26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 433 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2010

In het Coalitieakkoord is over de regeling voor Werkhervatting van Gedeeltelijke Arbeidsgeschikten (WGA) aangegeven dat deze volledig privaat uitgevoerd gaat worden. In dat verband is in de begroting SZW 2008 toegezegd dat de WGA geëvalueerd zal worden. In mijn brief van 1 december 2009 (kamerstuk 26448, nr. 416) heb ik u bericht dat het kabinet er naar streeft begin 2010 in de Ministerraad tot besluitvorming te komen en de Kamer zo spoedig mogelijk daarna te berichten.

Ten behoeve van de evaluatie van de WGA is door de onderzoeksbureaus Ecorys en Astri onderzoek gedaan naar de financiering van de WGA en de vraag of er verschillen zijn in effectiviteit tussen publieke of private uitvoering ten aanzien van preventie en re-integratie. Bijgaand treft u het rapport aan.1

Het rapport geeft aan dat niet is aangetoond dat het publieke dan wel het private domein beter presteert wat betreft beperking van langdurig verzuim en WGA-risico en bevordering van werkhervatting.

Voor het huidige stelsel met keuzevrijheid voor werkgevers geldt dat publieke en private spelers elkaar aanvullen en scherp houden en dat werkgevers zich kunnen laten leiden door de aanpak die in hun specifieke geval het meest wenselijk is. Het rapport biedt ook aanknopingspunten voor verbetering van het huidige stelsel.

Naast deze onderzoeksresultaten zijn ook de kosten van privatisering van belang.

Bij volledig private uitvoering van de WGA zal sprake zijn van substantiële overgangskosten in verband met de overgang van omslagdekking naar rentedekking.

Gezien de demissionaire status van het kabinet kan het Coalitieakkoord niet langer als basis dienen en zal het kabinet niet meer met voorstellen inzake de WGA komen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven