26 448
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

nr. 424
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 januari 2010

Op 16 december 2009 heeft uw Kamer een motie aangenomen over het Eloa-traject (eenduidige loonaangifte) (Kamerstuk 26 448, nr. 418). In deze motie wordt verzocht om een nieuw overleg tussen UWV, Belastingdienst en softwarebedrijven, inclusief VNO-NCW en MKB-Nederland en de Kamer te informeren over de uitkomst. Dit gegeven de zorgen van die enkele softwareleveranciers hebben geuit over de kosten en uitvoerbaarheid van het Eloa-traject. Het overleg als in de motie bedoeld heeft op donderdag 7 januari jongstleden plaatsgevonden. De aanwezige partijen hebben dit overleg als goed en constructief ervaren. De concept-brief is voorgelegd aan de betrokken partijen.1

Invoering Eloa door UWV en Belastingdienst

Voor UWV en Belastingdienst heeft de invoering van Eloa geen grote automatiseringsgevolgen. De noodzakelijke aanpassingen en de daarmee gepaard gaande kosten zijn beperkt van omvang. Door beide organisaties zijn deze als jaaraanpassingen voor 2011 ingepland. De specificaties (inclusief toelichting) voor de marktpartijen zijn inmiddels gereed. Deze zijn met de inbreng van enkele softwareleveranciers tot stand gekomen.

Wij hebben op 15 oktober 2009 desgevraagd onze schriftelijke reactie op de vragen in het Actaladvies «Eenduidige loonaangifte» van 8 mei 2009 aan de Kamer gezonden (Kamerstukken II 2009/10, 32 129, nr. 6). De punten zoals verwoord in de zienswijze die Actal op 4 januari jongstleden aan uw Kamer heeft gestuurd, komen overeen met het voormelde Actaladvies «Eenduidige loonaangifte» Voor ons standpunt verwijzen wij u dan ook naar onze brief van 15 oktober 2009.

Standpunt VNO-NCW en MKB-Nederland

Het VNO-NCW en MKB-Nederland heeft van begin af aan twee belangrijke voorwaarden aan het Eloa-traject gesteld:

• de operatie mag niet leiden tot extra administratieve lasten voor werkgevers;

• de aanpassingen voor Eloa mogen niet teveel kosten.

Aangezien aan deze voorwaarden is voldaan geeft VNO-NCW en MKB-Nederland aan bij haar eerder afgegeven akkoord te blijven. Wel heeft VNO-NCW en MKB-Nederland te kennen gegeven de brieven van de softwareleveranciers en Actal met de vraag te blijven zitten in hoeverre deze operatie nu echt noodzakelijk is. Op deze vraag wordt in het verdere verloop van de brief ingegaan.

Bezwaren softwareleveranciers

De aan het overleg deelnemende softwareleveranciers hebben aangegeven dat hun bezwaren tegen de Eloa zich vooral richten op de volgende drie onderwerpen:

1. onduidelijkheid over het fiscaal genietingsmoment van het loon;

2. eisen aan de aansluiting tussen de loonadministratie en de eenduidige loonaangifte;

3. tijdig beschikbaar komen van de specificaties voor de softwareleveranciers

1. onduidelijkheid over fiscaal genietingsmoment loon

De softwareleveranciers geven aan dat het hun niet duidelijk is of zij de huidige loonadministratiepraktijk voor loonboekingen en loonberekeningen onder Eloa mogen blijven hanteren. Een wijziging hierin zal een enorme lastenverzwaring voor het bedrijfsleven met zich meebrengen.

Het fiscaal genietingsmoment verandert onder de Eloa niet. De Belastingdienst geeft aan, dat de huidige loonadministratiepraktijk onder de Eloa gehandhaafd blijft. Dit is neergelegd in een concept-besluit, dat echter om formele redenen niet eerder kan worden uitgebracht dan na afronding van het inwerkingtredingsKB. Dit is van belang om te voldoen aan de eerste voorwaarde die door VNO-NCW en MKB-Nederland is gesteld bij de invoering van Eloa. De softwareleveranciers zijn van mening dat Eloa zonder de regeling in het conceptbesluit niet kan worden ingevoerd.

De tekst van het conceptbesluit, is voorgelegd aan VNO-NCW en MKB-Nederland en de softwareleveranciers en ter informatie bij deze brief gevoegd.

2. eisen aan aansluiting loonadministratie en eenduidige loonaangifte

De softwareleveranciers stellen dat zij de zorg hebben dat de Belastingdienst zware eisen zal stellen aan de aansluiting tussen loonadministratie en eenduidige loonaangifte. Voor het bedrijfsleven zou dit kunnen leiden tot een structurele lastenverzwaring. De aansluiting heeft de Belastingdienst nodig om te kunnen controleren of de afdrachten voor de loonheffingen juist hebben plaatsgevonden.

De Belastingdienst geeft aan, dat er bij Eloa geen nieuwe of andere eisen gesteld gaan worden aan de aansluiting tussen loonadministratie en loonaangifte. Deze aansluiting moet de werkgever inzichtelijk kunnen maken. Bij de controle zal de Belastingdienst uitgaan van momenten en werkwijze van vastlegging zoals de werkgever hanteert voor zijn eigen administratie. Uitgangspunt is dat de werkgever de aansluiting in ieder geval zichtbaar moet kunnen maken op totaalniveau en cumulatief over verstreken aangiftetetijdvakken. VNO-NCW en MKB-Nederland geeft aan dat dit ook de afspraak was waaronder zij akkoord zijn gegaan met Eloa.

3. tijdig beschikbaar komen van de specificaties voor de softwareleveranciers

Het derde bezwaar van de softwareleveranciers tegen Eloa is, dat de definitieve specificaties nog niet beschikbaar zijn. Zij geven aan dat er duidelijkheid moet zijn over de specificaties voordat Eloa kan worden ingevoerd en de specificaties onder alle softwareleveranciers worden verspreid. De Belastingdienst geeft aan dat de specificaties inmiddels gereed zijn. Zodra formeel het besluit tot invoering van Eloa is genomen, zullen deze beschikbaar worden gesteld aan de softwareleveranciers. Ook worden de specificaties op reguliere wijze meegenomen bij de communicatie rond de jaaraanpassingen 2011.

Desgewenst kunnen wij uw Kamer deze specificaties verstrekken.

Overige bezwaren softwareleveranciers

De softwareleveranciers gegen aan dat zij onder het vervullen van die voorwaarden Eloa haalbaar en maakbaar achten. UWV en Belastingdienst geven aan, dat zij aan deze voorwaarden kunnen en zullen voldoen.

In hun hoedanigheid als partners in de loonaangifteketen plaatsen de softwareleveranciers wel hun vraagtekens bij het nut en de noodzaak van de Eloa-operatie. Dit sluit aan bij de vraag van VNO-NCW en MKB-Nederland. Naar het oordeel van de softwareleveranciers worden nut en noodzaak gemotiveerd op basis van de gegevens uit 2006 en 2007, terwijl de kwaliteit van de gegevens in de polisadministratie sindsdien flink is verbeterd. De softwareleveranciers pleiten daarom voor een nieuwe inventarisatie van de problemen, waarbij ook naar nieuwe oplossingen gekeken moet kunnen worden. Hieronder is een weergave van de reactie van UWV op de vraag naar nut en noodzaak van de eenduidige loonaangifte en waarom UWV wil vasthouden aan die gekozen lijn.

Bruikbaarheid polisgegevens

De eenduidige loonaangifte is bedoeld om de bruikbaarheid van de gegevens in de polisadministratie te verhogen door het verkrijgen van een grotere stabiliteit en eenduidgheid. Het is overigens juist dat de kwaliteit van de gegevens aanzienlijk verbeterd is. Deze gegevens gebruiken UWV, Belastingdienst, de SVB en andere overheidsinstanties voor de uitvoering van hun wettelijke taken. Daarnaast gebruiken bepaalde in de wet aangewezen instanties als pensioenfondsen en arbeidsongeschiktheidsverzekeraars polisgegevens voor de uitvoering van hun taken. De huidige gegevens in de polisadministratie zijn niet stabiel en niet eenduidig. Dit geldt voor de gegevens van werknemers in dienst van werkgevers met een «loon-over» administratie. Deze werkgevers mogen de loongegevens in de polisadministratie met terugwerkende kracht wijzigen, door middel van het inzenden van een correctiebericht. Dit heeft niet beoogde en ongewenste gevolgen voor de bruikbaarheid van de gegevens voor de uitkeringsvaststelling. De gegevens in de polisadministratie kunnen nu namelijk op elk moment wijzigen, zodra de werkgever een correctiebericht inzendt. Niet de gegevens zelf, maar het moment van afname is hierdoor bepalend voor de gegevens die de afnemer gebruikt. Deze gegevens kunnen een week later anders zijn. Met Eloa zal sprake zijn van stabiele en eenduidige gegevens.

Herkenbaarheid polisgegevens voor de werknemer

Het kunnen wijzigen van de gegevens met terugwerkende kracht door middel van een correctiebericht heeft een ander ongewenst gevolg, Deze loongegevens in de polisadministratie sporen niet met het per tijdvak van de werkgever ontvangen loon. De werknemer zal zich dan voor uitleg tot de werkgever wenden of bij UWV een correctieverzoek indienen. Op haar beurt zal UWV zich weer tot de werkgever moeten wenden. Omdat de gegevens niet herkenbaar en controleerbaar zijn heeft UWV de loongegevens per tijdvak nog niet opgenomen in het digitale verzekeringsbericht, waarin de gegevens over de dienstverbanden en het arbeidsverleden van de werknemer zijn opgenomen.

Met de Eloa wordt deze bureaucratische rompslomp voorkomen en zijn de gegevens in de polisadministratie in vrijwel alle gevallen herkenbaar en controleerbaar voor de werknemer. Een uitzondering vormt die situatie waarin een werkgever een salarisspecificatie verstrekt die niet aansluit bij het daadwerkelijk uitbetaalde en aan de Belastingdienst aangegeven loon.

Bovendien zal de werknemer door opname van niet stabiele gegevens in het digitale verzekeringsbericht, afhankelijk van het moment van inzage, wisselende loongegevens per loontijdvak zien. Ook dit is niet bedoeld en ongewenst.

UWV kan zelf eenduidige loonaangiftegevens produceren

Op basis van een reeks artikelen in een automatiseringsvakblad heeft de opvatting post gevat dat UWV zelf (op basis van loon-over en loon-in aangiften) eenduidige loonaangiften kan genereren. Op zich is dit juist maar een dergelijke extra functionaliteit maakt de polisadministratie complexer en moeilijker te onderhouden. Het verminderen van de complexiteit van de polisadministratie vormt juist een essentieel onderdeel van de ontwikkeling naar de stabiele keten. De polisadministratie eenduidige gegevens laten genereren is hier contrair aan. Bovendien past een dergelijke extra functionaliteit niet binnen het wettelijke uitgangspunt dat UWV de loonaangiften van de werkgevers niet aanpast. Dit is voorbehouden aan de werkgever. Deze is verantwoordelijk voor de loonaangifte en voor de overeenstemming tussen het loon in de loonaangifte en het daadwerkelijk aan de werknemer uitbetaalde en aan hem verantwoorde loon.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

De staatssecretaris van Financiën,

J. C. de Jager


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven