nr. 14
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER STEENHOVEN EN STELLINGWERF
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel 95 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 95a
1. Het is de vervoerder verboden besloten busvervoer te verrichten met
chauffeurs die niet bij hem in dienstbetrekking zijn.
2. Het in het eerste lid genoemde verbod geldt niet in geval van:
a. collegiale inleen van personeel van andere houders van vergunningen
voor het verrichten van besloten busvervoer;
b. leerarbeidsplaatsen in het kader van een leerlingstelsel;
c. inzet van uitzendkrachten.
3. Onze Minister kan in bijzondere gevallen, na overleg met organisaties
van werkgevers en werknemers in het besloten busvervoer, ontheffing verlenen
van het in het eerste lid genoemde verbod.
Artikel 95b
1. Met het oog op het toezicht op de naleving van het bepaalde in artikel
95a dient de chauffeur in het bezit te zijn van een door Onze Minister aan
te wijzen document.
2. Onze Minister is bevoegd de bij het toezicht, bedoeld in het eerste
lid, verkregen gegevens bekend te maken aan een gezamenlijk door organisaties
van werkgevers en werknemers in het besloten busvervoer ingesteld lichaam
ten behoeve van het toezicht op de naleving van de voor het besloten busvervoer
geldende collectieve arbeidsovereenkomst.
Toelichting
Deze twee artikelen zijn identiek aan artikel 56 en 87 uit de oude, vigerende
Wet Personenvervoer, behoudens 95a, tweede lid , onder c die de inzet van
uitzendkrachten mogelijk maakt. De artikelen vergroten het toezicht in het
besloten busvervoer en zijn een versterking van het voorkomen
van zwartwerken en naleving van de voorschriften van rijen rusttijden en de
sociale voorschriften.
Van der Steenhoven
Stellingwerf