoegd: een.

S

Artikel 95 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «openbaar vervoer en besloten busvervoer» vervangen door: openbaar vervoer, besloten busvervoer en taxivervoer.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

d. de wijze waarop wordt aangetoond dat aan de ingevolge de onderdelen a, b en c, gestelde regels wordt voldaan;

e. de vergoedingen die zijn verschuldigd voor de met de ingevolge de onderdelen a tot en met d gestelde regels samenhangende werkzaamheden en af te geven documenten.

T

Artikel 97 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «het openbaar vervoer en besloten busvervoer» vervangen door: het openbaar vervoer, het besloten busvervoer en het taxivervoer.

2. In de onderdelen a en c wordt «het openbaar vervoer en het besloten busvervoer» telkens vervangen door: het openbaar vervoer, het besloten busvervoer en het taxivervoer.

U

In artikel 98, eerste lid, wordt na «de effecten van deze wet» ingevoegd: , voorzover het betreft het openbaar vervoer en het besloten busvervoer,.

V

Na artikel 101 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 101a

Een vergunning voor het verrichten van taxivervoer die voor de datum van inwerkingtreding van artikel 113 is verleend ingevolge artikel 57 van de Wet personenvervoer, zoals dit artikel luidde voor de datum van inwerkingtreding van artikel 113, geldt, onverminderd mogelijke wijziging, schorsing, intrekking of het van rechtswege vervallen, met ingang van de datum van inwerkingtreding van artikel 113, als een vergunning verleend ingevolge artikel 5.

W

Na artikel 102 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 102a

Een aanvraag voor een vergunning voor het verrichten van taxivervoer die voor de datum van inwerkingtreding van artikel 113 is ingediend ingevolge artikel 57 van de Wet personenvervoer, zoals dit artikel luidde voor de datum van inwerkingtreding van artikel 113, en waarop op de datum van de inwerkingtreding van artikel 113 nog geen beslissing is genomen, geldt met ingang van die datum als een aanvraag voor een vergunning voor het verrichten van taxivervoer ingevolge artikel 5.

X

Artikel 105 komt te luiden:

Artikel 105

1. Een dienstregeling voor het lokaal of interlokaal openbaar vervoer zoals deze gold op de dag voor de inwerkingtreding van artikel 113, blijft geldig tot uiterlijk een jaar na die dag. Het recht inzake de vaststelling, wijziging en uitvoering van de dienstregeling zoals dat gold op de dag voor de inwerkingtreding van artikel 113 blijft van toepassing.

2. Een dienstregeling waarvoor op grond van de Wet personenvervoer door de vervoerder een voorstel is ingediend, en waarop door het ingevolge die wet tot vaststellen bevoegde bestuursorgaan op de dag van inwerkingtreding van artikel 113 nog niet is beslist, wordt voor een tijdvak van ten hoogste zes maanden vastgesteld volgens het recht zoals dat gold voor die dag. Het recht inzake de vaststelling, wijziging en uitvoering van de dienstregeling zoals dat gold op de dag voor de inwerkingtreding van artikel 113 blijft van toepassing.

3. Artikel 19 is niet van toepassing op het verrichten van openbaar vervoer op grond van een dienstregeling die is vastgesteld overeenkomstig het eerste of tweede lid.

4. De artikelen 27, derde lid, 42 en 72 zijn van overeenkomstige toepassing op het verrichten van openbaar vervoer op grond van een dienstregeling die is vastgesteld overeenkomstig het eerste of tweede lid. Artikel 19 is niet van toepassing op het verrichten van openbaar vervoer op grond van een dienstregeling die is vastgesteld overeenkomstig het eerste of tweede lid.

5. De artikelen 32 tot en met 36 zijn van overeenkomstige toepassing op het eindigen van het verrichten van openbaar vervoer op grond van een dienstregeling als bedoeld in het eerste of tweede lid, voor zover deze beëindiging wordt gevolgd door het ingaan van een concessie, verleend aan een andere vervoerder, voor het verrichten van een geheel of gedeeltelijk dezelfde voorziening van openbaar vervoer als dat werd verricht op grond van die dienstregeling.

Y

In artikel 109 wordt «Keuringsbewijzen en duplicaten van keuringsbewijzen» vervangen door: Keuringsbewijzen, duplicaten van keuringsbewijzen en andere bewijzen die zijn.

Z

Na artikel 110 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 110a

In afwijking van artikel 110 wordt een bezwaar- of beroepschrift, gericht tegen een besluit omtrent het verrichten van taxivervoer, dat op of na 1 januari 2000 op grond van de Wet personenvervoer is ingediend en voor zover daarop bij de inwerkingtreding van artikel 113 nog niet is beslist, afgehandeld volgens deze wet.

AA

Artikel 112, onderdelen A en D, komt te luiden:

A. Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid, wordt «Wet personenvervoer» telkens vervangen door: Wet personenvervoer 2000.

2. In het eerste lid wordt «artikel 69, aanhef en onderdeel a, van die wet» vervangen door: artikel 95, aanhef en onderdeel a, van de Wet personenvervoer 2000.

D. In artikel 159, onderdeel d, wordt «de artikelen 80 en 82 van de Wet personenvervoer» vervangen door: de artikelen 78 en 80 van de Wet personenvervoer 2000.

BB

Artikel 113 komt te luiden:

Artikel 113

De Wet personenvervoer wordt ingetrokken.

CC

Na artikel 113 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 113a

De wet van 9 december 1999 tot wijziging van de Wet personenvervoer voor het taxivervoer (deregulering taxivervoer) (Stb. 535), wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel III, eerste lid, wordt na «vergunningen» ingevoegd: krachtens de Wet personenvervoer 2000.

B. In artikel IV, eerste lid, wordt na «een vergunning voor het verrichten van taxivervoer» ingevoegd: als bedoeld in de Wet personenvervoer 2000.

DD

De artikelen 116 en 117 komen te luiden:

Artikel 116

In de artikelen 8, tweede lid, en 10, derde lid, van de Vervoersnoodwet wordt «Wet personenvervoer» telkens vervangen door: Wet personenvervoer 2000.

Artikel 117

In artikel 3, tweede lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen wordt «krachtens een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de Wet personenvervoer» vervangen door: krachtens een ingevolge de Wet personenvervoer 2000 geldige vergunning.

EE

De artikelen 120,121 en 122 komen te luiden:

Artikel 120

In artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Vestigingswet bedrijven 1954 wordt «krachtens een vergunning ingevolge de Wet personenvervoer» vervangen door: krachtens een ingevolge de Wet personenvervoer 2000 geldige vergunning.

Artikel 121

Artikel 1 van de Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder 3° vervalt de zinsnede met betrekking tot de Wet personenvervoer en wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd: de Wet personenvervoer 2000, artikel 4;.

2. Onder 4° vervalt de zinsnede met betrekking tot de Wet personenvervoer en wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd: de Wet personenvervoer 2000, de artikelen 11, 19, 27, derde lid, 46, 77b, 77c en 95, aanhef en onderdelen c en d, alsmede – voor zover aangeduid als strafbare feiten – overtredingen van voorschriften krachtens deze wet gegeven.

Artikel 122

De Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «blijkens een ingevolge de Wet personenvervoer afgegeven vergunning, dan wel voor zover afgegeven een vergunningbewijs» vervangen door: blijkens een ingevolge de Wet personenvervoer 2000 geldige vergunning, dan wel vergunningbewijs.

2. In het vijfde lid wordt «de Wet personenvervoer» vervangen door: de Wet personenvervoer 2000.

B. In artikel 31, zesde lid, wordt «waarvoor ingevolge de Wet personenvervoer een vergunning, dan wel een vergunningbewijs is afgegeven, waaruit blijkt dat die personenauto bestemd is om» vervangen door: die blijkens een ingevolge de Wet personenvervoer 2000 geldige vergunning, dan wel vergunningbewijs, is bestemd om

FF

Artikel 124, onderdeel B, komt te luiden:

B. In artikel 72, eerste lid, onderdeel n, wordt «die blijkens een ingevolge de Wet personenvervoer afgegeven vergunning» vervangen door: die blijkens een ingevolge de Wet personenvervoer 2000 geldige vergunning

GG

Artikel 125 komt te luiden:

Artikel 125

In onderdeel b, post 9, van tabel 1, behorende bij het Wet op de omzetbelasting 1968, wordt «het vervoer van personen als bedoeld in artikel1, eerste lid, onderdelen e, f en g van de Wet personenvervoer» vervangen door: het vervoer van personen, bedoeld in artikel 1, onderdelen h, i, en j van de Wet personenvervoer 2000.

HH

Na de aanduiding «§ 4. Slotbepalingen» en voor artikel 126 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 125b

Na de inwerkingtreding van artikel 113 berust de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer, op artikel 77a van deze wet.

TOELICHTING

Algemeen

Met ingang van 1 januari 2000 is de wet van 9 december 1999 tot wijziging van de Wet personenvervoer voor het taxivervoer (deregulering taxivervoer) (Stb. 535), in werking getreden. Deze wet beoogt de marktwerking in het individueel openbaar vervoer (taxivervoer) te bevorderen. De Wet personenvervoer 2000 heeft betrekking op de bevordering van de marktwerking in het collectief openbaar vervoer (nieuwe regels omtrent het openbaar vervoer en besloten busvervoer). De genoemde wijziging van de Wet personenvervoer in verband met de deregulering van het taxivervoer is – als separaat wetsvoorstel – voorafgegaan aan de Wet personenvervoer 2000 in verband met het feit dat de bevordering van marktwerking in het taxivervoer in de operatie Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit als prioritair werd aangewezen. In het op 25 maart 1999 bij de Tweede Kamer ingediende voorstel van wet, houdende nieuwe regels omtrent het openbaar vervoer en besloten busvervoer (Wet personenvervoer 2000), ontbreken dientengevolge tot op heden de bepalingen inzake het verrichten van taxivervoer.

De onderhavige nota van wijziging strekt er in hoofdzaak toe de bepalingen die betrekking hebben op het verrichten van taxivervoer onder de werking van de Wet personenvervoer 2000 te brengen en de Wet personenvervoer in te trekken; een reeds aangekondigde technische wijziging. Voor een toelichting op de bovengenoemde wet van 9 december 1999 tot wijziging van de Wet personenvervoer voor het taxivervoer (deregulering taxivervoer) (Stb. 535) wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij de wijziging van de Wet personenvervoer voor het taxivervoer (deregulering taxivervoer), opgenomen in Kamerstukken II 1997/98, 25 910, nr. 3. Daarnaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt een aantal verduidelijkingen en verbeteringen aan te brengen.

Voor zover de onderhavige nota van wijziging geen betrekking heeft op de genoemde wet van 9 december 1999 en voor zover zij een nadere toelichting behoeft, wordt hierna per onderdeel een toelichting gegeven.

Onderdeel C

De mogelijkheid tot beïnvloeding van de dienstregeling door de reiziger richt zich, net als in het vigerende artikel 30 van het Besluit personenvervoer, tot óf de tijdstippen, óf de plaatsen binnen de dienstregeling. Om dit in de definitie te verduidelijken is het begrip «halteplaatsen» opgenomen.

Het begrip «vervoerder» wordt in onderdeel k uitgebreid met degene die taxivervoer verricht. Door de uitbreiding van de definitie rusten ook de verplichtingen inzake de behandeling van klachten en geschillen op die vervoerder. In de memorie van toelichting bij de wijziging van de Wet personenvervoer voor het taxivervoer (deregulering taxivervoer), was de instelling van een klachten- en geschillenregeling reeds toegezegd. Verwezen wordt naar Kamerstukken II, 1997/98, 25 910, nr. 3. p.15.

Onderdeel J

Inhoudelijk bestaat een onlosmakelijke samenhang (connexiteit) tussen de subsidieverlening en de vervoersprestaties, zoals omschreven in de concessie. Met het voorgestelde artikel 21a wordt duidelijk gemaakt dat de subsidieverstrekking op grond van de Wet personenvervoer 2000 plaatsvindt. Dit betekent dat bezwaar en beroep ter zake via dezelfde rechtsgang (bij dezelfde rechter, te weten het College van Beroep voor het bedrijfsleven) plaatsvindt als tegen besluiten tot verlenen, wijzigen of intrekken van concessies op grond van deze wet. Dat vloeit voort uit het voorgestelde artikel in samenhang met artikel 96, eerste lid.

Onderdeel K

Omdat het gaat om een beschikking waarbij in een individueel geval een uitzondering op een wettelijk gebod wordt gemaakt, moet de term «ontheffing» in plaats van «vrijstelling» worden gebruikt.

Onderdelen L en M

Met de wijziging van het eerste lid wordt expliciet uitgedrukt dat artikel 27 een grondslag geeft voor het vaststellen van de modellen en vervoersvoorwaarden voor nationale vervoerbewijzen. Voorts bleek bij de voorbereiding van het Besluit personenvervoer 2000 de behoefte om ook daar een aantal regels omtrent nationale vervoerbewijzen op te nemen, vergelijkbaar met de systematiek in de vigerende wet. Ook daarin voorziet de wijziging in onderdeel L. Het tweede lid kan vervallen in verband met artikel 97. Artikel 29, tweede lid, onderdeel d, wordt in onderdeel M met de redactie van artikel 27, eerste lid, in overeenstemming gebracht.

Onderdeel N

De wijziging in artikel 49, tweede lid, beoogt te voorkomen dat ondernemingen in de openbaar vervoermarkt aanpalende markten zoals openbaar vervoer te water en openbaar vervoer op afroep (CVV) zullen gaan overheersen. De voorgestelde wijziging maakt het mogelijk om de omzet die de aspirant-concessiehouder, of de vervoerders waarin de aspirant concessiehouder voor meer dan de helft deelneemt, met openbaar vervoer te water of openbaar vervoer op afroep (CVV) haalt, meetelt voor het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar voor concessies in openbaar vervoer.

Onderdeel S

In onderdeel S, tweede onderdeel, wordt de delegatiegrondslag van artikel 95 uitgebreid met twee nieuwe onderdelen. Deze wijziging strekt ertoe een ruimere basis te bieden aan – op basis van artikel 95 – op te stellen regelgeving. Door deze aanvulling is het mogelijk niet alleen regels vast te stellen inzake de inrichting, uitrusting en keuring van vervoermiddelen en inzake de aan bestuurders van deze vervoermiddelen te stellen eisen, maar tevens regels vast te stellen omtrent de wijze waarop wordt aangetoond dat aan bedoelde regels wordt voldaan. Tevens kunnen – op grond van onderdeel e – regels worden vastgesteld inzake de vergoedingen die zijn verschuldigd voor de met de regels samenhangende werkzaamheden en af te geven documenten.

Onderdeel V

In onderdeel V wordt een nieuw artikel toegevoegd waarin wordt geregeld dat de vergunning voor het verrichten van taxivervoer die – na de inwerkingtreding van de wet van 9 december 1999 tot wijziging van de Wet personenvervoer voor het taxivervoer (deregulering taxivervoer) (Stb. 535) – is verleend ingevolge de Wet personenvervoer, geldig blijft en geldt als een vergunning verleend ingevolge artikel 5.

Onderdeel W

In onderdeel W wordt een nieuw artikel toegevoegd waarin wordt geregeld dat op de aanvraag voor de vergunning voor het verrichten van taxivervoer, die – na de inwerkingtreding van de wet van 9 december 1999 tot wijziging van de Wet personenvervoer voor het taxivervoer (deregulering taxivervoer) (Stb. 535) – is ingediend op grond van de Wet personenvervoer, met ingang van de datum van inwerkingtreding van artikel 113 het nieuwe recht van toepassing is.

Onderdeel X

De wijziging van artikel 105, eerste en tweede lid, strekt ertoe duidelijk te maken dat de dienstregeling die na inwerkingtreding van de wet op grond van dat artikel zijn geldigheid behoudt voor een bepaalde tijd, ook gedurende die tijd kan worden gewijzigd.

Onderdeel Y

In artikel 109 is voorzien in een overgangsbepaling van de ingevolge artikel 69 van de Wet personenvervoer afgegeven keuringsbewijzen en duplicaten van keuringsbewijzen. Ten behoeve van het verrichten van taxivervoer worden krachtens artikel 69 echter tevens andere bewijzen, zoals de chauffeurspas, afgegeven. Op grond van de in onderdeel Y opgenomen wijziging van artikel 109 wordt ook voor deze bewijzen in overgangsrecht voorzien.

Onderdeel Z

In het in onderdeel Z opgenomen artikel wordt geregeld dat de reeds ingediende bezwaar- en beroepschriften, gericht tegen een besluit omtrent het verrichten van taxivervoer, worden afgehandeld volgens het nieuwe recht. Aangezien er op het terrein van het taxivervoer in de Wet personenvervoer 2000 geen nieuwe regels voor procedures en bevoegdheden van organen ter zake van geschillen zijn opgenomen, bestaan er geen bezwaren tegen het van toepassing zijn van het nieuwe recht.

Onderdeel CC

De in dit onderdeel opgenomen wijziging van de wet van 9 december 1999 tot wijziging van de Wet personenvervoer voor het taxivervoer (deregulering taxivervoer) (Stb. 535), heeft betrekking op het overgangsrecht. Op grond van de in onderdeel A opgenomen wijziging wordt zeker gesteld dat ook in de periode na de inwerkingtreding van de Wet personenvervoer 2000 tot 1 januari 2002 – behoudens verlenging van deze termijn ingevolge artikel XIII van de genoemde wet van 9 december 1999 – vergunningen voor het verrichten van taxivervoer voor een bepaald vervoergebied kunnen worden afgegeven. Ingevolge onderdeel B wordt zeker gesteld dat de minister ook na de inwerkingtreding van de Wet personenvervoer 2000, gedurende eerdergenoemde termijn, een vergunning voor het verrichten van taxivervoer kan weigeren op grond van de vraag naar taxivervoer binnen het gebied waarvoor de vergunning geldt. Overeenkomstig artikel X van de genoemde wet van 9 december 1999 geldt een voor een bepaald vervoergebied verleende vergunning, na 1 januari 2002 (behoudens verlenging), als een vergunning die is verleend voor heel Nederland.

Onderdeel EE

In het in onderdeel EE opgenomen artikel 121 wordt de Wet op de economische delicten (hierna: WED) aangepast. Overeenkomstig de aanpassingen aan de Wet personenvervoer 2000 in overige de wetten wordt in de WED de zinsnede met betrekking tot de Wet personenvervoer vervangen door een zinsnede met betrekking tot de Wet personenvervoer 2000. Opgemerkt wordt dat de in de WED opgenomen zinsnede met betrekking tot «de wet houdende wijziging van de Wet personenvervoer voor het taxivervoer (deregulering taxivervoer), artikel V», niet komt te vervallen en overtreding van dit voorschrift derhalve zelfstandig strafbaar blijft. Krachtens dit artikel is het verboden buiten het gebied waarvoor de vergunning voor het verrichten van taxivervoer is verleend personen op te nemen, tenzij de rit door hen is besteld bij het kantoor van de vervoerder.

Onderdeel HH

In onderdeel HH wordt artikel125b toegevoegd, waarin een grondslag wordt geboden van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer die bij de inwerkingtreding van de Wet personenvervoer 2000 van rechtswege zou komen te vervallen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Naar boven