26 448
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

nr. 425
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 januari 2010

Mede namens de Staatssecretaris van Financiën wil ik uw Kamer nader informeren over ons standpunt inzake de ingangsdatum van de Eenduidige loonaangifte. Vervolgens gaan wij in op de nadere informatie, waar naar wij begrepen hebben de Kamer om heeft gevraagd.

In de afgelopen periode zijn er door uw Kamer veel vragen gesteld over de Eenduidige loonaangifte. Deze vragen hebben nog eens aangetoond dat de context van de Eenduidige loonaangifte complex is. Ook de opmerking van de vertegenwoordiger van VNO-NCW en MKB-Nederland tijdens het rondetafelgesprek van 13 januari 2010 dat dit proces is gekenmerkt door misverstanden, geeft mede de weerbarstigheid van de Eenduidige loonaangifteproblematiek aan.

Geconstateerd mag worden dat de Administratieve Lastenreductie met het gebruik van de polis sinds dit najaar deels wordt bereikt. Door de stappen die de afgelopen periode met succes zijn gezet in de loonaangifteketen zijn de gegevens in de polisadministratie aanzienlijk in kwaliteit verbeterd. De gegevens zijn nu al vaak van voldoende kwaliteit om de daglonen op basis van de gegevens uit de polisadministratie vast te stellen. Mede op grond van de al bereikte administratieve lastenreductie bleek het draagvlak bij VNO-NCW en MKB-Nederland in het rondetafelgesprek van 13 januari 2010 afgenomen.

Inzet is om de polisadministratie tot een basisregistratie te maken van arbeids- en uitkeringsverhoudingen met daarbij behorende lonen. Het wezen van een basisregistratie is dat de gegevens stabiel en eenduidig zijn, meervoudig kunnen worden gebruikt en voor de burger herkenbaar zijn. Uiteindelijk is de eenduidige loonaangifte hier een noodzakelijke voorwaarde voor maar uit de inventarisatie bij de softwareleveranciers is gebleken dat ook bij invoering van de Eenduidige loonaangifte op dit moment de gegevens in het Digitaal Verzekeringsbericht en op de loonstrook bij de werknemer nog niet altijd overeenstemmen. De controleerbaarheid voor de burgers van de gegevens in het Digitaal Verzekeringsbericht is daarmee nog niet in de volle breedte geborgd.

Op basis van het voorafgaande hebben wij besloten om de Eenduidige Loonaangifte niet per 1 januari 2011 in te laten gaan. Wij zijn ons er van bewust dat het creëren van een basisregistratie een zaak van lange adem is en betrokkenheid vergt van alle partijen, i.c. inhoudingsplichtigen, softwareleveranciers, uitvoeringsinstellingen en afnemers van de basisregistratie.

De komende periode willen wij ons met de softwareleveranciers inzetten op het terugdringen van het aantal correctieberichten en fouten in de loonaangiften. Verder zullen we samen met de softwareleveranciers nagaan op welke wijze we naar de burger toe transparantie, stabiliteit en eenduidigheid kunnen verkrijgen. Wij zijn voornemens de Tweede Kamer via de twaalfde halfjaarlijkse rapportage van juni 2010 te informeren over de genoemde ontwikkelingen en de mogelijkheden om verdere voortgang te maken met het Digitaal Verzekeringsbericht.

Naar wij hebben begrepen heeft uw Kamer om nadere informatie gevraagd over de wijze waarop bij de Eenduidige loonaangifte fouten in de loonaangifte doorwerken naar het dagloon. Tevens is door uw Kamer gevraagd in hoeverre in de situatie van de Eenduidige loonaangifte de gegevens in het Digitaal Verzekeringsbericht herkenbaar zijn op de loonstroken van de werknemer. Hieronder zullen wij op deze beide vragen ingaan.

Eenduidige loonaangifte en dagloon

UWV is eind 2009, vooruitlopend op de Eenduidige loonaangifte, gefaseerd overgegaan op de dagloonvaststelling op basis van de polisgegevens.

Uitgangspunt bij de dagloonvaststelling zijn de gegevens in de polisadministratie. De medewerker van het UWV neemt die gegevens over zoals ze hem in de polisadministratie gepresenteerd worden. Hierbij vindt een professionele beoordeling plaats van de gegevens. Bij gerede twijfel aan de juistheid van de gegevens (ontbrekende gegevens, sterke schommelingen in de bedragen, opmerking van de werknemer over het loon in de polisadministratie) kan de UWV medewerker afwijken van gegevens uit de polisadministratie. Op basis van de dagloonregels berekent de UWV medewerker vervolgens het dagloon.

In de praktijk hebben we te maken met drie situaties, die door middel van correctieberichten worden gecorrigeerd:

• Betrokkene heeft loon ontvangen, maar de werkgever heeft het niet aangegeven;

• Betrokkene heeft recht op het loon (afgesproken, dus vorderbaar en in beginsel ook inbaar), maar de werkgever heeft het niet uitbetaald en niet aangegeven;

• De werkgever doet toerekeningen aan voorgaande tijdvakken.

In de eerste twee situaties is sprake van de fouten waar de correctieberichten oorspronkelijk voor zijn bedoeld. Fouten in de aangifte moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. Om dit verder te verbeteren zullen UWV, Belastingdienst samen met de softwareleveranciers en werkgevers in 2010 slagen maken om fouten tot een minimum te beperken. De derde situatie heeft betrekking op toerekeningen en is in de praktijk ontstaan. De loon-over werkgevers maken hiervan gebruik.

Deze correcties behoren echter niet in de dagloonberekening over de toegerekende tijdvakken, maar van het lopende tijdvak.

Met de Eenduidige loonaangifte verdwijnen de correctieberichten en kan in de loonaangifte geen loon meer worden toegerekend aan voorgaande tijdvakken. Het herstel van de fouten en de toerekeningen vindt alleen plaats in het lopende tijdvak. Voor een aantal niet financiële gegevens, die van belang zijn voor het vaststellen van het recht op een uitkering is het mogelijk deze met terugwerkende kracht te herstellen. Het betreft bijvoorbeeld: datum in dienst, uit dienst en BSN.

Met de Eenduidige loonaangifte bereiken we dat in principe alleen het loon dat genoten is in de referteperiode in de polisadministratie is opgenomen. We bereiken hiermee dat loon-over verrekeningscomponenten die niet tot het dagloon behoren er ook niet meer in voor komen. Loon dat niet is uitbetaald en niet vorderbaar en inbaar was in de referteperiode hoort niet tot het dagloon. Voorbeeld: Indien na afloop van de referteperiode een loonsverhoging is toegekend met terugwerkende kracht, die zich ook uitstrekt over de referteperiode, behoort de verhoging niet in het dagloon (immers niet genoten: niet betaald, niet vorderbaar en niet inbaar in de referteperiode). Bij loon-over zou de verhoging wel met terugwerkende kracht worden toegerekend aan tijdvakken in de referteperiode. Analoog bij loon-over zou ook loonsverhoging die plaatsvindt en betaald wordt in de referteperiode maar door de werkgever (deels) is toegerekend aan een of meer tijdvakken voorafgaande aan de referteperiode, onterecht niet meegenomen worden in het dagloon.

In de situatie waarin na afloop van de referteperiode een fout is gecorrigeerd die zich heeft voorgedaan in de referteperiode, zal de correctie in beginsel buiten het dagloon vallen (voorbeeld: na afloop van de referteperiode neemt de werkgever in de aangifte over een tijdvak een bedrag mee aan loon dat is betaald in een of meer tijdvakken in de referteperiode). Indien de werknemer bij de dagloonvaststelling kan aantonen dat een gegeven voor de dagloonvaststelling niet juist is, dan zal de UWV medewerker bij het vaststellen van het dagloon daarmee rekening houden.

Aansluiting loon op loonstrook en loon Digitaal Verzekeringsbericht

Een belangrijk argument om de Eenduidige loonaangifte in te voeren is gelegen in stabiele en eenduidige gegevens. De transparantie van het Digitaal Verzekeringsbericht wordt hiermee vergroot. Belangrijk is dat loonaangiftegegevens in het DigitaalVerzekeringsbericht aansluiten bij de loonstrook die de werknemers hebben. Hiermee worden de gegevens controleerbaar voor de werknemer.

Is dat niet het geval, dan zal dat leiden tot vragen van de werknemer richting zijn werkgever of UWV en onduidelijkheid over zijn uitkeringsrechten.

Om te beoordelen of de herkenbaarheid en controleerbaarheid tussen Digitaal Verzekeringsbericht en de gecorrigeerde loongegevens op de loonstrook bij invoering van de Eenduidige loonaangifte ook geldt voor werknemers die in dienst zijn van werkgevers die hun administratie op loon-over baseren, is gevraagd naar de zichtbaarheid van het sociale verzekeringsloon (sv-loon) en de loon-in aangiftegegevens op de loonstrook. Er is een kort onderzoek uitgevoerd onder de 12 softwareleveranciers die de brief van november 2009 hebben ondertekend, waarbij de huidige loonstrokenpraktijk als uitgangspunt heeft gediend. Vermeld moet worden dat deze 12 softwareleveranciers ieder 1 of meer pakketten in de markt hebben. Uit dit onderzoek is ten aanzien van de vermelding van het sv-loon op de loonstrook het volgende beeld naar voren gekomen:

• 1 pakket vermeldt geen sv-loon,

• 1 pakket vermeldt uitsluitend het cumulatieve sv-loon.

• 20 pakketten vermelden zowel het sv-periodeloon als het cumulatieve sv-loon.

Het beeld over de herkenbaarheid van het gecorrigeerde loon op de loonstrook versus het Digitaal Verzekeringsbericht is divers.

1. 28% voorziet wel in de gegevens

2. 28% voorziet optioneel,

3. 18% voorziet in de aansluiting van de loongegevens in het Digitaal Verzekeringsbericht en de loonstrook op cumulatief niveau, maar niet op periodeniveau

4. 23% van de loonstroken worden vervangen door nieuwe loonstroken over voorafgaande tijdvakken in geval van correcties met terugwerkende kracht. In deze gevallen zijn de gegevens in het Digitaal Verzekeringsbericht niet herkenbaar vanaf de loonstrook.

5. 3% voorziet niet in het sv-loon

De salarispakketten die vallen onder de opties 1, 2 en 3 (74% van de loonstroken) voorzien in de aansluiting, per periode of cumulatief. Als de aansluiting tussen Digitaal Verzekeringsbericht en loonstrook op periodeniveau gerealiseerd moet worden, zullen de salarispakketten die vallen onder de opties 3, 4 en 5 (44% van de loonstroken) moeten worden aangepast.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Naar boven