26 448
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

nr. 395
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2009

Hierbij ontvangt u, mede namens de staatssecretaris, de concretisering van het Jaarplan IWI 2009 met als bijlage de bijbehorende visie op de taak van de Inspectie Werk en Inkomen (IWI).1 Het overzicht van de activiteiten die IWI in het licht van deze visie in 2009 ter hand zal nemen is feitelijk een concretisering van het Jaarplan IWI 2009 dat ik op 14 juli 2008 naar u heb verzonden.

Visie op de taken van IWI

In het licht van onder meer het rijksbrede programma Vernieuwing Toezicht, de fusie van UWV/CWI en de kabinetsreactie op de uitkomsten van de commissie Oosting over interbestuurlijk toezicht is in 2008 een bezinning op de taken van IWI uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een nadere precisering van de visie op de taken van IWI. Het doel van het toezicht volgens deze visie is: «Onafhankelijk inzicht bieden in de effectiviteit van de uitvoeringspraktijk in samenhang met het beleid op het terrein van werk en inkomen».

IWI oefent systeemgericht toezicht uit. Dat betekent dat IWI uitspraken doet op systeemniveau. Het inzicht dat IWI daarbij biedt, is nooit vrijblijvend. Aan de verkregen inzichten verbindt de inspectie ook altijd haar eigen opvatting. In het stelsel van werk en inkomen is IWI een kenbron die alle beschikbare informatie benut om haar taken te verwezenlijken.

Op basis van deze visie beschik ik met IWI over een krachtige toezichthouder in het stelsel van werk en inkomen. Een toezichthouder die werkt in het verlengde van de kabinetsreactie op de uitkomsten van de commissie Oosting, het Programma Vernieuwing Toezicht en de principes van de Kaderstellende Visie op Toezicht (2005). IWI zal, naast beleid en uitvoering, een essentiële bouwsteen zijn voor maatschappelijk vertrouwen in het effectief functioneren van het stelsel van werk en inkomen. De organisatie en werkwijze van IWI volgt vanzelfsprekend de inhoud van de visie.

Voor zover de voorliggende toezichtvisie als consequentie zou hebben dat wet- en regelgeving aangepast dient te worden, zal ik u voorstellen doen toekomen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven