Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2022
Hierbij stuur ik u mijn beleidsreactie op het rapport van de Nederlandse Arbeidsinspectie
«Klantenquête WW 2020».
Ik hecht aan het bieden van ondersteuning aan mensen die als gevolg van baanverlies
genoodzaakt zijn ander werk te zoeken. Het is een moeilijke periode in hun leven waarin
zij voor hun inkomen afhankelijk zijn van de overheid. De overheid spant zich in om
hen en met name de kwetsbare groep binnen de WW’ers, zoveel mogelijk bij te staan
in de zoektocht naar een nieuwe baan. Deze hulp wordt in de vorm persoonlijke dienstverlening
door UWV gegeven aan uitkeringsgerechtigden.
Vanuit deze blik geef ik u hieronder mijn oordeel op het rapport van de NLA.
Allereerst wil ik de Nederlandse arbeidsinspectie bedanken voor het verrichte werk
in dit onderzoek en voor de algehele inzet op onderzoek naar de doeltreffendheid van
de uitvoering binnen het stelsel van Werk en Inkomen. Dit nieuwe rapport, gericht
op de beleving van de re-integratiedienstverlening door WW-gerechtigden, levert een
bijdrage aan de kennisvergaring over het SUWI-stelsel.
In dit rapport richt de NLA zich specifiek op de ervaringen van mensen met een WW-uitkering
zelf en schijnt daarmee haar licht op een belangrijk perspectief binnen de WW-dienstverlening.
In de doorontwikkeling van publieke dienstverlening is het van belang om de meningen,
ervaringen en perspectieven van de mensen die de dienstverlening ontvangen nog meer
te betrekken. Om zo te zorgen dat we nog beter mensen in staat stellen de weg naar
werk te vinden. Dit is alleen mogelijk als de beleidsontwikkeling wordt ondersteund
door inzichten uit onderzoek, zoals in dit rapport.
In het rapport is te lezen dat de algehele beleving van de WW-dienstverlening door
mensen in de WW positief is en dat de beleving significant is verbeterd ten opzichte
van eerdere jaren. De stijgende lijn in waardering is een teken dat de herinvoering
van persoonlijke dienstverlening in de WW in 2017 een aanzienlijk positief effect
heeft gehad op de beleving van de dienstverlening door mensen in de WW. Het rapport
laat zien dat persoonlijke dienstverlening niet alleen meerwaarde kan hebben door
mensen eerder aan een baan te helpen, maar ook door hun zelfvertrouwen te verhogen
en een positiever zelfbeeld te geven.
De periode waarop de klantenquête zich richt was gedomineerd door de coronacrisis
en was daarmee een uitzonderlijke periode voor UWV. Het rapport laat zien dat ondanks
deze onzekerheid UWV in staat is gebleken de dienstverlening voor WW-gerechtigden
goed en adequaat in stand te houden.
De bevindingen van het rapport rondom de waardering van specifieke instrumenten binnen
de WW-dienstverlening zijn inzichtelijk en nuttig. Ze sluiten grotendeels aan bij
de eindevaluatie van de «Effectevaluatie dienstverlening WW». De meerwaarde ervan
is gelegen in het feit dat het instrumentarium breder wordt bekeken. Opvallend vond
ik de grote waardering voor de mogelijkheid tot scholing in de WW. Dit sluit aan bij
de ambitie van SZW om scholing en een Leven Lang Ontwikkelen verder te stimuleren.
In 2022 is het STAP-budget van start gegaan en het nieuwe coalitierakkoord biedt aanzienlijke
mogelijkheden om Leven Lang Ontwikkelen en scholing in de sociale zekerheid nog breder
beschikbaar te maken. De keuze van dit kabinet om verder in te zetten op scholing
wordt ondersteund door de bevindingen uit dit rapport.
Ik zal de bevindingen uit het rapport laten meenemen in de doorontwikkeling van de
WW-dienstverlening. Binnenkort bied ik u het eindrapport «Effectevaluatie dienstverlening
WW» aan. Ook wordt er momenteel gewerkt aan de bredere periodieke evaluatie van de
WW, waar dienstverlening een belangrijk aandachtspunt is. Deze onderzoeken aangevuld
met de input uit dit rapport, vormen daarmee een belangrijke inhoudelijke basis voor
de verdere doorontwikkeling van de WW-dienstverlening.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip