26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

32 716 Evaluatie Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA)

Nr. 748 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 februari 2024

Het arbeidsongeschiktheidsstelsel biedt mensen inkomensbescherming en ondersteuning bij het hervatten in werk wanneer zij dit door ziekte of beperking nodig hebben. Het stelsel is echter complex geworden en kent knelpunten. Het is ingewikkeld voor mensen die ervan afhankelijk zijn, zoals werknemers en werkgevers. Maar ook voor de uitvoering en professionals. Voor sommige mensen pakt het stelsel onevenredig hard uit. Er zijn binaire momenten waarbij een klein verschil in de uitkomst van zo'n momentopname, kan maken dat iemand wel of geen recht heeft op een uitkering. Daarnaast staat de uitvoering van het stelsel onder grote druk. We hebben te maken met problematiek ten aanzien van de mismatch tussen de vraag naar en het aanbod van sociaal-medische beoordelingen. Mensen moeten hierdoor lang wachten op hun WIA-(her)beoordeling wat hen onzekerheid geeft over het recht op uitkering.

Om het stelsel rond ziekte en arbeidsongeschiktheid toekomstbestendig te maken zijn fundamentele keuzes nodig. Op 25 november 2022 heb ik daarom de Onafhankelijke commissie toekomst arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) ingesteld om een advies te geven over een toekomstbestendig arbeidsongeschiktheidsstelsel dat uitvoerbaar, uitlegbaar en betaalbaar is voor werkenden (waaronder zelfstandigen), werkgevers, uitvoerders en andere mensen die een beroep doen op het stelsel. Dit stelsel moet in balans zijn op twee doelen: (1) stimuleren van werkhervatting waar mogelijk en (2) het beschermen van inkomen waar nodig.

OCTAS heeft vandaag haar eindrapport gepubliceerd.

Ik ben de commissie zeer erkentelijk voor de uitgevoerde werkzaamheden. In dit eindrapport geeft zij een visie en oplossingsrichtingen voor knelpunten in het huidige arbeidsongeschiktheidsstelsel. Met deze brief geleid ik dit rapport aan u door.

Voor het commissiedebat Arbeidsongeschiktheid van 20 maart zal ik – nadat ik het rapport heb kunnen bestuderen – namens het kabinet uw Kamer informeren over het vervolgproces en een eerste reflectie geven.

Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven