26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 668 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2022

Met haar knelpuntenbrief heeft UWV aandacht gevraagd voor het ontbreken van de mogelijkheid om re-integratiedienstverlening te mogen bieden aan mensen in de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben (DGA) of in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) met een uitkering op grond van de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA). Mijn departement werkt samen met UWV aan een oplossing voor deze groepen uitkeringsgerechtigden die volledig een duurzaam geen arbeidsvermogen hebben (hierna: IVA/DGA-uitkeringsgerechtigden) en toch willen werken.

Conform de toezegging van mijn ambtsvoorganger in zijn reactie op de knelpuntenbrief van UWV bij de stand van de uitvoering sociale zekerheid van 16 december 20211 informeer ik u over de voorgenomen oplossingsrichting. Ik ben voornemens om op basis van de Wet SUWI2 middels een algemene maatregel van bestuur (hierna: AMvB) een experiment op te zetten, en via dit experiment dienstverlening en inzet van alle instrumenten voor IVA/DGA uitkeringsgerechtigden mogelijk te maken. Het gaat om de instrumenten persoonlijke ondersteuning, scholing, IPS, de trajecten «Werkfit» en «Naar werk» loondispensatie en proefplaatsing. In dit experiment onderzoek ik samen met UWV in welke mate IVA/DGA-uitkeringsgerechtigden willen en kunnen werken, en in welke mate zij met behulp van ondersteuning werk kunnen vinden, verrichten en behouden. Aan de hand van de resultaten van dit experiment kan vervolgens een afweging worden gemaakt over het al dan niet structureel mogelijk maken van ondersteuning naar arbeid aan mensen met een IVA/DGA-uitkering. Voor deze AMvB geldt een voorhangprocedure. Ik ben voornemens om de concept-AMvB in het najaar van 2022 aan uw Kamer voor te leggen.

Tijdelijk gedogen dienstverlening door UWV aan IVA/DGA-uitkeringsgerechtigden

Vooruitlopend op de totstandkoming van deze AMvB zal ik tijdelijk gedogen dat UWV financiële middelen inzet in verband met arbeidsondersteuning om activerende dienstverlening op verzoek van IVA/DGA-uitkeringsgerechtigden aan te bieden. UWV kan in deze fase geen verplichtingen met betrekking tot de inzet arbeidsondersteuning aan de uitkeringsgerechtigde opleggen. Gedogen van contra legem beleid dient op grond van het geldende kabinetsbeleid3 aan een aantal voorwaarden te voldoen. De gedoogsituatie dient tijdelijk te zijn, moet worden gemeld aan het parlement en de Nederlandse Arbeidsinspectie en mag nimmer ten nadele werken van diegenen op wie de wetsuitvoering betrekking heeft.

Mensen met een IVA- of DGA-uitkering hebben een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Zonder ondersteuning hebben zij waarschijnlijk weinig tot geen perspectief tot arbeidsparticipatie. Het gedogen van de inzet van financiële middelen voor dienstverlening aan de IVA/DGA-uitkeringsgerechtigden past binnen het doel van de Wajong en WIA om mensen te re-integreren naar arbeid en bij de behoefte van de groep om (weer) te gaan werken. Voor de inzet van financiële middelen voor dienstverlening is op dit moment weliswaar geen rechtsgrondslag aanwezig, maar omdat de dienstverlening en instrumenten uitsluitend begunstigend zijn, kan het als «buitenwettelijk begunstigend beleid» worden aangemerkt en zodoende worden gedoogd. De effecten op de arbeidsparticipatie worden tijdens het gedogen gemonitord. Inzet van de instrumenten proefplaatsing en loondispensatie zal pas mogelijk worden nadat de AMvB tot stand is gekomen. Deze instrumenten behoeven een gedegen rechtsgrondslag

Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat van de regels over herbeoordeling en verrekening met uitkering zowel tijdens deze periode als tijdens het experiment niet zal worden afgeweken. Werken dient te lonen waardoor de IVA/DGA-uitkeringsgerechtigde altijd meer over houdt dan wanneer hij of zij niet werkt. Wanneer iemand gaat werken en langer dan een jaar een bepaald inkomen verdient kan dit met zich meebrengen dat een onderzoek naar het voortbestaan van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid wordt gestart. IVA/DGA-uitkeringsgerechtigden worden over de mogelijke gevolgen op bijvoorbeeld de uitkering, status betreft arbeidsvermogen en eventuele aanvulde uitkering vanuit het pensioen van tevoren nadrukkelijk geïnformeerd door UWV.

Inzet van dienstverlening en de daarvoor aan te wenden financiële middelen gebeurt alleen op verzoek van een IVA/DGA-uitkeringsgerechtigde en blijft daardoor beperkt tot uitzonderingsgevallen. Het gaat om een gedoogperiode van beperkte duur. De gedoogperiode duurt totdat de AMvB tot stand is gekomen en in werking is getreden, ongeveer een jaar. Aan de voorwaarde van tijdelijkheid is daarmee voldaan. Mocht de AMvB geen doorgang vinden, dan stopt de periode van gedogen onmiddellijk. Lopende dienstverlening en toegekende trajecten worden wel afgerond. Ook aan de voorwaarde van niet-benadelen wordt daarmee voldaan.

De financiële middelen die gedurende deze periode, onrechtmatig, aan dienstverlening voor de IVA/DGA-klanten worden besteed zijn beperkt van omvang.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
1

Kamerstuk 26 448, nr. 666

X Noot
2

Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen

X Noot
3

Kamerstuk 25 085, nr. 2

Naar boven