Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 augustus 2010
Hierbij maak ik gebruik van de gelegenheid u de Monitor Arbeidsmarkt, editie augustus 2010, aan te bieden.1 De Monitor informeert uw Kamer over de meest recente ontwikkelingen op het gebied van de arbeidsmarkt, arbeidsmarktmaatregelen,
uitkeringen en re-integratie-inspanningen, op basis van cijfers gepubliceerd tot 1 augustus 2010.
Het voorzichtige herstel waarover in de afgelopen arbeidsmarktbrief is gerapporteerd lijkt vooralsnog door te zetten. In het
eerste kwartaal van 2010 werd na vijf kwartalen van krimp voor het eerst weer economische groei gerealiseerd (ten opzichte
van dezelfde periode een jaar eerder) en in het tweede kwartaal zette dit herstel door. De werkloosheid bereikte in februari
2010 met 5,8% vooralsnog een piek die veel lager is uitgekomen dan de 8% die vorig jaar, bij de opstelling van de begroting
voor 2010, werd voorzien. Ook het aantal WW-uitkeringen komt lager uit dan voorzien, zij het dat het verschil kleiner is dan
bij de werkloosheid. Inmiddels dalen zowel de werkloosheid als de WW vanaf maart 2010 al vijf maanden lang.
Zowel vanuit historisch als vanuit internationaal perspectief lijkt de Nederlandse arbeidsmarktreactie daarmee gematigd te
zijn. Verklaringen hiervoor moeten vooral gezocht worden in de krappe arbeidsmarkt voor de crisis, «labour hoarding» en in
een deel van de flexibele schil (flexwerkers en zelfstandigen).
De arbeidsmarkt was zeer krap aan de vooravond van de crisis. De hoeveelheid openstaande vacatures voorafgaand aan de crisis
toont aan dat veel bedrijven destijds te kampen hadden met een tekort aan personeel. Door de crisis is dit deels weggewerkt,
zonder dat mensen ontslagen hoefden te worden. De krappe arbeidsmarkt voor de crisis is daarmee een mogelijke verklaring voor
de gematigde arbeidsmarktreactie.
Daarnaast zijn werkgevers terughoudend geweest met het terugbrengen van hun personeelsbestand ondanks een sterke daling in
de vraag naar producten en diensten. Dit gedrag van werkgevers, labour hoarding genoemd, doet zich versterkt voor door de
krapte op de arbeidsmarkt voor de crisis en de verwachte krapte na de crisis.
De flexibele schil is de afgelopen jaren van samenstelling veranderd en lijkt de schok op een andere manier te absorberen
dan bij voorgaande neergangen. Zo worden, in tegenstelling tot bij de vorige neergang, tijdelijke werknemers en oproep- en
invalkrachten nauwelijks geraakt. Vooral uitzendkrachten lijken de klap op te vangen.
Er lijkt niet op grote schaal sprake te zijn van ontmoediging. Opvallend is dat er van ontmoediging onder ouderen geen sprake
is; het arbeidsaanbod van ouderen stijgt nog steeds. Jongeren blijven, evenals bij andere neergangen, langer op school.
De voorgaande Monitor Arbeidsmarkt kondigde het geleidelijk afbouwen van de deeltijd-WW aan. Nieuwe instroom bleef ook na
1 april 2010 mogelijk maar de einddatum van de regeling bleef vaststaan op 1 juli 2011. Deze ingezette beleidslijn lijkt gepast,
gegeven het doorzetten van het economische herstel en de recente daling van de werkloosheid.
Hoewel we langzaam meer inzicht krijgen in de oorzaken van de gematigde arbeidsmarktreactie, zijn er nog veel zaken die om
nadere analyse vragen. Belangrijkste vraag die uiteindelijk voorligt is of deze gematigde reactie eenmalig is, of dat de arbeidsmarkt
structureel van karakter veranderd is (en ook in de toekomst gematigd zal reageren op de economische ontwikkeling). Het beantwoorden
van deze en andere vragen zal komende tijd onderwerp zijn van nader onderzoek. Duidelijk is wel dat de komende jaren de beroepsbevolking
afneemt. De structuur van de Nederlandse arbeidsmarkt zal ook veranderen. Dit onderstreept het belang van een beleidsinzet
gericht op het verhogen van de participatie en op duurzame inzetbaarheid.
In de Monitor Arbeidsmarkt zijn integraal de tussenevaluatie van de Impuls Regionale Samenwerking Zorg, een verslag over het
verruimde «onmisbaarheidscriterium» en het eindverslag van het Ondersteuningsteam Aanpak Arbeidsmarkt opgenomen.
Tegelijkertijd met de Monitor Arbeidsmarkt bied ik u het jaarrapport 2009 van de Wsw-statistiek aan.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner