26 448
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

nr. 366
BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2008

Hierbij doen wij U toekomen het Jaarverslag 2007 van de Inspectie Werk en Inkomen, waarmee de wnd. Inspecteur-Generaal zijn bevindingen in het afgelopen jaar samenvat, alsmede financiële verantwoording aflegt1.

In haar jaarverslag gaat IWI ook in op het toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB). Bij het overleg van 26 juni 2007 over de Jaarverslagen 2006 van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Kamerstuk 31 031 XV/ 31 031 E, nr. 10) is door de heer Ulenbelt (SP) gewezen op een verschil van mening tussen de Algemene Rekenkamer en het departement over het toezicht op de uitvoering van de WWB. Daarop is toegezegd dat het departement met de Algemene Rekenkamer zal bezien of de standpunten kunnen convergeren tot een eensluidend standpunt.

Het overleg dat, conform deze toezegging, heeft plaatsgevonden heeft erin geresulteerd dat de Algemene Rekenkamer bij brief van 11 maart 2008 (bijgevoegd)1 heeft bericht dat zij het met SZW eens is dat de wijze waarop IWI nu toezicht houdt op de rechtmatigheid van de WWB aansluit bij de wettelijke eisen van de WWB en bij de eisen van de Comptabiliteitswet 2001.

Aanvullend werpt de Algemene Rekenkamer haar blik vooruit met het oog op het advies van de commissie Oosting. De kabinetsreactie op het rapport «Van specifiek naar generiek», zoals die op 24 april 2008 aan de Tweede Kamer is gezonden, zal leiden tot aanpassing van diverse materiewetten, ook van SZW. Bij die aanpassing zal de vooruitblik van de Algemene Rekenkamer over het rechtmatigheidstoezicht worden betrokken.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven