26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 541 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 oktober 2015

Op uw verzoek ga ik in op het project IV-transitie van UWV naar aanleiding van berichtgeving van NRC dagblad op 29 september 2015.

UWV heeft de laatste jaren veel geïnvesteerd in borging van de stabiliteit en continuïteit van de digitale dienstverlening. UWV is tot de conclusie gekomen dat een vergroting van de verandervermogen noodzakelijk is om de digitale ambities van UWV mogelijk te maken. Ik begrijp deze conclusie. Met het project IV-transitie geeft UWV hier invulling aan. Door beter samen te werken in de informatievoorzieningsketen van UWV kan er meer kwaliteit en efficiency in de IV-keten gerealiseerd worden. Dit project vergt wijzigingen op het gebied van structuur, processen, besturing en medewerkers en bestaat daarmee uit inhoudelijke wijzigingen en een reorganisatie. UWV geeft aan dat de eerste resultaten zijn behaald door verbeteringen van de samenwerking binnen het informatiemanagement en er is een strategie voor de ontwikkeling van het systeemlandschap vastgesteld. Het project heeft een looptijd tot en met 2017 en UWV heeft in totaal € 5,7 mln. aan budget beschikbaar.

Op 8 september 2015 werd de Raad van Bestuur van UWV met een reguliere rapportage van het portfoliobureau van UWV geïnformeerd over de voortgang van de ruim 100 projecten in het portfolio. In die rapportage heeft het portfoliobureau het project IV-transitie van oranje op rood gezet. Het bureau geeft aan dat het project grote afwijkingen laat zien ten opzichte van het projectidee. Daarnaast concludeert het bureau dat de huidige en toekomstige activiteiten niet in lijn liggen met het projectidee. Zodoende adviseert het portfoliobureau om een afwijkingsrapportage te vragen. Er is tot dan toe € 0,775 mln. uitgegeven.

In reactie op de afwijkingsrapportage heeft de stuurgroep van het project een faseplan opgesteld voor het vervolg. Het is nu aan de Raad van Bestuur van UWV om gegeven de argumenten een beslissing over het vervolg te nemen. UWV neemt zijn eigen beslissing, aangezien het als zelfstandig bestuursorgaan verantwoordelijk is voor dit project dat onder de bedrijfsvoering valt.

UWV heeft mij inmiddels aangegeven dat het een beslissing over een gedeelte van het project heeft genomen. Er wordt eerst gestart met inhoudelijke verbeteringen en de reorganisatie volgt daarna. UWV geeft aan dat het project nog steeds binnen de planning gerealiseerd wordt.

De Raad van Bestuur stelt vast dat de interne checks and balances bij UWV hebben gewerkt. Het portfoliobureau van UWV, een onafhankelijk gepositioneerd samenwerkingsverband tussen de IT afdeling en de financiële afdeling, is in het leven geroepen om de «control» op projecten in de portfolio te vergroten. Het portfoliobureau adviseert de Raad van Bestuur en heeft bij dit project aangegeven dat er actie nodig is. Die actie is met het opstellen van het faseplan genomen.

Daarnaast kent het project een looptijd tot en met 2017 en vindt de uitvoering binnen budget plaats. Dit betekent dat UWV kan bijsturen om de doelstelling van het project nog steeds te realiseren.

UWV is opdrachtgever van dit project aangezien het de interne bedrijfsvoering betreft. De continuïteit, robuustheid en toekomstvastheid van UWV komt door dit project niet in het gedrang. De Raad van Bestuur van UWV informeert mij als eigenaar indien de doelstellingen niet dreigen te worden gehaald. UWV heeft mij verzekerd dat een vertraging bij dit project alleen effect heeft op de interne bedrijfsvoering en dat klanten geen enkel effect ondervinden.

UWV is door de jaren heen gewend om met ingrijpende veranderingen om te gaan. Daar komt bij dat er binnen UWV, tijdens de fase van voorbereiding van besluiten, ruimte is voor het laten horen van een tegengeluid als men het ergens niet mee eens is. UWV wil een transparante organisatie zijn, voor zijn stakeholders en medewerkers. UWV blijft streven naar deze openheid, ondanks de keerzijde.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven