nr. 347
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2007
In het Coalitieakkoord benadrukt het kabinet het belang om de effectiviteit
en inrichting van de keten(-samenwerking) te verbeteren om op die manier meer
mensen aan het werk te krijgen. Van CWI, UWV en gemeenten wordt verwacht dat
zij hun werkzaamheden op elkaar afstemmen om zo kwaliteit en effectiviteit
van de dienstverlening en re-integratie te verbeteren. Daartoe worden op lokaal
niveau arbeidsmarktbeleid en re-integratie samengebracht in één
loket, aldus het Coalitieakkoord. Met de invulling hiervan dient een ombuiging
vanaf 2008, oplopend tot € 190 mln structureel vanaf 2012
te worden gerealiseerd.
In het kabinetsstandpunt Evaluatie SUWI (Kamerstukken II, 2007/08, 26 448,
nr. 342) is ten aanzien van de taakstelling opgenomen dat eenderde van
deze taakstelling door de gemeenten wordt opgebracht. In deze brief wordt
u nader geïnformeerd op welke wijze deze taakstelling wordt ingevuld.
Deze doelstelling uit het CA wordt voor het gemeentelijke domein verwezenlijkt
doordat gemeenten gezamenlijk met UWV en CWI de toonkamersprincipes gaan uitwerken.
Door deze implementatie vindt de dienstverlening aan werkzoekenden en werkgevers
in de keten niet meer volgtijdelijk plaats, maar geïntegreerd en in één
loket (Lokatie Werk en Inkomen). Dit betekent dat efficiencywinst kan worden
gerealiseerd door minder overdrachtsmomenten (tussen CWI, UWV en gemeenten)
zoals rond intake, diagnosestelling/profilering en door minder overhead e.d.
Het delen van de serviceorganisatie voor de uitvoering levert daarnaast ook
een besparing in de bedrijfsvoering. Daarnaast zal, mede door de geïntegreerde
dienstverlening aan werkgevers, de overlap in taken tussen UWV, CWI en gemeenten
verminderen. Door de ketenpartners zullen afspraken gemaakt worden over de
taken die door de locatie werk en inkomen zullen worden verzorgd. Vanuit het
gemeentelijke domein zullen de volgende gemeentelijke taken hierbij betrokken
zijn:
• Begeleiding van cliënten (incl. activering, controle, actieve
matching, kwaliteit intake)
• Werkgeversbenadering (acquisitie en contact, actieve matching)
• Arbeidsmarktinformatie
Het gaat hier om besparingen die optreden bij de uitvoeringskosten. Met
de VNG zijn verschillende modaliteiten besproken op welke wijze de taakstelling
kan worden ingevuld. Het kabinet stelt voor om de taakstelling door een structurele
uitname uit het Gemeentefonds te realiseren en tegelijkertijd de budgettaire
voorziening op artikel 47 toe te voegen aan het flexibele re-integratiebudget.
De VNG is hierover geïnformeerd.
De structurele besparing van € 63 mln moet zijn gerealiseerd
in 2012. In de tussenliggende periode (2009–2012) zal een geleidelijk
uitname plaatsvinden.
Budgettaire mutatie | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 |
---|
Uitname gemeentefonds | | – 25 | – 45 | – 60 | – 63 |
Toevoeging aan begroting SZW art. 47 Flexibel re-integratiebudget | 12,5 25 | 50 | 75 | 75 | |
Afboeken van begroting SZW art. 47 ketensamenwerking1 | – 12,5 | – 25 | – 5 075 | – 75 | |
1 Deze middelen stonden op artikel 47 gereserveerd in
verband met nog af te ronden beleidsdossiers die gemeenten raken, waaronder
deze taakstelling.
De beheerders van het gemeentefonds zullen jaarlijks in het zogenaamde
Periodiek Onderhoudsrapport monitoren of de ontwikkeling van de gemeentelijke
uitgaven inderdaad overeenkomt met de veronderstelde kostenbesparingen.
Naast bovenstaande maatregelen zal een taakstelling van € 127
mln bij UWV en CWI gezamenlijk worden ingevuld. De hieruit voortvloeiende
mogelijke wijziging van de dienstverlening van UWV/CWI laat onverlet dat per
saldo de UWV/CWI dienstverlening, ook ten behoeve van gemeenten, structureel
beter wordt, zoals beoogd in het Coalitieakkoord. De basisdienstverlening
zal van een dusdanig niveau zijn dat gemeenten hiervan in principe geen taakverzwaring
ondervinden. Door UWV en CWI wordt op dit moment gezamenlijk gewerkt aan de
invulling van de taakstelling.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. Aboutaleb